Haiyan heeft enorme verwoestin
gen aangericht op de Filipijnen.
Hulp is onderweg, maar wat zijn
de problemen en valkuilen van de
hulpverlening?
66 In Haïti liepen
de search and
rescue-teams
elkaar voor de
voeten
8 VERDIEPING
TYFOON HAIYAN
Vele duizenden
doden, huizen
weggevaagd,
communicatie
verbindingen
verbroken, we
gen onbegaan
baar, overlevenden die tussen het
puin en vuil wanhopig zoeken
naar vrienden en familieleden.
De tyfoon Haiyan vernietigde in
korte tijd de samenleving in het
centrum van de Filipijnen.
De noodhulp begint nu op gang
te komen en de ervaring leert dat
er in dit stadium al veel mis kan
gaan.
Er wordt volgens Gemma van der
Haar, deskundige rampenstudies
van de Wageningen Universiteit,
al twintig jaar gesproken over een
betere coördinatie bij het geven
van noodhulp. Maar het blijft een
complex probleem. „De hulp na
de aardbeving in Haïti is daar een
voorbeeld van. Er was een compe
titie op de luchthaven over de
vraag welke vliegtuigen het eerst
mochten landen, die met voedsel
of de toestellen met Amerikaanse
hulpverleners. De search and res
cue- teams, die mensen moesten
opsporen, liepen elkaar ook voor
de voeten."
Wie denkt dat de hulpverlening
in onze moderne, westerse samen
leving wél goed verloopt, is de les
sen van orkaan Katrina, die New
Orleans in 2005 trof, vergeten.
Van der Haar: „De wallen die de
stad tegen het water moesten be
schermen, waren slecht onder
houden, dat was bekend. Maar de
regering van president Bush gaf
geen prioriteit aan het verstevi
gen van de dijken."
Na de ramp bleek de overheid
niet in staat adequaat hulp te ver
lenen. Bekend is het beeld van de
vele duizenden mensen in de
Louisiana Superdome, die te lang
verstoken bleven van hulp. „De
mensen voelden zich aan hun lot
overgelaten, de evacuatie ging
niet goed."
Het overheidsapparaat haperde na
Katrina, is dan ook de conclusie
van de rampdeskundigen. „Je ziet
dat de hulpverlening na Sandy, de
orkaan die vorig jaar onder meer
Amerika trof, een stuk beter is ge
gaan", zegt Van der Haar.
Het probleem in de Filipijnen is
dat de lokale instanties, die be
langrijk zijn voor het geven van
noodhulp, ook zijn weggevaagd.
„Dan moet je bijvoorbeeld den
ken aan de politie", zegt Annelies
Heijmans, die jaren in de Filipij
nen heeft gewoond en onderzoek
doet op het gebied van rampenbe
strijding. „De mensen zijn nu op
zoek naar hun familieleden. Dat
geldt ook voor degenen die bij de
lokale instanties werken."
Een ander probleem bij rampen is
dat er snel noodwoningen wor
den neergezet die niet voldoen,
omdat ze bijvoorbeeld te klein
zijn, of omdat ze op de verkeerde
plaats zijn neergezet. Van der
Haar: „Woningen kunnen bijvoor
beeld worden gebouwd op plaat
sen met minder overstromingsge
vaar, maar als de mensen daar
niet in hun levensonderhoud kun-
door Joost Sijtsma
Gemma van der Haar,
deskundige rampenstudies