m I _i|r Al maandenlang loopt er in de buurt van Hulst een klein reigertje rond op een grasveld dat begraasd wordt door een flinke kudde schapen. De vogel is helemaal wit en in verband met zijn voor een reiger be scheiden formaat zou je vermoeden dat het om een kleine zilverreiger gaat. Maar de details kloppen niet. De snavel is oranjegeel in plaats van zwart en rond het oog zit een lichtgroene zoom. Als je goed kijkt zie je dat de tenen van de vogel zwart zijn, in plaats van helgeel, zoals dat kenmerkend is voor de kleine zilverreiger. Het moet dus gaan om een koereiger; bij ons bepaald geen alledaagse verschijning. door Chiel jacobusse mSwm Koereigers zijn in zomerkleed heel makkelijk te herkennen door de bruin-oranjegele ve ren op hun rug, borst en kruin en de roodachtige po ten. In winterkleed zijn de vogels egaal wit, maar ook dan is herkenning niet moeilijk. Is het niet door de afwijkende kleur van snavel en po ten, dan wel door hun opvallende gedrag. Koereigers zijn vrijwel altijd in de onmid dellijke nabijheid van weidend vee te vin den. Heel vaak bij runderen, en daarop is hun naam gebaseerd. Maar nu het overgro te deel van het rundvee op stal staat zoe ken de vogels vaak het gezelschap van scha pen op. Ze blijven zo dicht bij hun gezel schap dat het haast lijkt alsof ze aan een touwtje lopen. Het volgen van een grazend zoogdier is voor koereigers de strategie om aan de kost te komen. Hun gastheren zor gen met hun loop- en graasbewegingen voor reuring op en onder de grasmat. Uit eenlopende dieren als sprinkhanen, emel- ten, regenwormen en andere bodembewo ners reageren op passerende grazers en daardoor zijn ze voor de koereigertjes mak kelijker te vangen. Een prachtige vorm van facilitatie, zoals dat in ecologenj argon heet. Het vee faciliteert de reiger om voedsel te bemachtigen. De samenwerking tussen vo gels en schapen is zeker niet beperkt tot dit ene geval. Spittend in mijn fotoarchief kwam ik een opname tegen van een gele kwikstaart die onder toeziend oog van de rechtmatige eigenaar wat schapenwol ver zamelt om daarmee het nest te stofferen. En ook dat is weer niet zomaar een inciden tele waarneming. Op het moment dat gele kwikstaarten weer in ons land arriveren -veelal zo rond 10 april- is er in onze wei landen nog vrijwel geen ander vee te vin den als schapen. Het is overduidelijk dat de arriverende en passerende kwikstaarten het gezelschap van weidende schapen op zoeken. Daarbij gaat het, net als bij de koe reiger, in eerste instantie om voedsel. De dieren die buiten lopen lokken -onder meer door hun lichaamstemperatuur- in secten aan, en die vormen de voedselbron voor kwikstaarten en andere insecteneters als zwaluwen en piepers. Maar schapen zijn voor heel wat vogels ook belangrijke le veranciers van nestmariaal. Vogels kunnen dat rechtstreeks wegplukken bij het schaap, maar veel vaker wordt het verza meld van doornstruiken, prikkeldraad of andere obstakels waar de wol van passeren de schapen achterblijft. En dan is er nog de ijzersterke band tussen schapen en spreeuwen. Spreeuwen zoeken heel graag de nabijheid van schapen op om er insecten en hun larven op te sporen. Dan gaat het niet alleen om insecten die zich rond de schapen ophouden, maar ook om parasieten die zich tussen de wol of zelfs in de huid genesteld hebben. Niet al leen de vogels profiteren daar van; het is ook voor de schapen een prima manier om lastige parasieten kwijt te raken. Soms lijkt het haast alsof de dieren dat beseffen. Spreeuwen die landen op een schapenrug of zelfs -kop, worden zonder problemen ge tolereerd. En zo vormen schapen en vogels in heel wat gevallen een geslaagde combi natie. WOENSDAC 22 JANUARI 2014 5TICHT1N6 Schaap met koereiger, foto Chiel Jacobusse Schapen en vogels Schaap met spreeuwen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 39