Vicepremier Lodewijk Asscher (39) werd vorig jaar als grote belofte naar Den Haag gehaald. In zijn eerste jaar opereerde hij behoedzaam, volgens critici té behoedzaam. Deze week verdedigt hij zijn eerste begroting voor Sociale Zaken. LODEWIJK ASSCHER In een recent verleden, toen Lodewijk Asscher nog geen minister van Sociale Zaken en Werk gelegenheid was maar 'gewoon' wethouder in Amsterdam, fietste hij geregeld door de stad. Een welgemikt praatje links en rechts, en de ideeën kwamen als vanzelf; hier moeten we no dig wat aan doen, gaat het daar wel goed, dit moet ik eens laten uitzoeken. Nu rijdt hij alle werkdagen, soms tweemaal daags, met een dienstauto over de A4, van de hoofdstad naar Den Haag, naar zijn departement waar tweeduizend ambte naren bezig zijn met notities schrijven en plannen be denken. Aan het eind van zo'n dag draagt zijn chauf feur twee loodgieterstassen met stukken naar de achter bank, extra leesvoer voor thuis. Geen ideale situatie voor een man van de praktijk. As scher organiseert die praktijk daarom maar bij hemzelf op het ministerie. Met enige verwondering zien de amb tenaren vaker 'burgers' op bezoek, zegt een van As- schers naaste medewerkers. Mensen die niet vanuit een of andere bestuurlijke hoedanigheid of vakbond op de koffie komen, maar gewone belanghebbenden. Zoals een crècheleidster, of iemand van een familiebedrijf dat geen geschikt personeel kan vinden. Volk, zeg maar. Zijn entree was voor sommigen wennen, beaamt As scher. „Soms wel pijnlijk en moeilijk. Ik probeer de acti vistische houding die ik in Amsterdam had, mee te ne men naar het ministerie. Er werken hele knappe kop pen op mijn departement. Er wordt hard gewerkt. De meeste wetten komen bij ons vandaan, maar het gevaar bestaat dat ze denken: als het in het Staatsblad staat, is het klaar. Ik wil dat die wetten ook steeds worden ge toetst aan de praktijk. Als er staat dat mensen een 'prik kel' moeten krijgen om aan het werk te gaan, dan voelt dat heel anders wanneer je die 'prikkel' zelf daadwerke lijk toegediend krijgt." De standaardreactie die hij in de kantlijn van ambtelij ke nota's krabbelt, kennen ze inmiddels bij SZW: wat betekent dit voor de werkloze bouwvakker? Wat bete kent dit voor de laagopgeleide jongere? Optie twee om het contact met de werkelijkheid niet te verliezen, zijn werkbezoeken. Als zijn overvolle agenda het toelaat, is Asscher liefst minstens een of twee keer per week op pad, zegt zijn politiek assistent Julia Wou ters tijdens een bezoek aan de vakschool voor treintech- niek, de TechniekFabriek in Amsterdam. „Hij wil zaken doorleven, is intrinsiek gemotiveerd. Hij wil weten over wie het uiteindelijk gaat." De verwachtingen waren torenhoog toen de jonge Am sterdamse wethouder van Financiën, Economische Za ken, Onderwijs, Inburgering en Jeugd in het najaar van 2012 als minister en vicepremier naar Den Haag werd gehaald. Op het Amsterdamse stadhuis had hij zich op de kaart gezet als een slimme, scherpe sociaal-demo craat, een bekwaam spreker en gehaaide onderhande laar. „Hij was de baas in de Stopera, de wethouder van bijna alles", zegt D66-fractievoorzitter in Amsterdam Jan Paternotte. „Zelfs zijn politieke tegenstanders noem den hem daar briljant. Verbaal kon niemand hem aan." Velen zagen liever hém dan Diederik Samsom als de nieuwe leider van de PvdA. Zelf probeerde hij de verwachtingen te temperen: „Ik ben Lodewijk Asscher en ik ga u teleurstellen", was de soundbite waarmee de nu 39-jarige minister zich tijdens zijn entree bij voorkeur presenteerde. Teleurstellen, nee. Maar de eerste maanden houdt As scher zich wel opvallend gedeisd. Media-optredens zijn op één hand te tellen, in het parlement opereert hij be hoedzaam. „Wat opvalt", zegt een Kamerlid, „hij profi leert zich niet. Hij staat niet in de schijnwerpers. In Den Haag is dat ongebruikelijk, verrassend ook. Hij is niet de man die plannetjes de wereld in slingert en dan maar kijkt wat er van komt. Er zijn bewindslieden die dat wel doen, die staan iedere week in de Telegraaf." De klacht dat hij weinig zichtbaar is, wordt gedeeld. „Ik vind dat hij meer de discussie mag aangaan", meent een collega-Kamerlid. „Soms moet je ook aan je achterban laten zien waar je mee bezig bent." Juist op Sociale Za ken zou de PvdA'er zich, tijdens een van de grootste economische crises sinds de jaren der tig, moeten laten zien. Het is deels onwennigheid, verzacht een ambte naar. Asscher nam ruim de tijd om zich de hem on bekende mores van de Haagse politiek eigen te ma ken. „Deels is het ook bescheidenheid. Hij gaat niet graag voor ieder wissewasje bij een televisiepro gramma in de schijnwerpers staan." Voor hef kabinet is hij vooral achter de schermen van nut. „Als het moet, kan hij keihard onderhan delen. Dan tilt hij er niet aan dat tijdens gesprek ken de sfeer tot onder het vriespunt raakt. Als hij zijn doel maar weet te bereiken." Oppositiepartijen D66, Christenunie en SGP kunnen daarover meepraten. Tijdens de onder handelingen voor het najaarsakkoord verdedig de Asscher als een pitbull de afspraken over de hervorming van de arbeidsmarkt die hij met werkgevers en werknemers had gesloten. Er is nog een verklaring voor zijn low profile, meldt een Haagse bron. Asscher waakt ervoor zijn politiek leider Samsom voor de voeten te lopen. De fractielei der in de Tweede Kamer is impopulair. Wanneer Asscher - als vicepremier de leider van de PvdA-mi- nisters in het kabinet - te hard aan de weg zou tim meren, zien ze bij de PvdA de artikelen over een drei gende machtsstrijd binnen die partij alweer verschij nen. Deze week verdedigt hij in de Tweede Kamer zijn eerste begroting. De nieuwkomer heeft een turbulent jaar achter de rug. Tijdens As- schers ministerschap steeg de werkloosheid naar een recordhoogte. In het najaar moest het kabinet, en dus ook de bewindsman op Sociale Zaken, alle zeilen bijzetten om te voorkomen dat het parlement de begroting voor 2014 zou afschieten. Het zwaarbevoch ten sociaal akkoord met werkgevers en werknemers moest op last van de oppositie partijen nogmaals door de molen. Vorige week presenteerde hij zijn meesterproef, de Wet Werk en Zekerheid, met de wijziging van de WW, ver soepeling van het ontslagrecht en regels voor flexwerk. De 'fatsoenlijke' arbeidsmarkt, zijn strijd tegen uitbui ting en verdringing, staat hoog op zijn prioriteitenlijst. En tussen de bedrijven door hield hij zich bezig met de verhitte discussie over de kleur van Zwarte Piet. Terwijl de lof over Asscher bij coalitiepartijen PvdA en VVD onverminderd klinkt ('de beste man op de beste plaats', 'een aanwinst van formaat'), schieten de par tijen aan de uiteinden van het politieke spectrum gaten tn zijn onkreukbare imago. In Amsterdam kreeg hij van- Ik probeer de activistische houding die ik in Amsterdam had, mee te nemen Soms moet ie ook aan je achterban aaten zien waar je mee bezig bent door Sandra Donker Lodewijk Asscher Anoniem Kamerlid

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 8