4-
De schok trilt nog altijd na: het
verschijnen van Ik Jan Cremer,
gisteren precies vijftig jaar geleden.
'Ik wilde bewijzen dat ik bestond.'
J
I=r>'
4 SPECTRUM
achtergrond
Efl
De dag van de lan
cering, Jan Cre
mer weet het nog
precies. 28 februa
ri 1964. De dag
van het jaarlijkse
Boekenbal, des
tijds nog in het Concertgebouw. „Het
was een vrijdagavond. De uitgever
had gevraagd of we het daar mochten
presenteren. Dat mocht niet. Kwam
dat even mooi uit. Via een achterdeur
hebben we vervolgens een paar hon
derd exemplaren naar binnen gesmok
keld. Armando en een aantal anderen
hebben die rond twaalf uur vanaf het
podium de zaal in geslingerd."
Ze waren vers van de pers, die eerste
exemplaren van Ik Jan Cremer. 's Och
tends gedrukt en 's avonds al de eer
ste rel: Cremer zelf kan er nog steeds
om lachen. „Ik wist dat er een paar mi
nisters in de zaal waren. In de chaos
heb ik die snel een boek in de handen
gedrukt en gezorgd dat dat op de foto
kwam. Die lui hadden geen idee waar
het over ging. Ze vroegen zelfs nog
om een handtekening."
Bijna 74 is hij, Jan Cremer. Beeldend
kunstenaar, schrijver van vele boeken,
maar toch vooral de schrijver van dat
ene boek. „Ik schreef een boek, en
werd met dat boek wereldberoemd",
schreef hij zelf. Miljoenen exemplaren
werden ervan verkocht. Zelfs Fidel
Castro, weet hij, las het. „Hoe ik dat
weet? Nou, via Mulisch, een rode rak
ker destijds. Die had een audiëntie bij
Castro. En het eerste wat die zei toen
die het woord Nederland hoorde. 'Hol
land? Cremer!'"
Verbaasd over zijn succes is hij aller
minst. „Het was het juiste boek op
het juiste moment. Vergeet niet wat
voor tijd het was. Er gebeurde niks in
dit land. Alle ramen zaten dicht. De ja
ren zestig moesten nog beginnen.
Wat ik deed, was tegen het zere been
van alles wat deftig en fatsoenlijk
was. Niemand voor mij had ooit zo ge
schreven. Ik wilde bewijzen dat ik be
stond. Dat er al op die eerste exempla
ren stond dat het een onverbiddelijk
bestseller was: die literaire jongens
vonden dat verschrikkelijk. Dat was re
clame. In Amerika was dat heel nor
maal. Daar had ik het trouwens ook
vandaan."
De uitgekiende pr-machine voor het
boek had succes. Alleen al de zaterdag
na het bal werden er vijfduizend
exemplaren verkocht in Amsterdam.
„Uitsluitend via mond-op-mond recla
me."
Boze reacties, schandalen en zelfs een
rechtszaak bezorgden het boek voor
het einde van het jaar al zijn zestien
de herdruk. „Het is het best verkochte
boek uit de Nederlandse geschiede
nis. Een steen in de vijver, letterlijk.
En tot mijn vreugde zijn de kringen
daarvan nog steeds niet uitgewerkt."
Niet zelden waren die schandalen
door hem zelf geregisseerd. Zoals in
het geval van die agent die, gewaar
schuwd door een treinconducteur, in
de kiosk van het Hengelose station
een exemplaar van Ik Jan Cremer in be
slag nam en vervolgens door zijn com
missaris werd gedwongen om het te
rug te leggen. „Het heeft in de Twent-
sche Courant gestaan. Ik las dat en
heb vervolgens onder een gefingeerde
naam brieven geschreven naar Het Pa
rool. Daarin stond dat het een schan
daal was dat die agent was berispt. Be
tere publiciteit bestaat er niet."
Hoewel hij zelf na de publicatie jaren
in Amerika zat, werd hij ook later re
gelmatig aan het boek herinnerd. „Ik
MM
Schrijver van
dat ene boek
door Herman Haverkate
I ;.B