Eigen volk eerst peace: SPECTRUM 13 Nordin Abanaissa Telkens als ik in de spiegel keek, kon ik enkel aan mezelf de vraag stellen waarom dit was gebeurd en waarom niemand er iets aan deed vermoord werd. Hij werd ervan ver dacht voor het Britse leger te spione ren. Hij is een van The Disappeared: achttien mensen - veelal katholieken - die op gelijke wijze aan een bruut einde kwamen en nog steeds spoor loos zijn. In 1999 gaf het IRA hun moorden toe. Intussen zijn tien slacht offers opgegraven, op stranden en braakland. Maar voor acht families, on der wie de McVeighs, blijft elk spoor ontbreken. Na aanwijzingen en tips zijn de laatste vijftien jaar zes zoek tochten naar Columba McVeigh ge houden. Alle tevergeefs. „Het is moei lijk de hoop niet te verliezen", zegt broer Oliver McVeigh. „Als ik wist dat aan het eind van de regenboog een pot goud stond, kan ik lang wachten, maar soms heb ik mijn twijfels." De zoektochten concentreren zich al jaren rond het moeras van Bragan in het graafschap Monaghan, net over de grens in de Ierse Republiek. De laatste werd vorige herfst afgeblazen. Zijn eigen voormalige IRA-'kamera- den' hebben Sinn Féin-leider Gerry Adams in verband gebracht met The Disappeared. Ze menen zelfs dat hij de opdracht tot de verdwijningen en moorden gaf. Maar Adams blijft ont kennen dat hij zelfs maar lid was van de IRA. Ook andere leden van de voor malige terreurgroep houden noodza kelijke details achter. „We hebben spe cifieke informatie nodig. Maar de men sen die dat hebben, treden niet naar voren. Ik begrijp niet waarom. Ze heb ben niets te winnen bij hun geheim houding en niets te verliezen door te zeggen wat ze weten, alle informatie is vertrouwelijk. Als ik deel uitmaakte van de ontvoering, moord en verdwij ning van een tiener, zou het in mijn geheugen gegrift staan waar hij pre cies begraven ligt. Ik zou er nachtmer ries over hebben. Waarom blijven ze families zo folteren? Laat ze ons Co lumba teruggeven en de martelgang stoppen. Daarom is het belangrijk dit levend te houden, om de stoffelijke overschotten van mijn broer en ande re vermisten terug té vinden." Toen Oliver McVeigh in maart 1999 te rugkwam van de mis, wachtte voor zijn huis een wagen. Een IRA-man klopte aan en vertelde dat de organisa tie de moord op zijn broer bekende. „Ik reageerde niet te best, beval dat hij zich uit de voeten moest maken. Daar na moest ik het nieuws aan mijn moe der vertellen, het moeilijkste wat ik ooit gedaan heb." Met het overlijden van Vera McVeigh stierf ook haar wens de laatste rustplaats van haar zoon te bezoeken. „Wij willen niet weten wat met Columba is gebeurd", zegt Oliver McVeigh. „We willen ge woon een graf om naartoe te gaan." Veel andere slachtoffers van The Trou bles eisen echter ook gerechtigheid, zij het in de vorm van gerechtelijke vervolging of van een waarheidscom missie. „Ik heb net als zovelen levens lang gekregen, terwijl de daders onge straft verder zijn gegaan", zegt Bernie McNally. Haar organisatie Justice for the Forgotten vindt dat niet van Ger ry Adams verwacht kan worden dat hij alle IRA-misdaden bekent als er niets tegenover staat. „Als de Britse overheid alleen al officieel zou erken nen dat er collusie was, dat onschuldi ge burgers illegaal zijn afgeslacht, zou ik me eindelijk bevrijd voelen." Hartje winter 1978 verliet ik met mijn ouders, broer en drie zussen - en met ons vele Marokkanen - huis en haard in de Rif-regio in Noord-Marokko. De reis ging rich ting het vreemde en koude Nederland, waar we in essentie op zoek gingen naar het dagelijks brood en een betere toekomst. Gevolg: vier miljoen 'wereld marokkanen', die nu buiten het moederland wonen en werken. Anno 2014 is Marokko niet enkel een 'exportland', maar trekt het mensen van heinde en verre aan. Zo vormen Afrikanen uit de landen ten zuiden van de Sahel heden ten dage een niet weg te denken onder deel van het straatbeeld. Begin januari kwam ik een groep Afrikanen tegen uit Nigeria en Mali op een stille B-weg. Er was geen hond te bekennen, op twee honden na die wel rich ting mij blaften, maar mij verder koud lieten; ze zou den toch niet bijten. De Afrikanen stonden aan de kant van de weg. Ze waren op zoek naar water. Hoe wel ik oneindig vaak van mijn moeder het advies heb gekregen nooit en te nimmer voor onbekenden te stoppen, heb ik dit keer haar advies terzijde ge schoven en ging ik met mijn wagen aan de kant. De Afrikanen renden richting mij alsof ze aan de 100-me- ter-sprint meededen. Het was verla ten en schemerig op de weg. Maar ik was allerminst bang en vertrouwde, zoals altijd, op een goede afloop. Het drietal Afrikanen woonde niet ver van de weg, ergens in het bos, en kon nergens aan water komen. He laas konden zij bij mij in de auto van alles en nog wat vinden, behalve wa ter. Het slechte nieuws was verre van deprimerend. Vrolijk lachend hebben we daar ruim een kwartier gestaan. Ik lachte en grapte gezellig mee, maar dacht op hetzelfde moment aan het frappante feit dat deze regio, die ik eind jaren zeventig verliet, van daag de dag grote aantallen mensen trekt uit Niger, Mali, en Burkina Faso. Zij komen er allemaal hun ge luk beproeven. Ook tienduizenden Libiërs en Sy- riërs, gevlucht voor het geweld in eigen land, heb ben Marokko als veilige thuishaven gekozen. De ar men onder hen zijn overgelaten aan de gulheid van Marokkanen. Andere Marokkanen geven zich juist uit voor Syriërs, om zo van weer andere Marokka nen geld te krijgen. Onlangs hoorde ik een Marok kaanse vrouw klagen over de buitenlandse bede laars: onze Marokkanen geven die Afrikanen en Sy riërs het dubbele van wat zij aan ons geven. Wilde zij daarmee 'eigen volk eerst* zeggen? Marokko wordt meer dan het al was een grote smeltkroes van culturen en geloven. De Marokkaan se regering heeft dat eindelijk ingezien. Ze kwam vorig jaar voor het eerst met een soort minderhe denbeleid. Tienduizenden illegalen worden gelegali seerd. De vraag is of legalisatie voldoende is. Zal de Marokkaanse staat in staat zijn te leren van de fou ten die Europese regeringen hebben gemaakt jegens migranten? Als ex-migrant zal ik dat blijven hopen voor mijn Afrikaanse medelanders. Want 'eigen volk eerst' is het laatste zijn wat ik in Marokko zou willen horen. TlA'C TO CO ZATERDAG 22 FEBRUARI 2014 Bernie McNally reageren? spectrum@depersdienst.nl Muurschilderingen op de gevels van woningen in Upper Falls Road in Belfast symboliseren de Noord-Ierse wonden die nog altijd niet compleet zijn geheeld. Sinds de vredesbesprekingen zijn begonnen, zijn er steeds meer muurtekeningen te zien waarin tot vrede wordt opgeroepen, foto's Hollandse Hoogte

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 93