Land lust/Watervliet
I
2 BUITEN
De inmiddels 82-jarige Henk van Zoelen woont al sinds 1937
in Roodewijk en als het aan hem ligt, gaat hij er nooit meer
weg. Al zolang zijn huis hier staat, ligt ook zijn hart in de
voormalige arbeiderswijk van de Wilhelminapolder.
Zijn vader was jachtopziener en
werd overgeplaatst naar Zee
land. Zo kwam het dat het he
le gezin vanuit Houten naar
de Roodewijk verhuisde. De
huizen in deze buurtschap
f zijn, net als de Blauwewijk,
destijds gebouwd door de Wilhelminapol
der om altijd een vaste kern arbeiders paraat
te hebben. De Roodewijk werd gebouwd bij
hofstede Hongersdijk aan de Langeweg en
de Blauwewijk bij hofstede Waterloo. Al in
1813 stond aan de Langeweg een schuur met
de naam Hongersdijk. De naam is die van
een middeleeuws dorp, dat tussen Wol-
phaartsdijk en Goes heeft gelegen, en dat in
de zestiende eeuw is verdronken. De namen
van de wijkjes zijn ontleend aan de kleur
van de dakpannen van de huizen.
Het wonen in een kleine buurtschap is
Henk op het lijf geschreven: „Ik ben geen
stadsmens, de drukte maakt me benauwd.
Ik zou ooit een week gaan logeren bij mijn
broer in Arnhem, maar na twee dagen was
ik alweer weg." De Roodewijk is voor hem
meer dan alleen een woonplaats: „Deze wijk
heeft heel wat mensen gelukkig gemaakt.
Als kind werden we vrij opgevoed en kon
den we urenlang spelen bij de hoeve Hon
gersdijk." Toch had de Roodewijk vroeger
geen goede reputatie: „De huizen waren ge
bouwd op grote gezinnen, er woonden dus
vaak arme mensen. Daarom vond men vroe
ger dat je minder was: je telde niet mee wan
neer je in de Roodewijk woonde."
Voor Henk maakte het niets uit: hij ging, net
als zijn vader, werken voor de Wilhelmina
polder. Zo kreeg ook hij een huis in de Rood
ewijk. Op een goed moment deed de Wilhel
minapolder de huizen van de hand en dege
nen die er woonden konden voor een prikje
het huis kopen, zo ook Henk. Hij had het
goed naar zijn zin bij de maatschap, maar er
zijn ook andere tijden geweest: „Ik heb van
horen zeggen dat ze het hier in de jaren der
tig 'Klein Rusland' noemden. Destijds was
de directie niet mals voor de arbeiders,
schijnbaar moesten ze soms zelfs buigen
voor de koets waar de opzichter in zat."
Toen Henk kind was, brak de Tweede We
reldoorlog uit. Een oorlog die hij bewust en
van dichtbij meemaakte. De Roodewijk lag
strategisch, omdat goederen via de Zand-
kreek werden aangevoerd. Het was dan ook
jarenlang de basis van vele militairen: „Toen
de oorlog uitbrak op 10 mei 1940 kwam
eerst het Franse leger. De officieren werden
gestationeerd in de Roodewijk en bezetten
onze voorkamers. De bewoners van de Rood
ewijk verhuisden naar de achterkamers en
de zolders. Toen na drie weken Nederland ca
pituleerde kwamen de Duitse officieren
naar de Roodewijk." Het klinkt allemaal vrij
beangstigend, een heel dorp vol zwaarbewa
pende militairen. Maar zo heeft Henk het ze
ker niet ervaren: „Ik kan niet anders zeggen
dan dat de oorlog voor ons echt lekker span
nend was. Er was veel te zien: Engelse jagers
schoten op de schepen van de Duitsers en er
is zelfs een Engelse schutter ondergedoken
geweest in de Blauwewijk." De aanwezig
heid van de militairen was niet alleen span
nend, maar zorgde er ook voor dat er altijd
kleding en eten genoeg was. „Als wij als klei
ne kinderen een blik corned beef uit de hoe
ve meenamen, deed geen enkele
Duitser daar moeilijk over. Boven
dien hadden we allemaal een ei
gen moestuintje." Overlast van de
officieren hadden de Roodewij-
kers niet. „Het ging hier allemaal
heel gemoedelijk, er waren geen
razzia's of andere nare dingen.
Voor ons als kinderen was het ei
genlijk best een mooie tijd." In de
oorlog werkten alle bewoners van
de twee wijken samen om tarwe
van het land af te halen. „Bij de
proeftuin een stukje verderop
stond wel een tractor, maar er was
natuurlijk geen benzine. De Engel
se jagers lieten altijd hun lege re
servetanks vallen. Wij haalden die
op want er zat nog zeker 20 liter
in: genoeg benzine om met de trac
tor tarwe van het land te halen."
De noodzaak om samen te werken
is inmiddels weg, maar het gevoel
van saamhorigheid is gebleven. Ie
dereen houdt voor elkaar een oog
je in het zeil en er is regelmatig
een buurtbarbecue om het contact
te onderhouden.
i De hoeve Landlust aan
de rand van
Heinkenszand, met het
bos erachter, is het
laatste restant van het
grote landgoed
Watervliet.
foto Gerard Smallegange
IH
111111
Wonen in een
met collega's en
door Matthanja Schipper
Hofstede Hongersdijk foto Matthanja Schipper
Henk van Zoelen woont al sinds 1937 in Roodewijk. foto Matthanja Schipper