2013 was het jaar dat
definitief een einde
maakte aan de illusie dat
ons privéleven echt privé
is. Die gedachte brengt
ons in grote verwarring:
waar we de 'functionele'
inbreuk op privacy bij
anderen soms toejuichen,
zijn we onaangenaam
verrast door spionage in
ons eigen bestaan.
8 VERDIEPING
PRIVACY
atuurlijk heeft u niets te
verbergen. U bent goed
volk. En omdat u niets
te verbergen heeft,
hoeft u niets te vrezen.
Toch?
Toen u nog zo dacht,
aan het begin van dit jaar, had u echter
nog niet van Co-Traveler en Boundless In
formant gehoord. Analyseprogramma's
van de inmiddels roemruchte Amerikaan
se geheime dienst NSA, die net zo grieze
lig en onbegrijpelijk klinken als ze zijn. Of
net zo functioneel, zo u wilt. Wat 2013 dui
delijk heeft gemaakt, is dat weinig in ons
leven nog geheim is. Dit jaar werd de fina
le klap aan het laatste restje naïviteit over
privacy uitgedeeld. Berust er maar in: De
Systemen weten alles van u. De mens is
verworden tot een enorme verzameling op
geslagen datasets.
En voor een flink deel werken we dat zelf
in de hand. Gemak dient die mens, dus
verplaatsen we in toenemende mate ons
geheugen - inclusief privacygevoelige in
formatie - richting externe, niet door het
brein aangestuurde, geheugenschijven. Op
snelle apparaten waarover we nog enigs
zins fysieke controle denken te hebben,
maar ook in clouds: 'virtuele kluizen' op af
stand met ongelimiteerde opslagcapaciteit,
maar zonder duidelijke sleuteleigenaar. Ge
dachteloos stallen we er onze sociale net
werken: tientallen foto's van contacten en
daaraan synchroon lopende e-mailadres-
sen en telefoonnummers die we - 'lang le
ve het externe geheugen' - helemaal niet
meer hoeven te onthouden. Ook honder
den snapshots van onszelf en onze dierba
ren in onze meest intieme omgeving. Wis
ten we met z'n allen niet allang dat we
daarmee een karrenspoor aan persoonlijke
herinneringen achterlieten? Ja, zegt u na
tuurlijk. Misschien was u zich ervan be
wust dat de politie of geheime dienst wel
eens in uw privédomein rondstruinden
- op zoek naar een terrorist, of per ongeluk
de verkeerde afslag genomen -, maar uit
eindelijk was in control. De sleutel tot al
le gegevens die samen 'u' maakten, had al
leen u in handen. Toch?
Het blijkt een illusie, een naïeve gedachte
die Edward Snowden halverwege dit jaar
definitief doorprikte. Door hem zijn we er
achter gekomen dat geheime diensten op
onvoorstelbaar grote schaal onze data tap-
pen: niet alleen de door onszelf nog enigs
zins zorgvuldig geselecteerde openbare
tweets en facebookposts, maar ook onze
chats, onze zoekopdrachten en onze tele
foongesprekken. Dat doen de NSA, de Brit
se geheime dienst GCHQ^en ook een beet
je onze eigen AIVD; met medewerking
van heel veel grote bedrijven, inclusief tele-
foonproviders, aan wie we vanwege hun
technische hoogstandjes steeds meer gege
vens zijn gaan toevertrouwen.
Het klinkt erger en angstaanjagender dan
het is, zeggen veel beleidsmakers. Uiteinde
lijk gaat het alleen om de 'metadata'. Er
wordt niet meegeluisterd met wat u zegt
of meegekeken met wat u mailt. Er wordt
louter geregistreerd wanneer u belt, met
wie en hoe lang. Of met wie u mailt, hoe
vaak en wat de onderwerpregel is.
Maar 'metadata' zijn juist de crux, zeggen
steeds meer critici. Het zijn namelijk ge-
dragsgegevens. Combineer setjes data en
degene achter de knoppen weet meer van
Combineer setjes data en
degene achter de knoppen
weet meer van u dan na
urenlang afluisteren
u dan na urenlang afluisteren. Hij herkent
uw patronen, ontmoet uw vrienden en va
ge kennissen en doorziet geheimen waar
van u zelf niet wist dat u ze had; of die u al
lang vergeten was. En wie patronen ziet,
kan aannames doen en dingen interprete
ren, zonder daarbij de context te kennen.
Vooral de soms naar exhibitionisme nei
gende jonge generatie, met als levensmot
to 'ik deel, dus ik besta', slingert moeite
loos informatie over zichzelf op het web.
Maar kan dat een vrijbrief zijn voor de pri-
vacyinbreuk van staatswege die in 2013 is
blootgelegd? Tweets en facebookfoto's zijn
snippers, hooguit enkele stukjes uit een
puzzel, zonder dat iemand weet hoe groot
die puzzel is. Metadata vormen de doos
van die puzzel. Kwestie van de stukjes op
zijn plaats leggen en het patroon van uw
leven ontvouwt zich. Wie denkt dat dat
wel meevalt, moet zijn verschillende
e-mailadressen maar eens door het op in
ternet beschikbare Immerse-programma
van het Massachusetts Institute of Techno
logy gooien. Die laat zien welke patronen
uit al uw duizenden mails zijn te halen.
Dat hebben wij ook gedaan. En we zagen
connecties en patronen die we niet ken
den of allang vergeten waren. Ander voor
beeld: een medewerker van de privacyorga-
nisatie Bits of Freedom sloeg met een app
een week lang alle metadata van zijn tele
foon, tablet en laptop op. Hij gaf het aan
een groep techneuten, die in korte tijd
wachtwoorden van hem achterhaalde. Dat
lukte niet omdat die wachtwoorden in de
metadata stonden, maar omdat ze zijn ge
gevens vergeleken met een uitgelekt be
stand waarin 150 miljoen wachtwoord-,
hints staan. Toen ze zijn wachtwoord had
den achterhaald, konden ze in zijn Goog
le-, Twitter- en Amazon-profiel. En dat is
dan nog maar kinderspel vergeleken met
NSA-paradepaardjes als het spionagepro-
gramma Boundless Informant.
Het blijft niet bij de opslag van
foto's en contactgegevens.
Kijk maar naar de ontwikke
lingen rond de ov-chipkaart.
Ook die data worden be
waard. Op een server, in een cloud, of waar
dan ook. Dat moet ook, want die gegevens
heeft u nodig om uw treinreizen bij de
baas te declareren. Ook hier dient gemak
de mens, want vroeger moest dat met van
die gele treinkaartjes uit een automaat,
waarvan je na een maand zeker de helft
kwijt was. Nu vinkt u wat vakjes aan en
klaar: alle reizen van de afgelopen maan
den staan in een document. Zelfs de rei
zen waarvan u al was vergeten dat u ze ge-
door Niki van der Naald en Cyril Rosman
illustratie Mark Reijntjens