Oud-burgemeester Anneke van Dok van Vlissingen schreef een roman over gemeentepolitiek. Het laar van de Held is vooral een boek over integriteit en ethisch besef in de politiek. „Politiek is een risicovol bedrijf" 32 ZEELAND ANNEKE VAN DOK Het is zaak om iedere keer weer jezelf af te vragen. Voor wie doe ik het nou? Heb ik nog een een zuivere blik? Ik hoop nog steeds dat we ongelijk hadden, dat het Scheldeterrein geen mission impossible is In de fictieve plaats Elft staat een fa briek, er is een fabrieksterrein waar huizen gebouwd moeten worden, er is een wethouder die het dualisme niet aankan en vertrekt, er is een histori sche held met een herdenkingsjaar, er is een ambtenaar die de rol van de held met verve speelt en er is een burgemees ter die precies in dat herdenkingsjaar opstapt na een motie van wantrouwen. Vlissingen, dus, denkt de lezer van Het Jaar van de Held automatisch, de stad met Therm- phos, het Scheldeterrein, Henk de Haas, Michiel de Ruyter, het De Ruyterjaar en de ambtenaar die de rol van Michiel speelde en niet in de laatste plaats van Anneke van Dok zelf, die tijdens het De Ruyterjaar, in 2007, on der druk van de gemeenteraad opstapte, sa men met haar wethouders. Maar ondanks dat al die gelijkenissen gaat haar boek niet over Vlissingen, zegt Anneke van Dok. „Het gaat óók over Vlissingen. Vlissingen is maar negen jaar van mijn leven, van de 45 jaar die ik ge werkt heb. Ik wilde niet een te regionaal ver haal maken. Ik heb er dingen uitgepikt die in alle gemeenten spelen." Anneke van Dok debuteert als romanschrij ver, met een boek over gemeentepolitiek. „Ik heb altijd geschreven. Ja, de schriftjes van de burgemeester Greet Lopez uit het boek be staan echt; óf ik ging schrijven was de vraag niet. Dat was altijd duidelijk. Toen ik begin 2012 er eenmaal echt voor ging zitten, vormde het verhaal zich vanzelf." Dat ze Van Speyk vond, de held die zichzelf opofferde door zijn schip op te blazen, was een gelukkig toeval: in 2002 - 'een rampjaar voor Nederland met Fortuyn, Volendam en de invoering van het dualisme' - zou hij tweehon derd zijn geworden. Net als Michiel de Ruyter draagt hij een Griekse Y in zijn naam. Van Speyk is de held van de ontploffing, en in de roman is een explosie de aanzet voor het dra ma in een politiek turbulent jaar. „Je denkt er misschien Thermphos in te ont dekken, je kunt er De Schelde in ontdekken, maar je moet je realiseren dat het een repete rende breuk is. Dat soort situaties doen zich telkens voor, in allerlei wisselende gedaanten. Elft is niet Vlissingen. Elft is óók Vlissingen. Als ik Hans Koeman was, de ambtenaar die in Vlissingen de rol van De Ruyter speelde, zou ik denken dat het over mij ging, maar mijn oude kamerheer in mijn tijd als staatssecreta ris bij Economische Zaken, die op musicalles zat, denkt misschien óók dat hij het was. En het is leuk om er een roman van te maken. De meeste boeken van oud-politici gaan toch erg over zichzelf. Door het het alter ego Camille Canard, de bode in het boek, was ik in staat om kritisch te zijn en de kant van de burger te kiezen." Dat wethouder Tara, een kittige hoog-gehakte dame die wel heel erg goede vrienden is met het bedrijfsleven, opstapt vanwege het dualis me, iets weg heeft van de Vlissingse wethou der Henk de Haas, geeft Van Dok toe. „Maar ik ben zelf óók wethouder geweest. En het gaat overal zo. Overal zijn Henk de Hazen.De hoofdfiguren zijn niet de de figuren die aan een bepaalde zaak in de realiteit zijn verbon den. Dat geldt ook voor de commissaris van de koningin, die in het boek op dienstreis is in China. De neiging om op reis te zijn als zich iets belangrijks voordoet, komt in elke provincie voor. En ook bij burgemeesters." „Je kunt het boek op verschillende manieren lezen. Je kunt het snel doorlezen en vooral de humor oppikken, je kunt er ook informatie uithalen over hoe een gemeente werkt. Veel mensen hebben bijvoorbeeld geen idee wat een motie is, of de koppelingswet. Door voor een roman te kiezen, kan ik dat op een begrij pelijke manier uitleggen. En het is vooral ook een boek over valkuilen, over de verkeerde keuzes die mensen maken. Hoe kom je nou in zo'n valkuil terecht? Dat is echt niet omdat je een stap van a naar z maakt, maar door de stap van a naar b. Bij iedere stap die je zet, moet je steeds bewust nadenken. Ja, het is las tig om je ethisch besef scherp te houden. Veel politici gaan met de beste bedoelingen de poli tiek in, uit idealisme of uit compassie voor de bevolking. Het is vervolgens zaak om iedere keer weer jezelf af te vragen: 'Voor wie doe ik het nou? Heb ik nog een een zuivere blik?' De boodschap van dit boek is: schoenmaker blijf bij je leest en hou je bezig met de zaken waar voor jé in het gemeentebestuur gestapt bent. En dat is lastig, want de druk van buitenaf is enorm." Je mag best een bedrijf als de Schelde in die fa briek in het boek zien, het belang van werkge legenheid weegt mee bij een heleboel beslis singen, maar in Velsen, waar ik ook burge meester was, was het ook zo: daar werd mijn werk voor een groot deel bepaald door Hoog ovens, niet in de laatste plaats omdat de halve stad daar werkte, in verhouding nog veel meer als bij de Schelde. Wij denken altijd dat het gemeentebestuur heel belangrijk is, maar de wereld daaromheen heeft een buitenge woon grote invloed op het handelen van poli tici." „Eén van de leukere scènes in het boek is wel echt in Vlissingen, de ontruiming van de hui zen in verband met een dreigende explosie: in Vlissingen is dat vier keer gebeurd toen ik er was. Elke keer als er een bom gevonden werd, ging de hele Piet Heinkade met parkieten en al naar het Arsenaaltheater en bleef daar zit ten tot de bom ontploft was. Wij zorgden dan voor een goed ontbijt. Waarom dat zo vaak voorkwam? Toen ik in Vlissingen kwam, was er een regeling voor vissers. Ze kregen een pre mie voor de opgeviste bommen die ze meld den. Daarna lieten ze de bommen achter op een plaats waar ze die kwijt konden. En dat was vaak op de kade." 2002 was het jaar van de brand in Volendam, het moment waarop alle gemeente in Neder land werden wakker geschud: de brandveilig heid was op veel plaatsen niet in orde, en voor al niet in de horeca. „Het was in Vlissingen nog veel erger dan ik in het boek beschrijf', zegt Van Dok. „In de twee grootste gemeen ten van Zeeland, Middelburg en Vlissingen, bleek het niet goed geregeld. Het gekke is dat de bevolking het heel lastig vond toen die re gels strenger werden. Bij het Lentebal - dat in derdaad ook in het boek zit - was altijd gedon der over het aantal bezoekers." „Al met al kan ik me voorstellen dat er veel Vlissings in herkend wordt. En dat klopt ook. Maar niet alles. Het is ook nooit zo dat ik een persoon aan een bepaald probleem koppel. Ik denk dat iedereen zich erin gaat herkennen, maar eigenlijk daar gaat het helemaal niet om." Maar toch: „In de brandweercomman dant in het boek herken je inderdaad Ruud Maljaars, de commandant van het Stadsge west, maar alle brandweermannen zijn zo hoor. In het boek is hij wel wat strak in het pak, maar uiteindelijk ook heel moedig. Dat soort mensen zijn in Zeeland heel belangrijk." Burgemeester Greet Lopez heeft in het Jaar van de Held nooit het gevoel dat ze erbij hoort in Elft. Is dat kenmerkend voor Zeeland, of hoort dat bij het ambt? Van Dok: „Dat is niet typisch Zeeuws, wij waren in Zeeland heel erg ingeburgerd. Het besmeuren van het huis zoals ik dat in het boek beschrijf, is niet in Zee land gebeurd, maar in een gemeente waar ik het heel goed heb gehad. Ik heb wel van alles In mijn boek komen geen helden voor door Nadia Berkelder

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 46