Peter Tuinman speelt als geboren Fries een Amsterdamse recher cheur. Zijn carrière heeft hij behalve aan talent ook te danken aan discipline. „Maar als jongen was ik niet iemand die dat woord groot op het voorhoofd had staan. Wat ik leuk vond, daar stapte ik in." SPECTRUM 15 66 aar moet je wat mee doen in je verhaal, lacht Peter Tuinman. Hij, De Cock met cee-oo-cee-ka, geïnterviewd door De Cocq met cee-oo-cee-kuu. Nieuw komisch duo deze middag in de repetitieruimte van Baantjer. Tliin- man is vrolijk, uitbundig, de theater voorstelling (naar de televisieserie, naar de boeken) is zojuist in een twee de doorloop voor testpubliek gespeeld en een tikkie uit de klauwen gegierd. De toeschouwers, die een actieve rol hebben, sloegen aan op de humor in het stuk, waardoor de acteurs door sloegen in de humor. Een lollige mid dag in het repetitielokaal, maar niet de bedoeling in het theater. „Dit was heel leerzaam. Bij humor moet je we ten waar de grenzen liggen. Je moet als een achterspan met paard op tijd de teugels aantrekken en heel strak weten hoe de afspraken zitten. De spanning moet wel blijven." Peter Tliinman volgt de vorig jaar over leden Piet Römer op in de rol van de legendarische Amsterdamse recher cheur De Cock van schrijver en oud-politieman Appie Baantjer. De re genjas, de hoed. Alleen staat bij deze De Cock in zijn paspoort als geboorte plaats het Friese Twijzel-Achtkarspe- len. „Ik maak het nog steeds mee dat douaneambtenaren daar meewarig naar kijken. Ze geven vaak maar gauw een stempel, hoeven ze daar tenmin ste geen vragen over te stellen." Toen hij voor de rol in het theaterstuk van Romers zoon Peter werd ge vraagd, was er een aarzeling. „Niet zo zeer over het Baantjer-gebeuren op zich. Ik heb in mijn werk altijd totaal verschillende dingen gedaan. Maar ik moest wel even op de rem staan. Baan tjer is zo van de Nederlanders, het is bijna publiek bezit. En Piet Römer is zo'n theatericoon, hij had zó'n rijke carrière. Daar gaat onbewust een druk van uit." Heel prettig dus dat Peter Römer zelf ook meespeelt. Doet Tliinman iets wat De Cock niet zou doen, dan trekt de zoon van de meester aan de bel. „Hij heeft echt het Baantjer-dna. Zo nu nu en dan komt hij even naar me toe en zegt dan: Tk begrijp wel wat je doet, maar het is nét buiten de jas van De Cock'." 'Peter', zo had TUinmans leraar Neder lands meneer Stoffels gezegd, die hem liet spelen in het schooltoneel, 'het beste wat jij kunt doen, is naar de toneelschool gaan'. „Als ik een spreek beurt moest houden, zei hij: 'ik kan je geen tien geven, want het is een spreekbeurt en geen solotoneel'. Ik haalde veel te veel fratsen uit. Je kon mij vragen: Tuinman, hoe zit het met de rode kool? Dan oreerde ik zo een half uur over de rode kool." Zoals zijn vader voorlas of vertelde, was ook een soort solotoneel. „Ik heb bij mijn vader in de klas gezeten, hij was hoofd der lagere school. Op vrij dag werd voorgelezen, uit Verwaaide sporen. Dan zag ik mijn vader niet meer, maar dan was hij de indiaan of de westerling." Zijn vader schreef de revues waar zijn moeder in zong. „Een bijzonder koppel, alleen al door die namen: Hiinman-Bloembergen. Ik hoor ze nog samen zingen in de keu ken, tweestemmig. Prachtig." Maar de toneelschool? Hij moest er niet aan denken toen hij van het Drachtster Lyceum kwam. Wat had hij daar nou te zoeken? Hij was atleet, fanatiek en van de explosie: sprinten, hoogspringen, verspringen, kogelsto ten. Hij wilde de topsport in. Bij de herinnering wordt zijn toon bits. „Maar toen bleek ik een lichte hartaf wijking te hebben. Ik kon wel spor ten, maar niet op topniveau. Ik mocht naar de ALO, doorleren voor gym leraar. Maar ik wilde alles of niks. Dus toen ben ik gestopt met sporten. Maar dan ook helemaal." Hij ging roken en drinken, in wat hij zijn flierefluitertijd noemt. Studie so ciologie, niet afgemaakt. Economie, ook niet afgemaakt. Want hij deed veel te veel andere dingen, werkte als barkeeper, vrachtwagenchauffeur, diskjockey. „Als ik in de collegezaal zat, had ik zwaar het vermoeden dat de wereld buiten veel interessanter was dan binnen. Ik was niet iemand die 'discipline' groot op het voorhoofd had staan. Wat ik leuk vond, daar stap te ik in. Alles ging van links naar rechts en van onder naar boven." Ik hou van gestructu reerde anarchie van toneel, van buiten het ritme van de maatschap pij leven Via een uitzendbureau'solliciteerde hij als baliemedewerker bij een bank. „Mevrouw De Groot keek me aan met grote, bruine ogen en zo kwam ik ach ter de balie van een bijkantoortje te recht. En een jaar later vroegen ze me of ik het wilde runnen. Het was er on gelooflijk gezellig. En die bankzaken deed je er gewoon bij. Je kunt nu een maal moeilijk violen kweken in een bankfiliaal." Hij bleef wel spelen bij het amateurto neel, bij gezelschap Tryater. Haast on ontkoombaar met zijn achtergrond. „Nergens in Nederland zijn zo veel amateurtheatergezelschappen als in Friesland. Nergens zijn zoveel fanfare orkesten. Heel Friesland zingt. Fries land heeft een heel sterke verhalende cultuur. In ieder dorp heb je de kerk en de kroeg, met daarboven een to neelgezelschap." Jaap Maarland, acteur en artistiek lei der van de Noorder Compagnie in Drachten, wist hem alsnog te bewe gen van het toneel zijn vak te maken. „Toen ik die stap eenmaal had geno men, vond ik het wel fantastisch. Ik hou van die gestructureerde anarchie, dat je heel vaak buiten het gebruikelij ke ritme van de maatschappij leeft. Het is vooral de manier van leven die me aanspreekt." De knop ging definitief om toen regisseur Franz Marijnen hem naar het RO theater in Rotterdam haalde. Totale chemie. „Daar werd echt de wortel gelegd. We hebben allebei sterk de neiging verhalen te willen vertellen. Het eerste gesprek met hem was anders dan alle gesprekken die ik ooit tevoren had gevoerd. En onze le vensstijl was bijna identiek; het zoe ken naar vrijheid, gecombineerd met discipline." Over discipline gesproken. De acteur Tliinman houdt de Bourgondiër Tuin man in het gareel. „Braaf, is dat braaf? Als je dat vak van ons instapt en je hebt in de maak- en speelperiode die strakke discipline niet, dan is de kans groot dat je carrière vroeg eindigt." Met Baantjer speelt hij meer dan 120 voorstellingen in een heel korte perio de. Overdag zijn er de repetities voor On Golden Pond, waarvan hij de regie doet. „Dus dat betekent de avond er voor niet te veel heerlijkheden naar binnen werken." Hij werd genomineerd voor een Louis d'Or, de belangrijkste Nederlandse to neelprijs, won een Gouden Kalf voor de speelfilm De dream, speelde in tallo ze televisieseries en speelfilms. Hij is wars van tunnelvisie. „De ramen moe ten open, er moet frisse wind in. Ik heb zo veel Shakespeares gedaan, zo veel Ibsens. Maar dat betekent niet dat ik niet geïnteresseerd kan zijn in de andere smaken van dit vak. Te veel ze kerheden belemmeren je in je ontwik keling. Je moet het blijven willen openbreken." Daarom is het zo leuk dat hij nu in eens zo'n Baantjer op zijn dak krijgt. Hiervoor was zijn ervaring met De Cock beperkt tot twee keer de rol van slachtoffer. „Dat moet je als Neder lands acteur toch ook minimaal één keer gedaan hebben." Wel speelde hij in de politieseries Bu reau Kruislaan en Unit 13. „En heel geestig, mijn eerste rolletje eind jaren zestig was 'agent Jaap' in de televisie serie Q&Q. Ik leunde boven uit een raam, jasje aan, petje op en dan kwam de historische vraag: 'En Jaap, hoe is het daar boven?' Antwoord: 'Hierbo ven is alles in orde.' Einde rol. Dan heb ik toch enige carrière gemaakt. En dat zonder toneelschool. En zonder politieopleiding." reageren? Peter Tuinman ZATERDAG 9 NOVEMBER 2013 Niet te veel zekerheid door Marjolijn de Cocq D spectrum@depersdienst.nl Geboren als Peter Koop Tuinman op 15 april 1947 in Twijzel, Friesland. Heeft een relatie met Inge en heeft een zoon (26) uit een eerdere rela tie. Opleiding: HBS-b, Drachtster Lyceum. Begon in 1974 aan toneelcarrière en speelde bij onder meer de Noorder Compagnie, RO Theater en Het Nationale Toneel. Was in 1976 voor het eerst op televisie te zien in de jeugdserie Q&Q en speelde in de jaren negentig in Bureau Kruislaan en Unit 13. Vanaf 2006 speelde hij voor Omroep Friesland de dubbelrol in Dankert en Dankert, gebaseerd op de advocatenbroers Anker en Anker. Ontving in 1985 een Gouden Kalf voor zijn rol in De dream. Zijn filmde buut was in 1980 in Spetters. Hij speelde in onder meer Het teken van het beest, De schorpioen, Een vlucht regenwulpen, Het meisje met het rode haar, Blonde Dolly, Nynke en Ik ga naar Tahiti. Peter Tuinman (met hoed) op de set van Baantjer. foto Roy Beusker

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 59