Arts als mens Hij is een dokter nieuwe stijl. Een specialist die liever jij is dan u, benaderbaar en meevoelend. Dagelijks twit- tert hij over zijn werk en le ven, vaak met een knipoog. 18 Bang om zich kwetsbaar op te stellen is Ber- tho Nieboer (36) niet. Heel Nederland kon in het televisieprogramma De Dokters mee kijken hoe de door hoogtevrees geplaagde gynaecoloog met een angstige blik en knik kende knieën vanaf een hoog kantoorgebouw de peilloze diepte inkeek. En hij wil niet met u worden aangesproken! Je werd die uitzending zelfs een klimmuur opgestuurd. Waar om laat je iedereen meekijken tijdens zo'n moeilijk moment „Om te laten zien dat een arts ook maar een mens is. Ik ben er eentje die toevallig hoogtevrees heeft. Je openstel len vind ik heel belangrijk. Als bij een operatie een nare complicatie is opgetreden, vertel ik de patiënt ook gerust wat dat met mij persoonlijk doet. 'Dit is voor mij de groot ste baaidag van het jaar', zeg ik dan. 'Al valt het natuurlijk in het niet met hoe u zich nu voelt.' Laten weten dat zoiets mij ook aangrijpt, wordt altijd wel gewaardeerd. „Ik wil toegankelijk zijn. Zo geef ik patiënten heel mak kelijk mijn e-mailadres, met de toezegging dat ik binnen een dag reageer op hun bericht. Meer gecompliceerde pa tiënten, die wat extra zorg kunnen gebruiken, krijgen mijn 06-nummer. Ik ga daarin soms net iets verder dan an deren. De angst platgebeld te worden, is onterecht. Patiën ten ervaren een hoge drempel bij het bellen. Ze snappen prima dat ze 's nachts bij spoed beter contact met de huis artsenpost of het ziekenhuis op kunnen nemen dan mij een sms'je sturen. Maar als er onduidelijkheden zijn over hoe een operatie is gegaan, ben ik blij wanneer ze mij per soonlijk even bellen. Zo voorkom je vervelende misver standen. Het komt gelukkig steeds minder vaak voor, maar er zijn nog wel artsen die nooit gestoord willen wor den door een patiënt. Die hun secretaresse de patiënt laten terugbellen met een antwoord op hun vraag. Dat begrijp ik niet." Op Twitter beantwoord je ook veel vragen. En je verstuurt per dag zo'n tien tweets. Van grapjes over het vak tot aan persoon lijke ontboezemingen, zoals 'Vaders die in huilen uitbarsten di rect na de bevalling: het lukt me nog steeds niet het dan droog te houden'. „Twitter is voor mij een uitlaatklep. Maar het klopt, hoor, als vaders huilen, dan schiet ik zelf ook vol." Kijken die vaders niet raar op wanneer de dokter begint mee te huilen? „De meesten zien het niet. Ik loop dan snel even de ka mer uit of ga met een smoes de placenta bestuderen. Maar ik schaam me er niet voor dat zoiets me raakt. Compassie en empathie vind ik essentiële eigenschappen voor een goede arts. Het ergste wat een patiënt mij zou kunnen zeg gen, is dat het tijdens de behandeling leek alsof het mij al lemaal niet zoveel kon interesseren. Ik heb mezelf plechtig beloofd dat als ik dat één of twee keer hoor, ik met dit vak stop. Dan wordt het tijd iets anders te gaan doen. Mijn eer- door Floor Ligtvoet ste opleider, gynaecoloog Huisman, kon op de dag voor zijn pensioen nog met net zoveel plezier een relatief sim pel consult bij een zwangere doen als in het begin van zijn carrière. Zo mooi." Waarom koos je voor gynaecologie? Daar droomt iemand als klein jongetje toch niet al van? „Nee, ik wilde eigenlijk kinderarts worden, maar het lot van zieke kinderen greep me te veel aan. Als arts wil ik het verschil maken. Dus goed onderzoek doen, een behande ling uitstippelen en mijn schouders eronder zetten. Men sen echt verder helpen met hun leven. Voor mijn gevoel kon ik dat niet bij ongeneeslijk zieke kinderen. Ik werd er verdrietig van. Laatst is een longarts gestopt met haar werk omdat ze niet meer om kon gaan met al die slecht- nieuwsgesprekken. Dat gevaar had bij mij ook op de loer gelegen als ik kinderoncoloog was geworden. „Binnen de gynaecologie heb ik me gespecialiseerd in goedaardige aandoeningen. In mijn aandachtsgebied ko men sterfgevallen niet of nauwelijks voor. De vrouwen die ik behandel, vind ik vaak heel dapper. Ze hebben bijvoor beeld last van menstruatiestoornissen. Decennialang wer den ze geacht daar maar mee door te lopen. Dan ben ik blij dat ik kan helpen. Misschien speelt bij mijn keuze voor gynaecologie ook nog wel mee dat ik niet zo goed te gen zieke mannen kan. Dat komt te dichtbij, denk ik. Als ik op onze afdeling soms mannen met rode katheterzak- ken zie rondlopen, ben ik blij dat ik geen uroloog ben ge worden." Waarom vind je het zo belangrijk het verschil te maken? „Misschien wel omdat ik graag uitblink en niet goed te gen mijn verlies kan. Ik wil een steen verleggen in de ri vier van het leven. Maar ik relativeer dit ook. Ik verwacht niet dat ik de koers van die rivier kan veranderen. Als ik individuele levens positief kan beïnvloeden, ben ik tevre den." Je hebt een drukke baan en een gezin met twee jonge kinderen. De hele dag word je al omringd door mensen. En dan ben je ook nog eens dagelijks in gesprek met anderen op Twitter. Is dat niet een beetje veel van het goede? „Nee, Twitter levert me heel veel op. Plezier met name. Ik kan geen dag zonder humor. Ik geniet enorm van de spitsvondige taalgrappen die mensen er opzetten en kan er mijn eigen creativiteit op kwijt. Maar ook professioneel is het interessant. Ik heb net een boek geschreven over der tig opmerkelijke bevallingen. Die verhalen vond ik via Twitter. Ik vroeg vrouwen hun bijzondere bevallingsver- haal in 140 tekens te tikken. Per tweet zou ik 50 cent done ren aan Serious request. Ook journaliste Marieke van Ge ne, met wie ik het boek heb geschreven, leerde ik op Twit ter kennen. Net als de uitgever. Het is best bijzonder in de ze tijd een boek uit te mogen brengen. „Sociale media als Twitter geven je een stem. Ik heb zo het stereotype beeld van specialisten als graaiers en man nen in een ivoren toren wat kunnen nuanceren. Het was tijd voor een tegengeluid. Daarnaast is Twitter een ideaal medium om mensen naar hun mening te vragen. Pas heb ik een foto gemaakt van wat een patiënt vanaf de operatie tafel ziet: een saai, wit plafond en een felle operatielamp. Ik vroeg mensen wat ze het liefst wilden zien: iets rustge-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 70