Geschiedenis voor de jeugd
42 GEZOND
OPVOEDING
Annie de Vreugd
Nelson Mandela is dood.
Het heeft een stortvloed
aan historische beelden
losgemaakt. We hoor
den de oude verhalen over apart
heid. Op de televisie rolde de ene
na de andere documentaire de
huiskamer binnen. Ook de laatste
week van het jaar is traditiege
trouw een terugblikken op al
weer een jaar geschiedenis.
Wie weet heeft van zijn ont
staansgeschiedenis en van de we
reld waarin hij woont, begrijpt
de mensen om zich heen beter.
Er ontstaan minder snel misver
standen, mensen begrijpen van el
kaar beter waarom ze zo doen.
De maatschappij verandert mo
menteel razendsnel. We zijn indi-
vidualistischer geworden en er
zijn veel culturen in ons land ver
enigd. Dat maakt dat veel men
sen zich minder thuis gaan voe
len in hun eigen land. Jongeren
zouden best vaker mogen erva
ren waar hun 'roots' liggen. Histo
risch besefis juist nu enorm be
langrijk om de identiteit van
mensen' te verankeren. Om weer
te weten wie je bent, waar je van
daan komt, waar je staat en waar
je naartoe wilt. Waarom zijn we
die we zijn, hoe is het gekomen
dat we in dit land wonen met de
ze gewoontes? Als deze vragen be
antwoord worden, begrijpen we
beter welke richting het met ons
en met ons land uit zou kunnen
gaan. Dat schept rust en vertrou
wen. Dat geldt voor zowel au
tochtonen als allochtonen.
We kunnen onze geschiedenis ge
bruiken als referentiekader van
waaruit we de wereld om ons
heen proberen te duiden. We
kunnen dan van een afstand naar
onszelf kijken en over onze situa
tie oordelen. Jongeren die veel
weten van de geschiedenis van
hun land, leren kritisch te kijken.
Ze zullen zorgvuldiger hun con
clusies trekken en minder snel te
kort door de bocht gaan bij het ui
ten van hun mening. Er speelt
dan immers meer mee dan het
hier en nu. Normdiscussies ver
zanden vaak vanwege het gebrek
aan historisch besef. We kunnen
met onze wordingsgeschiedenis
ons voordeel doen en het begrip
tolerantie nieuw leven inblazen.
Het is belangrijk dat jongeren ver
banden gaan ontdekken tussen
verleden, heden en toekomst. Dat
kan in de lessen op school, maar
deze weken van historisch terug
blikken bieden ook ouders tallo
ze mogelijkheden spelenderwijs
hun kinderen historisch besef bij
te brengen. Naar aanleiding van
een tv-programma kunnen groot
ouders vertellen over hun leven
tijdens de oorlog. Over hoe ze de
Hongerwinter zijn doorgekomen.
Door 'echte' verhalen van erva
ringsdeskundigen gaat geschiede
nis leven voor de jeugd. Het raakt
henzelf, want zij zijn nakomelin
gen van de mensen die dit heb-
ben meegemaakt of wonen in de
zelfde straat. Willen we dat onze
kinderen zich thuis blijven voe
len in onze samenleving, dan is
het goed bevlogen over vroeger
te praten.
De komende tientallen jaren verdubbelt het aantal mensen met
dementie. Geen wonder dat er zo veel belangstelling is voor de
220 maandelijkse 'Alzheimer cafés' die Nederland inmiddels telt.
Het zijn vooral ontmoetingsplekken voor lotgenoten.
Het is opvallend druk in Hof
van Eden, het welzijnscen-
trum in Naaldwijk. Zo'n
zestig mensen zijn afgeko
men op het Alzheimer café
dat in dit tuinbouwgebied
onder Den Haag iedere der
de week van de maand wordt gehouden.
Een echte kroegbaas zou er blij mee zijn.
Alleen is de klandizie wat anders dan ge
bruikelijk in een café: de klanten zijn voor
namelijk familieleden van mensen met de-
Het begint pas een
probleem te
worden als we
essentiële dingen
gaan vergeten
mentie. Zij hopen informatie te krijgen
over de ziekte en willen graag ervaringen
uitwisselen.
Een van hen is de 91-jarige meneer Visser.
Hij is een regelmatige bezoeker van deze in
formele bijeenkomsten sinds zijn vrouw
begon te dementeren, vertelt hij tijdens de
koffie voor aanvang. Twee jaar zorgde hij
thuis voor haar, maar 6,5 jaar geleden
moest ze naar een verzorgingstehuis. „Het
ging op een gegeven moment gewoon niet
meer. Ze begon 's nachts door het huis te
dwalen, viel vaak en het lukte mij niet
meer haar op te tillen. Ze liet het gas aan
en werd steeds agressiever." Meneer Visser
kan er niet omheen: zijn vrouw is niet
meer degene op wié hij ooit verliefd werd.
„Het begon ooit met vlinders in m'n buik,
we zijn nu 66 jaar getrouwd. Maar je weet
nooit hoe je levenspad samen gaat verlo
pen. Ik bezoek haar elke dag en heb wel het
gevoel dat ze mij nog herkent. Dat is heel
belangrijk voor mij."
In Nederland zijn zo'n 220 van dit soort
maandelijkse Alzheimer cafés. Sinds kort
bestaan er ook enkele Alzheimer theehui
zen, voor Turkse en Marokkaanse Nederlan
ders. Ze worden georganiseerd door regio
nale afdelingen van Alzheimer Nederland.
Zestien jaar geleden is het Alzheimer café
bedacht door de gespecialiseerde psycho
loog Bère Miesen. Hij is octrooihouder
voor Europa; zijn concept is ook tot in het
buitenland doorgedrongen.
De kans is groot dat deze trefpunten in de
toekomst alleen nog maar populairder wor
den. Het is de verwachting dat het aantal
mensen met dementie vanwege de vergrij
zing de komende tientallen jaren explosief
gaat stijgen. Op dit moment zijn er al ruim
250.000 Alzheimerpatiënten in Nederland,
van wie verreweg de meesten ouder zijn
dan 65 jaar. De verwachting is dat dit er in
2040 een half miljoen zijn.
Geen wonder dus dat er zo veel belangstel
ling is voor deze cafés. De bijeenkomsten
beginnen meestal met een interview met
een betrokkene of een lezing. Die betrokke
ne kan iemand met beginnende dementie
zijn, maar ook een familielid of een profes
sional.
Vanavond in Naaldwijk vertelt specialist
ouderengeneeskunde Wim van den Dool
van GGZ Delfland over de werking van het
geheugen. Hij begint met een vraag: „Wie
weet nog wat hij maandagavond vorige
week heeft gedaan?' Welgeteld drie men
sen in de zaal steken hun vinger op. De ove
rige aanwezigen schuiven wat ongemakke
lijk heen en weer op hun stoel.
Nog zo'n vraag: „Heeft u gisteravond tv ge
keken? En zo ja: wat heeft u gezien?" Ook
daar hebben veel mensen niet onmiddel
lijk een antwoord op. „Moet u zich nu zor
gen maken? „Nee", antwoordt Van den
2'
Dit is de laatste column over opvoe
ding van orthopedagoge Annie de
Vreugd in deze krant.
Praten over
dementie
geeft steun
door Johanneke Stolk
illustratie Nourdin Kouch
Wim van den Dool