PZC
Taxi rijden vraagt
meer dan rijbewijs
2 3
DE WERKPLEK
Voor senioren die aan het eind van
geen baan hebben, is er een sociaal
maar beter dan niks.
Ronald Berk werkte 39 jaar als
elektricien. Zijn baas ging fail
liet en Berk (57) werd een
oudere werkloze. Hij ging via
een uitzendbureau aan de slag
als oproepkracht bij een pro
ductiebedrijf. „Onaantrekke
lijk werk, op onmogelijke tijden en tegen
minder loon. Maar liever dat, dan niks om
handen. Na anderhalf jaar, kort voordat ik
zicht kreeg op een tijdelijk contract, werd ik
niet meer opgeroepen. Toen heb ik me aan
gemeld voor een WW-uitkering."
Een kleine aannemer wilde Berk wel
hebben als vervanger voor een
werknemer die met pensioen ging.
Hij was een extra aanlokkelijke kandidaat
omdat er een premie op zijn hoofd rustte,
in de vorm van fiscale korting. „Ik kreeg
een halfjaarcontract. Mijn nieuwe baas had
aan mij een koopje, want ik mocht twee
maanden 'gratis' aan de slag, met behoud
van uitkering. Daarna kreeg de werkgever,
omdat ik vijftigplusser ben, een flinke pre
miekorting." Maar de aannemer moest bij
gebrek aan opdrachten inkrimpen, dus Ro
nald Berk was de eerste die moest gaan.
Op basis van zijn arbeidsverleden kon hij,
indien nodig, aanspraak maken op 38 maan
den WW. Die periode is nu bijna voorbij.
Zijn twee jaar jongere vrouw Riet heeft
geen inkomen. Hoe overbruggen Ronald
Berk en zij de periode tot aan zijn AOW als
geen van beiden tussentijds aan het werk
komt? Is er voor hen nog een vorm van so
ciale zekerheid? „Ik denk dat ik niet in de
bijstand kom omdat ik nog wat spaargeld
achter de hand heb."
Voor oudere werklozen als Berk (vijftigplus
sers) die aan het eind van hun WW-perio-
de nog geen baan hebben gevonden, zijn er
twee vervolguitkeringen: de Wet Inkomens
voorziening Oudere en gedeeltelijk arbeids
ongeschikte werkloze werknemers (IOAW,
voor vijftigplussers) en de Wet Inkomens
voorziening Oudere Werklozen (IOW). Bei
de regelingen zijn een vangnet, geen hang
mat. Een vetpot is zo'n uitkering dus niet.
De IOAW is afhankelijk van de gezinssa
menstelling en bedraagt maximaal 100 pro
cent van het minimumloon als het gaat om
een echtpaar of een samenwonend stel. De
IOW-uitkering is maximaal 70 procent van
het minimumloon.
Hoewel de naam misschien anders sugge
reert, hoeven ouderen niet arbeidsonge
schikt te zijn om aanspraak te kunnen ma-
hun WW-periode nog
vangnet. Geen vetpot,
ken op de IOAW. De gemeente is de uitke
rende instantie, maar het is geen bijstands
uitkering. Daarom wordt er niet gekeken
naar eigen vermogen. Je huis opeten, hoeft
niet en de spaarrekening hoeft evenmin
eerst kaalgegraasd te worden. Ronald Berk
moet wel blijven solliciteren en de sollicita
tieplicht geldt ook voor Riet. Zij probeert in
de catering of als huishoudelijke hulp aan
de bak te komen. „Ik zoek al een baan sinds
Ronald voor het eerst werkloos werd. Maar
behalve als inpakster van kerstpakketten
kwam ik nergens aan de bak."
Berk moet aangeboden werk accepteren,
ook als het niet aansluit op zijn opleiding
en werkervaring. Sommige gemeenten vra
gen een tegenprestatie van degene die
IOAW krijgt. Die kan bestaan uit vrijwilli
gerswerk, maar geen werk dat eigenlijk be
taald zou moeten worden. Is er een werken
de partner met een inkomen, dan wordt
diens inkomen meegeteld. Inkomsten van
inwonende (meerderjarige) kinderen wor
den voor de IOAW niet meegerekend.
In de IOW telt - anders dan bij de IOAW -
het inkomen van de partner niet mee. Deze
vervolguitkering vult het inkomen van zes
tigplussers aan tot maximaal 70 procent van
het minimumloon. Tenzij de voorafgaande
WW-uitkering lager was.
De IOW-uitkering kan dus niet ho
ger zijn dan de voorafgaande WW-uit
kering. Indien de uitkering lager is dan het
sociaal minimum, is er een mogelijkheid tot
aanvulling op grond van de Toeslagenwet.
De IOW kent evenmin een vermogenstoets.
Voor Ronald Berk - en zijn vrouw Riet -
gaat deze voorziening niet op, omdat hij
voor zijn 60ste verjaardag werkloos is gewor
den. De IOW stond op de nominatie om
per 1 juli 2016 te verdwijnen. Maar vorig jaar
is in het sociaal akkoord afgesproken dat de
IOW tot 2020 behouden blijft.
IOW
IOAW
i
eld&werk
Vangnet oudereiwerklozen
door Yvonne Jansen illustratie Jos Diender
w
www.rijksoverheid.nl
reageren?
geld@depersdienst.nl
Gemeentelijke uitkering
voor oudere (van 50 jaar of
ouder) en gedeeltelijk ar
beidsongeschikte werkloze
werknemers na afloop van
de WW-uitkering.
Voorwaarde is dat iemand
op eerste WW-dag 50 jaar
of ouder is. Vanaf 2015 al
leen nog toegankelijk voor
werknemers geboren vóór
1 januari 1965.
Aanvragen bij UWV, dat
stuurt verzoek door naar
de gemeente.
Kan doorlopen tot aan de
pensioengerechtigde leef
tijd.
Een vervolguitke
ring voor werklo
zen van 60 jaar en
ouder na afloop
van hun WW-uitke
ring.
Voorwaarde is dat
iemand op de eer
ste WW-dag 60
jaar of ouder is.
Tot AOW-leeftijd.
Inkomen partner
telt niet mee.
Sollicitatieplicht
voor uitkeringsge
rechtigde, niet
voor partner. Het
is een tijdelijke re
geling (tot 2020).
Er komt automa
tisch bericht van
het UWV als de
WW stopt en vol
daan wordt aan de
voorwaarden.
Binnen acht weken
neemt het UWV
een beslissing.