De weigerarts 2 GEZOND HUISARTS Jos van Bemmel De vraag of artsen al dan niet moeten doorbehan- delen bij patiënten waar geen of nauwelijks ge zondheidswinst te behalen valt, krijgt de laatste tijd in de pers veel aandacht. Dokters zijn opge leid om te doen, te redden, de dood uit te stellen. Ze zijn veel minder getraind in het omgaan met het naderende einde en de onafwendbaarheid van de dood. Ze hebben er moeite mee 'neen' te verkopen. Patiënten worden blij gemaakt met een laatste stro halm omdat de patiënt nu een maal verwacht dat de dokter hem geneest. Dokters hebben decennialang ver kondigd dat ze voor elke kwaal een oplossing hebben. Het onver mijdelijke bespreekbaar maken, is niet des dokters. 'Neen' verko pen, is moeilijk zolang ook 'hoop doet leven' wordt gepredikt. 'Neen' verkopen blijft lastig. Ook voor de huisarts. Bij hem gaat het vaak om het al dan niet weigeren van zinloze doorverwijzingen naar de specialist of het honore ren van niets toevoegende se cond of third opinions. Weigeren schaadt de relatie met de patiënt. Maar toegeven aan de soms wei nig overdachte wensen maakt die zelfde patiënt nogal eens echt ziek, 'Mijn dokter is een goede dokter, hij heeft me niet zieker gemaakt hangt niet voor niets als tegeltjes wijsheid in mijn spreekkamer. Een zinloze second opinion of verwijzing kan leiden tot gevaar lijk onderzoek of een overbodige operatie waardoor de patiënt zie ker wordt in plaats van beter. Van huisartsen wordt nogal wat ge vraagd. De huisarts doet zijn best om de patiënt niet bloot te stel len aan de gevaren van het zieken huis maar de laatste denkt daar heel anders over. Hij ziet de be moeienis van de huisarts als een afwijzing terwijl hij gewoon 'ho gerop' wil. De patiënt raakt geïrri teerd en verzoekt niet langer om een verwijzing, maar boos gewor den, eist hij die nu. Met tegenzin schrijft de huisarts, op zijn beurt geïrriteerd, de verwijsbrief. De patiënt krijgt zijn zin. Of de huisarts volhardt in zijn weigering. De patiënt verlaat dan boos de spreekkamer. In beide ge vallen is er een verstoorde ver trouwensrelatie. Hoe deze escalatie te voorkomen? Goede communicatie is het sleu telwoord. Een boze of geïrriteer de patiënt kan niet goed luiste ren. Hij wil gewoon een verwij zing en staat niet open voor de praatjes van de dokter. Daarom kan de dokter beter gewoon de verwijzing uitschrijven als de pa tiënt er dringend om verzoekt. De patiënt heeft gekregen wat hij wil: de verwijsbrief. Daarna zal hij meer voor rede vatbaar zijn en kan de huisarts de reden van zijn verzoek onderzoeken en vra gen waar hij zich zorgen over maakt. Veeleisende patiënten zullen de hulp van de huisarts na goede uit leg dan toch aanvaarden. De ver wijsbrief kan dan de prullen mand in. Mooi vak hoor, dat huis artsenvak. Hulp aanvaarden bij de opvoe ding of bij andere problemen in het gezin getuigt van goed op voederschap, zegt vertrouwens arts Joke Meulmeester. Zij onder zoekt meldingen van huiselijk geweld of kindermishandeling. a er maar aan staan: probe ren na te gaan of meldin gen van kindermishande ling gegrond zijn. Joke Meulmeester, vertrouwens arts bij het Advies en Meld punt Kindermishandeling (AMK) in Den Haag heeft er haar werk van gemaakt. Zij komt in actie na rapportage van verdacht lichamelijk letsel bij een kind, politieoptreden bij herhaaldelijke schreeuwpartijen tussen ouders, of na op name van een dronken vader op de spoed eisende hulp van het ziekenhuis. In deze turbulente omstandigheden gaat de vertrouwensarts niet op zoek naar de waarheid. „Ieder heeft zijn eigen waarheid. Wij hebben belevenissen van meerdere ge zinsleden nodig om een beoordeling te kunnen maken van wat er speelt. Eigenlijk is er altijd maar één partij die echt van be lang is: de kinderen." Meulmeester is erop uit hun veiligheid te waarborgen en ervoor te zorgen dat kinde ren niet in hun ontwikkeling worden be dreigd. „Wij gaan daarom in gesprek met ouders en kinderen over de zorgen die ons gemeld zijn." Soms gaat de vertrouwens arts ook op huisbezoek. „Het gaat er heus niet om of je huis brandschoon is, of dat je je peuter geen Fristi te drinken mag geven. Het gaat om de relatie die ouders met hun kinderen hebben." Of die in staat zijn het belang van hun kind voorop te stellen, is hierbij cruciaal. „Wanneer zij alleen maar mopperen over hun kind, is mijn standaardvraag of ze ook iets leuks over hun dochter of zoon kun nen vertellen. Negen van de tien ouders vertellen dan 'Ja hoor, hij heeft mij laatst geholpen' of'Mijn kind kan heel goed teke nen'. De confrontatie met het feit dat zij al leen nog maar klagen over hun kind, maakt dat zij bereid zijn hulp te aanvaar den." In de ruim tien jaar dat zij als vertrouwens arts werkt, kreeg Meulmeester nog maar twee keer een moeder tegenover zich die niets leuks over haar kind wist te vertellen. „Dan kun je wel aanvoelen in wat voor ar moede zo'n kind opgroeit. Zelfs over de meest lastige puber weet een moeder altijd wel wat positiefs te zeggen, al is het maar dat haar dochter zichzelf zo mooi kan op maken." Eigenlijk is er altijd maar één partij die echt van belang is: de kinderen Ook tand artsen horen tot de melders van huiselijk ge weid en kindermis handeling. Sinds juli 2013 is er een verplichte meidcode voor hen en voor ande re beroepsgroepen als bijvoorbeeld huisart sen en leerkrachten. Een meidcode be schrijft in vijf stappen wat professionals moeten doen bij vermoedens van geweld. Kindertandarts Margot de Groot-Nievaart was betrokken bij de totstandkoming van de meidcode voor haar vakgebied. „Dat stappenplan biedt allereerst de moge lijkheid een gesprek aan te gaan bij signa len van verwaarlozing van een gebit of bij sporen van fysiek geweld. Bij een kind dat binnen een maand drie keer langskomt met stukjes van de tanden, vraag ik de ouders; 'heeft uw kind epilepsie' of 'is het een brokkenpiloot?'. Uiteindelijk is hun ver klaring bepalend; klopt wat verteld wordt met wat ik zie?", vertelt ze. Uit een proef blijkt volgens het ministerie van VWS dat de meidcode voor professio nals tot drie keer zo veel meldingen van huiselijk geweld of kindermishandeling leidt. De Groot-Nievaart: „Niemand kan meer doen of er niets aan de hand is. Ik hoop dat deze precaire problemen makkelij ker bespreekbaar worden." Volgens haar hoeft niemand huiverig te zijn voor de extra aandacht. „Het is zeker niet de opzet een kind uit huis te plaatsen. Het gaat om het bieden van hulp in die gezinnen waar dat nodig is. In de hoop verdere escalatie te voorkomen." In Den Haag werd de politie gebeld door de buren van een echtpaar met twee kinde ren dat op luidruchtige wijze lievige ruzie maakte. De agenten schakelden het AMK in en Meulmeester sprak met het echtpaar. „Het ging inderdaad een tijdje moeilijk tus sen hen, maar nu was hun relatie weer goed, zeiden zij. Toen ik vroeg 'wat geeft jullie zo veel stress?' vertelden ze over hun 14-jarige dochter. Die was verstandelijk ge handicapt en leed aan suikerziekte. Het Ah, Een bom in een gezin door Dora Rovers illustratie Mark Reijntjens Joke Meulmeester

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2014 | | pagina 34