21
vend stuk, tot en met een recensie uit de Kazachstan Daily,
tot vermoeiens toe rond te twitteren. Volle kracht vooruit
zou je zeggen, want inmiddels zijn al een ongelofelijke
twee miljoen mensen zich komen vergapen. Maar jaren
van controverses en gezanik hebben gevoelige zenuwen
blootgelegd. Dat blijkt wel als het gesprek komt op de Brit
se kunsthistoricus Julian Spalding, die in NRC Handelsblad
het Rijks onder meer 'een gemiste kans' noemde. Pijbes
veert op. Is gelijk hartstikke fel. „Zo'n stuk, dat komt vol
gens mij voort uit die hele nare journalistieke reflex die
zegt dat er (imiteert het gezicht van een zure journalist)
'toch ook een tegengeluid moet zijn'. We haalden de com
plete wereldpers, we hebben zes keer in de New York Times
gestaan. Er is geen museumopening zo breed bejubeld ge
weest en dan geeft de NRC twee pagina's aan meneer, hoe
noemen ze hem in Engeland ook alweer, meneer Always
Against Everything. Die Spalding heeft in 2003 een keer
mogen meepraten over het Rijksmuseum en is er toen, te
recht, gelijk uitgeschopt. De fluim."
Het is zo ongeveer het enige moment in het gesprek dat
Pijbes laat merken dat iets hem zo raakt, dat het bijna per
soonlijk wordt. Veel verder gaat hij niet. Hij wenst dit ge
sprek namelijk nadrukkelijk te voeren als de directeur van
het Rijksmuseum die terugkijkt op de heropening van het
Rijks. Wat de lezer misschien zou willen weten over zijn
persoonlijke leven, zijn vrouw, zijn opgroeiende zoons, of
hij wellicht een andere baan ambieert nu het Rijks zo'n
succes is: pech gehad, volgende vraag graag. „Mijn private
domein wordt sowieso steeds beperkter", legt hij uit. „Ik
heb dat soort interviews wel gedaan. En iedere keer als ik
dan iets over mijn gezin had verteld en ik las het terug
dacht ik 'Gatver, wat een ijdelheid'. Het doet er ook niet zo
toe."
En ja, tegen de man die sinds 13 april het Grootste Gelijk
Ter Wereld heeft, valt natuurlijk niets in te brengen. Laat
Wim Pijbes dus enorm nagenieten van dit hoogtepunt,
weet je wat: het is hem gegund ook. Hij is zich op elk mo
ment bewust van het verschil tussen zijn persoon en de
functie die hij heeft. „Er is een hele coterie van mensen
die graag bij mij in de buurt willen zijn vanwege datgene
wat ik doe", merkt hij droogjes op. Goed kunnen schake
len, is dan ook het devies, op allerlei momenten. „Nu eens
praat ik met de deelraad, het andere moment met mijn col
lega van het Louvre." Of hij zich dan geïntimideerd voelt?
„Welnee. Het Rijksmuseum is een wereldspeler." Met pret-
ogen: „Bovendien heb ik meer Vermeers "dan hij." En dat is
dus geen ijdelheid, dat is gepaste trots. „Dat is een woord
waar ik niks op tegen heb. Als je met zo veel mensen iets
tot stand hebt gebracht dat door zo veel mensen wordt ge
waardeerd, mag je trots zijn. En dat ondanks
on-waar-schijn-lijk gedoe. Die tien jaar dat het museum
dicht is geweest, is niet uit te leggen."
Maar goed. Als je directeur bent van het museum dat nu
het 's werelds beste en nieuwste is („Zo lang het duurt, na
tuurlijk"), met de meest actuele kennis van een vlekkeloze
opening, wil je het liefst ruimte houden voor het positie
ve. „We delen onze kennis, graag natuurlijk. Vertegen
woordigers van het Mauritshuis zijn hier wezen kijken,
het Fries Museum, laatst is er nog een club uit Vancouver
langs geweest. We hebben de erkenning dat we goede din
gen hebben gedaan, dat we goede mensen hebben inge
huurd. We winnen alle prijzen die er te winnen zijn."
Hetgeen ook weer duidelijk maakt dat er van terugkij
ken eigenlijk geen sprake is; het feestje van het Rijksmu
seum is nog volop gaande. Pijbes: „We hebben de eerste
zomervakantie gehad, de eerste herfstvakantie, nu de eer
ste kerstvakantie. De schokgolven van die opening ebben
nog na."
Hij probeert het uit te leggen, het gevoel dat die dag op
leverde. En dan blijkt de term 'genieten' eigenlijk meer
het topje van de ijsberg. „Een piekervaring", noemt Pijbes
het zelf. „Het enige dat we niet konden regelen, was het
weer en ook dat was geweldig die dag. Er ontstond iets dat
boven alles uitging." Hij buigt zich over tafel, trekt het aan-
tekenblok van de verslaggeefster naar zich toe en tekent
een rij poppetjes. Dwars over hun buiken trekt hij een
ovaal zodat ze met elkaar verbonden zijn. Daar zit het, dat
gevoel, 'het collectieve onderbewustzijn' zoals Pijbes het
noemt, de plek waar Nederlanders momenten bewaren
van een intense gezamenlijke beleving. Als voorbeelden
noemt hij geslaagde optredens van het Nederlands elftal,
de uitvaart van prins Claus. „Het briljante optreden van
Anouk bij het Eurovisie Songfestival, dat zit daar. En wij
ook. In elk geval die dag."
Een jaar geleden, zegt hij, hoopte hij vooral dat het goed
zou komen. „En nu weet ik zeker dat het allemaal gelukt
is. Wat zeg ik: meer dan gelukt."
DINSDAG 24 DECEMBER 2013
WIM PIJBES GEBOREN 1961 IN VEENDAM STUDEERDE KUNSTGESCHIEDENIS, FILMSTUDIES EN FILOSOFIE AAN RU GRONINGEN 1994 OPRICHTER ART SUPPORT 1996 IN DIENST VAN DE KUNSTHAL ROTTERDAM, VANAF 2000 DIRECTEUR
2008 DIRECTEUR RIJKSMUSEUM VOORZITTER VAN RAAD VAN TOEZICHT DROOG DESIGN, LID RAAD VAN ADVIES WORLD PRESS PHOTO AUTEUR VAN TWEE BOEKEN VOOR KINDEREM OVER KIJKEN NAAR KUNST GEHUWD, TWEE ZOONS