De pissende koe
omdat er prima gedoken kan worden, maar
zeker ook vanwege het Fietsmuseum Vieux
Vélo van de inmiddels Bekende Zeeuw: Cees
van den Berg. Veel Zeeuwen kennen hem
vanwege zijn bijzondere museum.
Zo'n twintig jaar geleden, toen hij een oude
fiets opknapte, werd Cees besmet met het
'fietsvirus'. Sinds die tijd verzamelt hij alles
over de tweewieler. Op rommelmarkten
scharrelde Cees fietsmateriaal bij elkaar voor
zijn verzameling die hij uiteindelijk expo
seerde in streekmuseum de Meestoof in
Sint-Annaland. Op een rommelmarkt in
Goes liep hij een vriend tegen het lijf: „Ik
keek tussen de fietsboeken toen ineens mijn
vriend Simon Groen uit Middelharnis naast
me stond, ook hij bleek veel fietsmateriaal te
hebben. Sindsdien werken we samen. We
sloegen onze spullen op in een loods. Toen
het kotje naast mijn huis vrij kwam heb ik
dat gekocht; na een flinke opknapbeurt heb
ben we hier ons eigen fietsmuseum van ge
maakt."
Cees woont het langst van alle inwoners in
Strijenham, sinds de jaren '60. Hij geniet
van de stilte, vooral in de winter. Dan trek
ken de inwoners zich terug om in de zomer
weer bij elkaar te komen bij het water. Vol
gens Cees is er de afgelopen jaren een boel
veranderd in Strijenham: „De historie ver- Si
dwijnt langzaam. Striene was een klein fl
plaatsje met vijftien tot twintig woningen,
nu bouwen ze er tien bij, terwijl we hier wo
nen vanwege de rust en de stilte." De nieuw
bouwhuizen zijn bedoeld als vakantiewonin
gen, maar volgens Cees worden veel wonin
gen permanent bewoond. „Doordat ze er S
zo'n beetje een heel dorp bij hebben ge-
bouwd, neemt de drukte toe. Op een gege
ven moment is Striene geen gehucht meer,
maar wordt het een echt dorp met super
markt en al." Toch was het vroeger drukker
in Strijenham, weet Cees: „Eind 19e eeuw
woonden hier 120 mensen. Daarna zijn veel
huizen afgebroken vanwege de slechte staat.
Het was een armoedzaaierswereldje: hier
woonden vooral boerenknechten met hun 1
gezinnen. Uiteindelijk was hier geen werk
meer en ging iedereen in de Rotterdamse ha
ven werken. Zo werd het rustig in Striene."
Een rust die van het gehucht een idyllisch
plekje maakt. Deze rust is voor de inwoners
heel belangrijk. Er is voldoende saamhorig- gj
heid, maar de deuren worden niet
bij elkaar platgelopen. „Iedereen ii
heeft hier een eigen plekkie mét een
hekkie, maar als er bijvoorbeeld een
storm is houd je alles in de gaten
van elkaar." Bijzonder is de gezamen
lijke hobby van de inwoners: kunst
schilderen. „Ongeveer de helft van
de inwoners doet aan kunstschilde
ren,-dat komt waarschijnlijk door de
bijzondere .omgeving. Er is maar één
echte schilder, de rest doet het als
hobby."
Cees is, ondanks de nieuwbouw,
niet van plan ooit nog weg te gaan.
„We zijn gek van de plek. Bovendien
hebben we veel beesten: we verzor-
gen dieren die geen thuis meer heb- 9
ben zoals de katten die achtergelaten
Worden op de nabijgelegen camping
of verdwaalde duiven. Ondertussen
heb ik meer duiven dan een duiven
melker, terwijl ik er eigenlijk geen
een heb." Op de vraag of Strijenham
iets bijzonders heeft antwoord Cees
nuchter: „Niks bijzonders. Het is
een gewoon, gezellig gehucht dat l£r
langzaam uitdijt."
Ergens in de uitgestrekte polder van Tholen ligt, aan het einde
van de Oosterschelde, het duikplaatsje Strijenham. Deze buurt
schap, onder de inwoners beter bekend als 'Striene', behoorde
in het verleden tot één van de belangrijkste havenplaatsjes van
het eiland Tholen. Tegenwoordig wordt het in de zomer vooral
bezocht door duikers en andere vakantiegangers, in de winter
is het er vooral heel erg stil.
Het gehucht ligt in de polder
Nieuw-Strijen", wat tevens de
voormalige naam is van het
gehucht Strijenham.
Nieuw-Strijen was een ge
meente die in 1813 werd sa
mengevoegd met de gemeen
te Poortvliet. Sinds 1971 behoort het gebied
toe aan de gemeente Tholen. Het gehucht
trekt bezoekers om twee redenen: allereerst
Illustratie uit de
'Nieuwe Cronyk van
Zeeland',
gepubliceerd eind
17e eeuw. In de 18e
eeuw heeft de
'pissende koe' links
onderaan voor heel
wat heibel gezorgd,
vanwege de
veranderde
fatsoensnormen,
foto Gerard
Smallegange
's Winters trekken de inwoners
van Strijenham zich terug
Strijenham was ooit een belangrijke havenplaats, foto Matthanja Schipper
door Matthanja Schipper
Cees van den Berg in zijn fietsmuseum, foto Willem Mieras