IN BALANS 9
ZATERDAG 9 NOVEMBER 2013
Tijdens operaties kijkt de arts op een beeldscherm.
Dat lijkt me lastig werken.
„Het is wezenlijk anders. De monitor presenteert
slechts een tweedimensionaal beeld dus de chirurg
ziet minder goed diepte. Ook dat is een kwestie van
trainen."
Wat zijn de voordelen voor de patiënt?
„Er is veel minder schade aan gezond weefsel dus
het herstelproces verloopt sneller. De kans op infec
ties is kleiner; een grote wond "vangt" meer vuil dan
een kleine. Er is minder pijnstilling nodig en het aan
tal ligdagen is kleiner. Dat scheelt weer in de totaal-
kosten van een ingreep. Verder is bij veel mini-
maal-invasieve ingrepen een lokale verdoving of rug-
genprik mogelijk. Ook dat maakt ze minder belas
tend.'
En voor de arts?
„Een arts wil maar een ding: zijn patiënt zo goed mo
gelijk behandelen. Minimaal-invasief opereren maakt
dat mogelijk."
In principe zou een arts in India een patiënt in Am
sterdam via een computerverbinding en een opera
tierobot kunnen opereren.
„Sterker nog: zoiets is al eens gedaan. Maar daar is
het bij gebleven. Op die manier opereren kan alleen
als de computerverbinding gegarandeerd storingsvrij
is gedurende de hele operatie. Dat valt misschien
nog wel te regelen, maar het kost enorm veel geld.
En wat als zich een complicatie voordoet? In Amster
dam zou om die reden toch een compleet chirur
gisch team klaar moeten staan. Al met al zou het
veel handiger, veiliger en goedkoper zijn de Indiase
chirurg gewoon naar Amsterdam te halen.'
Wot heeft de toekomst?
„Er wordt naarstig gewerkt aan nieuwe technieken
om bijvoorbeeld kanker en hart- en vaatziekten be
ter te kunnen behandelen. TU Delft onderzoekt de
mogelijkheden voor het nog tijdens de interventies
karakteriseren en verwijderen van ziek weefsel. Op
die manier hoeft de betrokken patiënt op een later
moment niet nogmaals naar het ziekenhuis."
met behulp van een computer, in plaats
van een flinke jaap heeft de chirurg
slechts enkele kleine sneetjes nodig om
bij het te behandelen gebied te komen.
tuele als ambachtelijke kant; een chirurg moet uitge
breide kennis hebben van het helen van ziekten en
daarbovenop moet hij de fysieke handigheid bezit
ten voor het uitvoeren van ingrepen. Chirurgié bete
kent letterlijk 'met de handen werken'. Tijdens de op
leiding is er veel aandacht voor het aanleren van de
handvaardigheden. Denk aan het leggen van knopen
met hechtdraad. Net als een goede zeeman heeft
ook een goede chirurg veel oefenknopen gelegd.'
Ook prettig: het drukt de zorgkosten. In
Balans ontmoette professor Jenny Dankel-
man, hoofd van de afdeling BioMechani-
cal Engineering van de TU Delft.
door Paula Koster
Wat is de achterliggende gedachte bij minimaal-
invasieve medische ingrepen?
„Via kleine openingen voert de arts behandelingen
uit, om de beschadiging van gezond weefsel zo ge
ring mogelijk te houden. Daarbij onderscheiden we
minimaal-invasieve chirurgie en minimaal-invasieve
interventie. Bij de chirurgische variant worden came
ra's het lichaam ingevoerd. Onder de noemer inter
venties vallen ingrepen zonder camera, zoals het via
kleine sneetjes inbrengen van katheters of naalden.'
Deze aanpak heeft een grote vlucht genomen.
„Dat heeft alles te maken met de ontwikkeling van
camera's die klein genoeg waren om het lichaam
mee in te gaan. Op een beeldscherm was te zien
hoe het er vanbinnen uitzag. Zodra dat mogelijk
werd, is het ontwikkelingsveld van de minimaal-inva
sieve chirurgie heel breed geworden.'
Wat maakt het vak van chirurg zo bijzonder?
„Chirurgie is een vak met zowel een sterk intellec-
Minimaal-invasief, is dat moeilijker opereren?
„Het lijkt op werken met je handen terwijl je polsen
en vingers zijn gespalkt. Leg dan nog maar eens soe
peitjes een knoop in een dun draadje. Daarbij gaan
de instrumenten door een klein incisiepunt. Dat be
perkt de bewegingsvrijheid. Verder worden de bewe
gingen gespiegeld doordat er tussen de handen en,
bijvoorbeeld, de schaar een buis zit; beweeg je die
handvat naar rechts, dan gaat het uiteinde ervan
naar links. Je moet dus gespiegeld werken. Een ande
re factor is dat het directe voelen van het weefsel
door de vingers ontbreekt; het fijne Fingerspitzenge-
fühl is er niet. Hoe hard of zacht je moet knippen of
knijpen met een instrument, moet je leren. Deson
danks is minimaal-invasief opereren niet heel veel
moeilijker. Het vergt alleen andere vaardigheden.
Die moet de chirurg zich door oefening eigen ma
ken.'
Gaat er veel tijd in zitten?
„Zeker, een groot deel van de opleiding draait om
vaardigheidstraining. Een voorbeeld. In de begintijd
van de minimaal-invasieve chirurgie traden er bij gal
blaasoperaties meer complicaties op dan bij conven
tioneel opereren, via een grote incisie. Er is toen inge
zet op intensiever trainen. Inmiddels kunnen patiën
ten bij wie de galblaas is verwijderd vaak al na een
dag naar huis, terwijl ze vroeger soms nog weken in
het ziekenhuis moesten blijven.
Veel oefenen met de apparatuur is dus cruciaal. De
TU Delft ontwikkelt daarvoor trainingssystemen. Die
hebben veel weg van computerspelletjes. Tijdens de
oefensessies krijgt de student feedback van de com
puter: wat ging er goed, wat zijn de verbeterpunten.'
Minimaal-invasief opereren in Delft
Minimaal-invasieve chirurgie is opereren
■v_-l I I I CJ I
Minimaal snijden