19
M:''
Een paar jaar geleden was het on
dernemen van een reisje naar Ver
weggistan nog best een gedoe.
Wie kende er nou een redelijk ho
tel in Ouagadougou, of een goed
restaurant te Kigali? Zoiets was
tien jaar terug nog moeilijk in te
schatten vanuit de vaderlandse
huiskamer. De reis bleef een on
zeker avontuur.
Dat is niet meer zo. Via Booking
reserveer ik met het grootste ge
mak vanuit het kleinste gehucht
ter wereld een kamer in een nog
veel kleiner gehucht. Dat kan te
genvallen, beschrijvingen kun
nen te optimistisch zijn weerge
geven, maar in bed lig je er wel.
En als je daar dan eenmaal bent
aangekomen, kun je met Tripadvi-
sor gewoon een beetje rondkij
ken naar een goed, gezellig restau
rant in de buurt. Ook dat eindigt
wel eens in een teleurstelling,
maar het is beter dan niets.
Vliegverkeer, vroeger ook zo inge
wikkeld. Het grondpersoneel op
de luchthaven kon je reis maken
en breken. Een reiziger had maar
weinig te vertellen. Het vliegtuig
is vol, u kunt alleen nog op een
slechte plaats. Maar nu niet meer.
Via de KLM-app ben ik inge
checkt, heb ik mijn stoel gereser
veerd en de boardingpass is digi
taal opgeslagen. Ik hoef nog net
niet zelf te vliegen, maar wat
scheelt het? Natuurlijk kun je op
reis nog altijd besodemieterd
worden, maar het wordt moeilij
ker. Iedereen weet dat alles con
troleerbaar is via het wereldwij
de web. Wie met zijn
business wil overleven, houdt
daar zeker rekening mee.
Maar wordt de vakantie daarmee
eigenlijk ook niet een soort app?
Een virtuele belevenis? Georga
niseerd via websites in bits en
bytes. Foto's, filmpjes en beoorde
lingen passeren vooraf de revue.
Alles wordt via het internet in
kannen en kruiken gegoten. Dan
moet je het alleen nog even in
Een paar jaar
geleden was het
ondernemen van
een reisje naar
Verweggistan nog
best een gedoe
het écht doen. Met alle reserverin
gen opgeslagen in de telefoon
zijn de paden gebaand, geasfal
teerd en voorzien van keurige be
wegwijzering. Weg avontuur. Al
leen het weer kan nog roet in het
eten gooien.
Daarom valt het me op dat de Va
kantiebeurs ieder jaar toch druk
bezocht wordt. Van een digitale
snelweg is in de Utrechtse Jaar
beurs immers niet echt sprake.
Het blijft een lineaire belevenis
van land na land, van continent
na continent. Midden in de win
ter mag je eventjes wegdromen
naar de zon, zee en zaligheid die
de vakantie elk jaar weer belooft.
Tijdens het dieptepunt in ons
sombere klimaat zijn de plaatjes
op het internet blijkbaar niet
meer voldoende. Je wilt de
droomvakantie kunnen aanra-
ken. Met z'n allen. Heel sociaal.
Terug naar dat restaurant in Bo
gota. Vier mannen, vier beeld
schermpjes, nul contact. Maar,
eerlijk gezegd, hoe ben ik hier ei
genlijk terechtgekomen? Via mijn
telefoon. Restaurant Le Brasserie
werd aanbevolen door tientallen
klanten, probeert u vooral de es-
cargots. Fascinerend.
De telefoon waarop ik dit stukje
tik, geeft me toegang tot de hele
wereld. Alles kan ik ermee doen,
zoeken, kopen, regelen. Ik hoef er
weer noch wind mee te trotseren
en hij is 24 uur per dag geopend.
Nog geen 200 gram zwaar, 20 vier
kante centimeter groot. Het is on
gelooflijk als je er goed over na
denkt. Een complete vakantie
beurs, gewoon op zakformaat.
sm
Het best bewaarde geheim van
moeder natuur. Zo wordt het
piepkleine Belize omschreven.
Het enige Engelssprekende
land van Midden-Amerika kent
geen massatoerisme en heeft
behalve een uitbundige natuur
een zeer diverse bevolking.
zijn zwarte broek op. En uit de mouwen
van zijn blauwe overhemd steken grote, ru
we kolenschoppen met rouwrandnagels.
Vriendelijk knikt hij naar de andere passa
giers. Benjamin is mennoniet. Met een ont
wapenende, gelukzalige blik in zijn blauwe
ogen legt hij in het Plautdietsch (een soort
Nederduits dialect) uit: „We zijn doopsge
zind en stammen af van de Fries Menno
Simons. In Belize wordt wel gezegd dat wij
het land voeden, omdat wij zoveel kippen,
groente en kaas produceren."
Na een uur in de bus stapt Benjamin mid
den in de jungle uit bij een plek waar een
paard-en-wagen staat. Daarmee rijdt hij
een zandpad op richting het gehucht
Springfield. Na een tijdje doemen akkers
op. Het heuvelachtige landschap is met
Hollandse nauwkeurigheid ingedeeld. In
donkere kleding gehulde, blanke boerin
nen met zwarte hoofdkappen op zaaien
het land in, mannen ploegen de grond om
met hulp van kolossale stieren. Van moder
ne techniek of elektriciteit willen deze
mennonieten niets weten. Het voelt aan
als een reis terug in de tijd.
Een halfuurtje later arriveert de bus in de
saaiste en kleinste hoofdstad ter wereld,
Belmopan. De stad is het knooppunt om
naar de rest van het land te reizen. Een po
pulaire busverbinding leidt tot het uiterst
westelijk gelegen stadje San Ignacio, dicht
tegen de grens met Guatemala. In de direc
te omgeving ervan liggen de grote Maya
ruïnes van Cahal Pech en Caracol en net
over de grens die van Tikal. Ook de Actun
Ttinichil Muknal-grot is een belangrijke
toeristische trekpleister van San Ignacio. In
deze bijzondere offergrotten mogen geen
foto's meer gemaakt worden, nadat twee
jaar geleden een toerist er met zijn camera
een eeuwenoude schedel verbrijzelde.
Voor de meeste reizigers staat Belize echter
gelijk aan strand en zee. Een stop in Belize
City, de grootste stad van het land, is onver
mijdelijk vanwege de goede bootverbindin
gen naar de bountyeilandjes voor de kust.
De voormalige hoofdstad loopt niet be
paald over van charme. Hoe anders ziet de
kust er na een uurtje varen uit. Aan de ach
terzijde van de watertaxi laat een donkere
man zijn dreads zwieren. Hij pakt zijn sa
mengeklitte haarlokken met een hand bij
elkaar terwijl hij ze met zijn andere hand
samenbindt. Bij elke steiger waar aange
meerd wordt, schudt hij handen en maakt
een praatje. De rasta blijkt niemand min
der dan Mr. Belize himself. Professioneel
basketballer, acteur, zanger, politicus, disk
jockey: de goedlachse Clinton Pulu Light-
burn is hier een levende legende. „Dit is
het paradijs", roept hij boven het geronk
van de buitenboordmotor uit. Hij wijst
naar de horizon. „Daar ligt het op een na
grootste koraalrif ter wereld. Je kunt er dui
ken met haaien en afzakken in het beroem
de atol, The Great Blue Hole, een bijna gaaf
rond gat van wel 120 meter diep."
De boot vaart langs Caye Caulker, een po
pulair eiland onder duikers. Iets verderop
ligt het grootste en meest toeristische ei
land dat luistert naar de naam Ambergris
Caye. Elke steiger vertegenwoordigt een
duikschool. Grote pelikanen bedelen bij de
vissers op het strand, terwijl immense fre
gatvogels boven hun hoofden rondcirkelen.
Aan de noordoostkant van het eiland zijn
louter resorts. Groot of klein, doorsnee,
maar ook zeer exclusieve onderkomens.
Portofino Resort valt in die laatste catego
rie. Een plek zoals je die kent uit jaloers-
makende reisfolders. Die ultieme vakantie
plaatjes met een infinitypool, palmbomen
en een bountystrandje. Op de pier van Por
tofino staat een boomlange man te wach
ten. Het blijkt Nederlander Jan van Noord.
Zo'n tien jaar geleden streek hij hier samen
met zijn Vlaamse vrouw Sandra neer. Ze
runnen een van de mooiste resorts van het
land. Clinton stapt uit en de mannen val
len elkaar in de armen. Van Noord wijst
naar Clinton: „De bevolking is zo vriende
lijk en relaxed en de natuur ongeëvenaard.
You better Belize it!"
ZATERDAG 11 JANUARI 2014
BELIZEFRANKRIJKTUR
N N I
O R W E C E N
better
Belize
it!
I Foto's van links naar rechts: Een rastafari
toont zijn dreads, bundels vervilt haar.
Een fregatvogel scheert over het water.
The Great Blue Hole is een populaire duik-
plek.
De mennoniet Benjamin wacht tot hij in de
bus kan stappen.
Snorkelen met pijlstaartroggen en haaien bij
Shark Ray Alley, foto's Tom van der Leij
reageren?
reizen@depersdienst.nl