Grootouders en opvoeding
6 GEZOND
Hij ziet er nogal eng uit: een
groot apparaat met spinach
tige armen, die wroeten in
het lijf van een patiënt, ver
borgen onder een laken. Op
een scherm is te zien hoe
ze diep in het lichaam snij
den en de wonden vervolgens weer dicht
maken. De chirurgen die de machine bedie
nen, hanteren de scalpel niet zelf, maar be
sturen controllers die op hun beurt de ar
men van de operatierobot in beweging zet
ten. Deze manier van opereren zal in de
toekomst steeds vaker worden toegepast.
Het Maastricht Universitair Medisch Cen
trum (MUMC) heeft sinds kort zo'n opera
tierobot - Da Vinci - in huis. Het zieken
huis is heel enthousiast, al zit de chirurgi
sche robot nog in de testfase. Maar hij is
veelbelovend, vindt Jos Maessen, chirurg
met 25 jaar ervaring. Maessen heeft deftijd
vóór de automatisering nog meegemaakt
en werkte bijna tien jaar met de eerste ver
sie van de operatierobot in het MUMC.
De Da Vinci is 'versie 2.0', al stelt Maessen
dat we wat betreft robottechnologie nog
steeds in de prehistorie zitten. Hij voorziet
dat 'denkende robots' in de toekomst zelf
afwijkingen opsporen. Zo zullen robots
straks cellen uitschakelen die impulsen af
geven die het hartritme verstoren. Voor chi
rurgen zijn dergelijke cellen onvindbaar.
In vogelvlucht schetst Maessen de opmars
van de automatisering in de operatieka
mer. „Vroeger moesten we met onze han
den in het lichaam kunnen, wat vaak grote
wonden noodzakelijk maakte. Toen kwa
men de kijkoperaties; daarbij ga je met een
camera en kleine instrumenten in het
lichaam. Het voordeel is dat je kleinere
wonden maakt en de patiënt sneller her
stelt. Nu kun je instrumenten bedienen
met de robot. Dat is een grote stap, een re
volutie. Het hele proces is gedigitaliseerd.
Je werkt met een joystick, die het apparaat
aanstuurt via de computer."
Critici wijzen erop dat een robot geen ge
voel heeft en dus per ongeluk vitale orga
nen zou kunnen beschadigen. Dat bezwaar
In de computer
kun je een soort
no-flyzone zetten
waar de robot
niet mag snijden
is volgens Maessen te ondervangen. „Je
kunt in de computer een soort no-flyzone
zetten waar de robot niet mag snijden."
De chirurg trekt regelmatig vergelijkingen
met de luchtvaart. „Een opleider kan de
chirurg in opleiding controleren. Hij kan al
les volgen wat de chirurg doet met de ro
bot. Net als in een vliegtuig, daar heb je
een copiloot die meekijkt. Een vliegtuig
mag je ook pas na honderden vlieguren
zelfstandig besturen. Leren opereren met
patiënten is er niet meer bij. Met de robot
heb je meer controle en transparantie. Je
kunt de hele operatie volgen en terugzien.
En zelfs oefenen door een operatie na te
spelen, als een videospel. Maar ook infor
matie toevoegen, bijvoorbeeld beelden van
scans die gemaakt zijn. Doordat het beeld
driedimensionaal en in kleur is, kan de chi
rurg als het ware in de long of lever kijken
en preciezer werken." Er zijn ook nadelen
aan de robot: de chirurg kan niet voelen
wat hij doet. Maar dat is te compenseren,
zegt hij. „Als je onbedoeld tegen weefsel
stoot, 'voel' je als het ware weerstand, je
ziet het bewegen. Dan weet je dat je fout
zit."
Of de voordelen van robotchirurgie zo
groot zijn als wordt gezegd, moet nog blij
ken, zegt bestuursvoorzitter Guy Peeters
van het MUMC. „We zijn het apparaat nu
aan het testen. Daaruit moet blijken of het
toegevoegde waarde heeft. Je moet geen ro
bot kopen omdat het leuk of modern is."
Dat is wat volgens hem in de VS wel ge
beurt. Daar is kritiek op ziekenhuizen die
reclame maken met hun moderne appara
tuur, maar hun patiënten niet wijzen op
de risico's, nadelen en het feit dat er nog
weinig of niets bewezen is van die fantas
tische claims. „Dat moeten we in Neder
land dus niet hebben", vindt Peeters. „In
de VS mogen ziekenhuizen adverteren. Ze
gebruiken geavanceerde apparatuur als
prestige-object en marketinginstrument.
Als je niet kunt schermen met de nieuwste
technieken, leg je het af. Ziekenhuizen trek
ken klanten met technische hoogstandjes.
Maar het gaat om de kwaliteit van de zorg,
de toegankelijkheid en de doelmatigheid er
van. Van de 4 procent kostenstijging in de
zorg is 2,5 procent toe te schrijven aan nieu
we technieken. Die moet je dus goed afge
wogen inzetten."
Daarom vindt Peeters het goed dat in het
zorgakkoord afspraken zijn vastgelegd over
het gebruik van nieuwe technieken. „Nu
zijn er nauwelijks eisen voor het inzetten
van nieuwe apparatuur, terwijl je bij de in
troductie van een nieuw geneesmiddel
heel veel procedures moet doorlopen voor
je er ook maar een milligram van in ie
mands lijf mag stoppen."
Een robot die op eigen
houtje een complete
operatie uitvoert? Dat
is nog sciencefiction.
Maar met de nieuwe
operatierobot komt het
wel een stap dichterbij.
OPVOEDING
Annie de Vreugd
Grootouders zijn heel spe
ciale mensen voor kin
deren. Ze vertegenwoor
digen de oorsprong van
hun bestaan. Ze kunnen vertellen
over de tijd dat de ouders nog kin
deren waren, over de streken die
ze toen uithaalden. Als het klein
kind komt logeren, kookt oma
zijn lievelingseten en leest opa
een verhaal voor. Ze zullen zegr
gen dat hun kleinkind al zo groot
wordt en steeds meer op vader
gaat lijken.
Opa's en oma's zijn geen directe
opvoeders. Ze uiten vaak minder
kritiek op de kleinkinderen en ne
men hen meer zoals ze zijn. Het
allerfijnst is dat ze alle tijd van de
wereld hebben om te luisteren,
te wandelen en spelletjes te
doen. Ze weten uit ervaring dat
veel dingen waar ouders zich
druk over maken, vaak vanzelf
wel hun pootjes terechtkomen.
Grootouders vergeten soms wel
in hun enthousiasme dat ze in de
opvoeding een marginale rol spe
len. Hun o zo goedbedoelde ad
viezen kunnen ouders mateloos
irriteren. Maar ook grootouders
ergeren zich aan kleinkinderen
die in hun huis niet van de stereo
kunnen afblijven en dan niet
door de ouders worden gecorri
geerd.
„Ik kan er nog kwaad om wor
den!" Gisteren was oma bij haar
kleinkinderen op bezoek. Ze zijn
2 en 4 jaar nu. „Om tien uur lagen
ze nog niet op bed. Alles wordt
maar op zijn beloop gelaten, ze
worden gewoon niet opgevoed.
Mijn kinderen lagen altijd om
half acht op bed. Klokslag. Mijn
dochter weet hoe het moet", zegt
ze. Het moeilijkst vindt ze dat ze
haar mond moet houden. „Het
zijn mijn kinderen niet, ik ben
daar op visite. Mijn dochter is nu
aan de beurt om op te voeden.
Maar het valt heus niet mee te
zwijgen als je ziet dat er van alles
misgaat."
Deze boze oma groeide op in de
tijd van dr. Spock. Er bestond zo
iets als een collectieve opvoe
ding: alle ouders dachten over de
basale opvoedingsregels hetzelf
de. Als je kind op straat buiten
zijn boekje ging, wist je zeker dat
een andere ouder hem corrigeer
de. „Jouw vader en moeder vin
den dat niet goed." Het gaf ook
rust, ouders hoefden het niet al
leen te doen. Dit identieke idee
over opvoeding heeft plaatsge
maakt voor een individuele invul
ling.
Ouders willen niet opvoeden om
dat het zo hoort of omdat het zo
moet. Zij hebben zelf ideeën over
wat goed is voor hun kind. En dat
is heel erg wennen voor grootou
ders.
Wie bepaalt of kleinkind zijn
bord leeg moet eten? In zijn alge
meenheid gelden de regels van
de ouders, daar moeten opa en
oma niet tussen gaan zitten. Als
de ouders van huis zijn en oma
even oppast, gelden in het ouder
lijk huis de regels van de ouders.
„Jij weet best dat je dat niet van
mama mag."
Als het kleinkind echter bij oma
en opa logeert, gelden in grote lij
nen de regels van de grootouders.
Zolang (groot)ouders één lijn
trekken, weten kleinkinderen
waar ze aan toe zijn.
door Geert-Jan Claessens
Jos Maessen
reageren?
gezondheid@depersdienst.nl
De nieuwe chirurg: een robot
Annie de Vreugd is orthopedagoge.
Operatierobot Da Vinei voert uit
wat chirurgen achter de compu
ters hem opdragen, foto MUMC