Haar vader vond het maar niks dat
ze danseres wilde worden.
Carry Tefsen (7 5) begrijpt dat wel.
„Maar ik kon hem niet uitleggen hoe
blij ik was met dit vak."
4 SPECTRUM
interview
66
Elke lettergreep krijgt
evenveel nadruk.
„Ver-schrik-ke-lijk!"
Carry Tefsen had ge
noeg van het toeren
door het land. Toch
liet ze zich overhalen
om met de musical Flashdance een
paar maanden lang elke hoek van Ne
derland op te zoeken. „Als ik drie da
gen achter elkaar naar Doetinchem
moet, dus vroeg op pad en laat thuis,
dan vraag ik me af of het wel verstan
dig is dat ik dit doe." Een diepe zucht.
Dan een vertederende glimlach. „Het
is ontzettend leuk om met die jonge
mensen te werken."
Sinds afgelopen augustus telt ze
75 lentes. Natuurlijk: het lichaam
sputtert af en toe tegen, heeft meer
tijd nodig om bij te komen van een
avondje op de planken. Maar na meer
dan vijftig jaar voelt Carry Tefsen zich
er nog altijd thuis. „Dat toeren door
het land was ik beu", legt ze uit, nip
pend aan een verse espresso. „Maar ik
heb nooit geroepen dat ik met dit vak
zou stoppen. Als er interessante aan
biedingen voorbijkomen, waarom zou
ik daar niet op ingaan? Het verschil
met vroeger is dat ik niet meer per- se
hoef."
Op een koude, grijze maandagmiddag
loopt ze energiek Lokaal 't Loosje aan
de Nieuwmarkt in Amsterdam bin
nen. Met een elegante zwier haalt ze
de wollen muts van haar hoofd. Haar
knalrode haar krijgt daardoor vrij
spel. De bos moet snel met een paar
speldjes bedwongen worden voor de
fotograaf. Dat die zou komen, had ze
niet doorgekregen. „Normaal maak ik
een afspraak met mijn visagiste als er
een fotograaf meekomt."
Carry Tefsen puur natuur dus deze
keer. Ze knijpt een oogje dicht, wil de
fotograaf niet teleurstellen. IJdel is ze
nooit geweest. Geen behoefte aan.
„Maar het hoort bij mijn vak dat je er
goed uitziet." Dat doet ze, ook zonder
laagjes make-up. „Aardig dat je dat
zegt."
Weer die glimlach. Een klopje op
mijn hand. Dan: „Eigenlijk ben ik een
heel braaf meisje. Voor de opening
van mijn expositie ter gelegenheid
van mijn 75e verjaardag had ik men
sen uitgenodigd die ik aardig vind.
Toen vroegen de bladen hoeveel be
kende Nederlanders er zouden ko
men. Ik ging over mijn nek van die
vraag. Er kwam niet één BN'er en dat
is me goed bevallen."
Ze volgt gewoon haar intuïtie, altijd.
Al is het vaak schipperen om anderen
te vriend te houden. „Ik wilde vroe
ger iets doen met tekenen, schilderen
en dingen maken. Mijn vader had dat
ook: altijd bezig met zijn handen. Hij
had allerlei materialen en in de kelder
stond een werkbank. Maar een kunst
opleiding zag hij niet zitten. 'Dat
wordt armoe', zei hij steeds. Ik ben
een braaf meisje, heb gedaan wat hij
wilde: een degelijke opleiding volgen.
Eerst heb ik onderwijsakte A gehaald.
Daarna ook B, omdat je dan hoofd van
een school kon worden."
In Weesp hield ze het tweeënhalf jaar
vol voor de kleuterklas. „Het was heel
leuk om die piepkleine schatjes naar
je hand te zetten en ze vervolgens aan
de lagere school af te leveren. Daarna
begon ik weer met nieuwe kleine
krieltjes. Ik was achttien jaar en zag al
snel geen toekomst in dat werk. Om
dat ik op die school steeds hetzelfde
zou moeten doen."
De anarchie sloeg toe. Tot grote schrik
van haar vader. „Ik heb zo maar die
baan opgezegd en besloten dat ik zou
gaan dansen. Tegelijkertijd ging ik
met iemand samenwonen, een man
die mijn vader helemaal niet zag zit
ten. Toen alle rekeningen waren be
taald, hadden we nog 65 gulden. Daar
mee zijn we gaan liften naar Valencia.
Met nog slechts 40 cent over moesten
we terug naar Amsterdam. We zagen
groen van de honger. In België heeft
een aardige man een zak friet en een
bal gehakt voor ons gekocht. Een heer
lijker diner heb ik nooit gehad."
In Amsterdam liep ze bij een snack
bar een meisje tegen het lijf'dat ty
pisch opgemaakt was als een danse
res'. Die loodste haar bij Rika Jansen
in de Moulin Rouge aan het Thor-
beckeplein binnen. „Rika keek mij
aan en zei: 'Je hebt dezelfde maten als
een meisje dat weg wil'. Ik was dus
aangenomen. Drie maanden later
werd ik al weer ontslagen. Rika ging
naar Parijs, maar wij moesten blijven
dansen. Dat vond ik raar, want de ve
dette was weg. Dus na vier nummers
ben ik naar huis gegaan. Met een
schreeuwende man achter mij aan. 'Je
bent ontslagen!', bulderde hij. Ja, dat
wist ik ook wel."
Intuïtie, geeft ze als reden. Doen wat
haar gevoel ingeeft, vertrouwen op
het eigen inzicht. „Er kwam altijd wel
wat op mijn pad. Ieder jaar had ik
werk. Mijn vader heeft het nooit leuk
gevonden dat ik danseres werd; hij
heeft me dat kwalijk genomen. Ik zat
tien jaar in het vak, hij kwam af en
toe kijken, was heel enthousiast over
sommige voorstellingen. Maar nooit
over mij. Ondanks alle successen wil
de hij toch eens met mij praten. 'Je
kunt nog terug naar het onderwijs, al
le sociale voorzieningen zijn daar
nog', zei hij. Ik was sprakeloos. Ik kon
hem niet uitleggen hoe blij ik was
met dit vak; daar was met hem niet
over te praten." Ze snapte haar vader
wel. „Hij was gewoon bezorgd. Ik kon
ook niet kwaad worden op hem. Ik
was enig kind, mijn ouders waren al
vrij oud toen ik kwam: vader 51, moe-
Ik kon mijn
vader niet
uitleggen
hoe blij ik
was als
danseres.
Daar was
met hem
niet over te
praten
der 40. Ik kreeg het heel benauwd
van al die bezorgheid, was blij dat ik
op mijn 21e het huis uit kon. Mijn va
der heeft nooit geweten dat ik ook in
de Moulin Rouge danste; die club had
een slechte naam. Mijn moeder wist
dat wél. Zij kwam een keer met het
pontje over het IJ om aan de portier te
vragen of hij goed op mij wilde pas
sen. Maar daarover heeft ze het nooit
met haar man gehad."
Natuurlijk heeft ze haar eigen kinde
ren op het hart gedrukt vooral hun ei
gen weg te gaan. „Ze zijn alledrie
goed terechtgekomen", vertelt Tefsen.
„Dat ging niet altijd even soepel hoor.
Ik moest mijn puberende dochter ooit
eens aan de haren een café uitslepen.
Omdat ze daar van ons niet naartoe
mocht. Mijn dochter is nog altijd
kwaad op me. 'Hoe heb je dat kunnen
doen', zegt ze soms nog verwijtend.
Tja, die zorgen voor je kinderen, hè.
Die blijven."
Ze is haar intuïtie een tijdje kwijt ge
weest. „Een hele poos zelfs. Er braken
periodes aan dat ik met mensen
moest omgaan die mij helemaal niet
lagen. Voor het werk was het toch be
ter om dat wel te doen. Na een tijdje
kreeg ik mijn moeder weer als voor
beeld: zij is altijd een heel volgzaam
en begripvol type geweest. Maar daar
had ze op haar 85e geen zin meer in.
Ze trok zich nergens meer iets van
aan. Daardoor besefte ik me dat ik me
een tijd lang vaak vergist heb. Je hoeft
niet per se met iedereen om te kun
nen gaan. Als iemand niet spoort, kun
je je daar gewoon van afkeren."
Vertrouwen op dat instinct vindt ze
prettig. „Daarom ben ik zo gelukkig
als ik schilder. Dat is heel erg iets van
mijzelf. Mijn schilderijen hoeven niet
per se mooi te worden. Als ik maar in-'
tuïtief schilder, dan wordt het altijd
wel wat. Weet je, we leven in een tijd
waarin iedereen van alles moet. Er ko
men alsmaar meer regeltjes bij. Men
sen raken steeds verder van zichzelf
vandaan. Terwijl je juist op zoek moet
naar wat je prettig vindt in het leven.
Ik heb die weg weer gevonden."
Braaf meisje
met rebelse trekken
door Martin Hermens
Carry Tefsen
(6 augustus
1938, Amster
dam).
Getrouwd met
Ger Hinrichs
(zoon van Bep-
pie Nooy).
1958: Kleuter
juf.
1960: Danseres
bij Rika Jansen
in de Moulin
Rouge.
1966: Theater
debuut in musi
cal Anatevka.
1971: Film
debuut als pros
tituee in Wat
zien ik.
1981-1993:
Mien Dobbel
steen in Zeg
'ns Aaa.
2006-2013:
Opoe Withof in
de televisiese
rie 't Schaep.
2013: toert
door het land
met de musical
Flashdance.
reageren?
spectrum@depersdienst.nl