V
VERDIEPING 11
1
o\
ró
wen. Daar is ervaring voor nodig." Vestas
zelf scheerde de afgelopen jaren overigens
ook langs de rand van de afgrond.
Het is de vraag hoeveel goedkoper het kan
en of de 40 procent kostendaling die minis
ter Kamp in gedachten heeft haalbaar is.
Kenners noemen de ambitie uiterst opti
mistisch en ook een woordvoerder van Ves
tas, dat als bouwer van de molens voor een
belangrijk deel van de kostendaling moet
zorgen, durft geen getal te noemen.
Siemens, de grote concurrent, toonde zich
deze week minder voorzichtig en beloofde
de kosten voor 2020 met 40 procent te ver
lagen. De winst zit hem volgens het bedrijf
vooral in het gebruik van minder staal voor
de bladen en een andere aandrijftechniek.
Zelfs als de windbouwers dat voor elkaar
krijgen, is het nog niet zeker dat Kamp zijn
zin krijgt. De kosten van de molens zijn bij
voorbeeld erg gevoelig voor schommelin
gen in de staalprijs. Wat gebeurt daarmee
als de economie weer aantrekt?
Bovendien ligt een belangrijk deel van de
kostprijs buiten de macht van de bouwers.
Dat deel gaat naar installateurs, baggerbe
drijven en kabelleggers. Ook in die markt
is de concurrentie niet dat je zegt moor
dend. Het aantal bedrijven dat kapitaal
krachtig genoeg is om het materiaal aan te
schaffen dat nodig is om de molens te
transporteren en de parken aan te leggen,
is, het Nederlandse Van Oord meegere
kend, op de vingers van één hand te tellen.
Hoe zorg je er voor dat ook zij het werk
goedkoper leveren?
Het antwoord van de windsector: meer
bouwen. Matt Whitby, woordvoerder van
Vestas: „Het principe is simpel: hoe meer
molens we bouwen, hoe lager de kosten
per molen. Maar het is moeilijk om daar
een exact getal op te plakken."
De afspraak in het Energieakkoord, 40 pro
cent goedkopere windmolens in 2023, is
bindend. Wel is afgesproken dat in 2016
een evaluatie plaatsvindt, om te bezien of
de sector op koers is. Kamp is in ieder ge
val niet van plan meer uit te trekken dan
de nu gereserveerde 18 miljard. Dat schreef
hij in antwoord op vragen van zijn eigen
WD, dat zeer kritisch is op de massa-inves
tering. Kamerlid René Leegte noemt het
'absurd veel geld'.
Pieter Tavenier, directeur windenergie bij
energiebedrijf Eneco, vindt het een goede
zaak dat de sector gedwongen wordt tot
kostenbesparingen. En hij denkt dat de
doelstellingen haalbaar zijn. „Het zal in
kleine stapjes gaan, een paar procent hier
en een paar procent daar. Maar in principe
is het moeilijk om voor windenergie op
zee een geschikter land te vinden dan Ne
derland. We hebben veel wind, relatief on
diep water, een sterke offshore industrie
en de klanten zitten dichtbij. Dat zijn alle
maal voordelen."
2004
2005
ets
O
rsi
IN
00
A
in
IN
M
IN
O
IN
2006
2008
2009
DONDERDAG 21 NOVEMBER 2013
I De laatste wiek wordt
bevestigd aan een
windmolen in de Balti-
sche Zee, bij het
Zweedse Karehamn.
Doordat tegenwoordig
steeds meer installa
tie-activiteiten alvast
op land gebeuren, is
de opbouw van de mo
lens op zee sneller en
goedkoper, foto Vestas
2010
2011
2012
2020 1