Zestien jaar na het einde van The Troubles,
de dertig jaar durende burgeroorlog tussen
katholieken en protestanten, is Noord-Ierland
in een maatschappelijke impasse geraakt. Het
wantrouwen onder burgers is groot en rellen
nemen toe.
ft
i
42 SPECTRUM
commissie naar Zuid-Afrikaans mo
del pleiten. De slachtoffers zeggen dat
ze niet zullen rusten tot ze de waar
heid kennen.
Bernie McNally was een 16-jarige ver
koopster in O'Neill's schoenenzaak in
Talbot Street in hartje Dublin, toen ze
op vrijdag 17 mei 1974, net voor slui
tingstijd, voor een klant een paar san
daaltjes uit het magazijn ging halen.
„Terwijl ik naar beneden rende, hoor
de ik de eerste bom in Parnell Street
afgaan. Ik had nog nooit een bom ge
hoord, dus wist niet wat de knal was.
Toen ik terugkwam met de sandalen
stond buurvrouw May McKenna in
het deurgat. Zij was Noord-Ierse en
vroeg me of ik de bom had gehoord.
Op dat moment zag ik een flits aan de
hemel en werd ik tegen de grond ge
slingerd. May McKenna was dood,
mijn baas zwaar gewond. Ik kroop
naar de arme dame toe die de sandaal
tjes wilde kopen. Ik hoorde haar hui
len. Ik vroeg haar luider te kermen,
want ik kon niets zien."
Bernie McNally verloor haar rechter
oog, de klant werd een van de 34 on
schuldige burgers, die die avond in
Dublin en het grensstadje Monaghan
het leven lieten. Dat maakt van de Du
blin and Monaghan bombings de aan
slag met het hoogste dodental in de
annalen van de burgeroorlog.
Daarna volgde stilte. Het politieonder
zoek naar de aanslagen werd nog dat
zelfde jaar gestaakt. Toen MacNally na
zes weken uit het ziekenhuis werd
ontslagen, vreesde ze voor de reactie
van de buitenwereld. „Ik zal nooit ver
geten wat mijn vader antwoordde:
'Maak je geen zorgen, love. Rond kerst
is het allemaal geschiedenis'. Dat is
het laatste wat er ooit over gezegd
werd. Ik had vier broers en mijn vader
was als de dood dat hij hen zou aan
zetten zich in de rangen van de IRA
te vervoegen. Ik was nog een kind. De
shock was te groot om alles te begrij-
Als ik deel
uitmaakte
van de
4§ioord op
een tiener,
stond het
in mijn
geheugen
gegrift waar
Jhij precies
begraven ligt
oord-Ierland be
leefde in 2013 het
meest gewelddadi
ge jaar sinds het
vredesakkoord
van 1998. De rela
ties tussen de re
geringspartners van de protestantse
DUP en het katholieke Sinn Féin, de
voormalige politieke vleugel van het
Iers Republikeins Leger (IRA), wor
den met de dag ijziger, besluitvor
ming wordt voortdurend geblok
keerd.
Noord-Ierland wordt gegijzeld door
zijn bloederige verleden. Slachtoffers
van het conflict roepen steeds luider
om antwoorden of gerechtigheid. De
afgelopen twee jaar is er geen houden
aan de onthullingen over de rol van
de huidige Sinn Féin-politici aan het
roer van het IRA, en over collusie - ge
heime criminele samenwerking - tus
sen de Britse overheid en de protes
tantse doodseskaders, wat 'Groot-
Brittanniës vuile oorlog in Ierland' is
gaan heten. Het is niet ondenkbaar
dat de paramilitairen die op Bloody
Sunday veertien onschuldige katholie
ken doodschoten, veertig jaar later als
nog vervolgd worden. Tot groot mis
noegen van de protestanten, die eisen
dat Sinn Féin-leider Gerry Adams en
de zijnen daarvoor berecht worden.
Zo is een sneeuwbal aan het rollen ge
gaan, die de broze vrede kan bedrei
gen. Vorig jaar sprak de Amerikaanse
topdiplomaat Richard Haass in Belfast
vier maanden lang met alle partijen
over hoe Noord-Ierland het verleden
achter zich kan laten. In de hoop dat
beide gemeenschappen bijna twee de
cennia nadat de wapens werden neer
gelegd, naar elkaar toe kunnen
groeien. Zijn voorstellen zijn met
oudjaar verworpen door de protestan
ten, die al langer voor een waarheids-
vante documenten te overhandigen,
Maar telkens als ik in de
keek, kon ik enkel aan mezelf de vraag
stellen waarom dit was gebeurd en
waarom niemand er iets aan deed."
Veertig jaar later worstelt ze nóg met
de vraag. De bomauto's in Dublin en
Monaghan waren het werk van de Ul
ster Volunteer Force, een van de pro
testantse doodseskaders. Het vermoe
den rees echter dat de Britse overheid
ervan wist. Een Ierse onderzoekscom
missie concludeerde in 2003 dat collu
sie tussen de Britse veiligheidsdien
sten en de protestantse terreurbewe
gingen 'fantasierijk noch absurd was',
en gaf aan dat hun onderzoek door
Londen werd tegengewerkt. Leger-
kapitein Fred Holroyd, die in 1970 in
Noord-Ierland inlichtingen verzamel
de, getuigde dat de overheid op de
hoogte was van de bommen en niets
deed. Een Ierse parlementscommissie
noemde de aanslagen 'een daad van
internationaal terrorisme, met mede
weten van Britse veiligheidsmachten'.
Dublin vroeg Londen meermaals rele-
dreigde zelfs met het Europees Hof
voor de Rechten van de Mens. Maar
Britse regeringen citeerden 'veilig
heidsoverwegingen' en hielden het
been stijf. „Ik ben bozer op de Ierse
overheid dan op de daders", zegt
McNally, die al jarenlang campagne
voert met Justice for the Forgotten.
„Hoe kunnen ze zich gedragen als
schoothondjes van de Britten en hun
eigen mensen in de steek laten? Waar
om is het aan de slachtoffers om, veer
tig jaar na dato, naar waarheid te zoe
ken? Het draait niet om mij. Ik doe
het voor de onschuldige mensen die
niet het geluk hebben nog te leven.
Als ik er niet meer was geweest, zou
ik gehoopt hebben dat iemand voor
mij gestreden zou hebben."
Over de Ierse grens, in het stadje Dun-
gannon, zoekt Oliver McVeigh al 39
jaar naar het lichaam van zijn broer
Columba. Columba McVeigh, een ka
tholiek, was pas 19 toen hij in 1975
door het IRA ontvoerd, gefolterd en
Te
in
ke
er
nu
vr
w;
w;
er
nii
iel
zl'-jjs
Noord-Ierse
wonden
helen slecht
door Mario Danneels
'3S
Oliver McVeigh
Op Bloody Sunday - 30 januari 1972 - schoten Britse paramilitairen in Belfast bij een
demonstratie voor burgerrechten veertien onschuldige katholieken dood.