BUITEN 5
e3
L_
D'r is in Zeeland altijd meer bier gedronken dan ge
brouwen. Geen wonder, want veel van ons grond
water was brak. Goed zoet hemelwater moest
worden opgevangen en was dus schaarser dan in veel an
dere delen van ons land. In Zierikzee was rond 1600 een
man, Huybrecht de longe die bierbrouwer was, en om al
tijd over zoet water te beschikken liet hij een gracht gra
ven, helemaal met stenen bekleed en met tras (niet door
latende specie) gemetseld. Zodoende kon hij bijna altijd
beschikken over opgevangen regenwater voor zijn bier.
Dat was uitzonderlijk. Hij is rijk geworden door zijn
bier en kreeg als bijnaam: 'Steengracht'. Zijn geslacht is
bekend geworden onder de naam Steengracht van Oost-
kapelle, en heeft vele Zeeuwse regenten voortgebracht.
Aan Steengracht moest ik denken bij Brouwershaven.
Want bij die laatste plaats denk ik onmiddellijk aan bier
brouwers en daarna aan de familie Cats. Maar van brou
wers is in dit stadje nooit iets gebleken (ook al brak wa
ter), echter van bierhandel des te meer. De vader van
Cats en later zijn broer waren bierstekers. Dat beteken
de dat ze bier in het groot verhandelden. Zulke handel
aren waren er heel veel in 'Brouw'. De haven was dus
blijkbaar vooral voor de aanvoer en doorvoer van bier
dat uit Holland - vooral Delft - en Vlaanderen kwam. En
voor de rest was Brouwershaven een gewone haven
plaats, een beetje in de schaduw van het grote Zierikzee.
Een haven met handel op Portugal en de Baltische sta
ten en alle regio's daartussen. Met handel in zout en
graan, meekrap en wijn, wol, hout, en vele andere pro
ducten. Een stadje ook met veel vissers en reders, die al
vroeg rijk werden door de overvloedige haringvangsten.
Een stadje heden ten dage met een reusachtige kerk (St.
Nicolaaskerk) die verwijst naar de rijkdom vanaf 1350.
Een kerk met sfeer en allure, zeker 's avonds als hij ver
licht wordt met honderden kaarsen. St. Nicolaas is na
tuurlijk als schutspatroon gekozen vanwege de zeevaart.
De streek rond Brouw is vruchtbaar en heeft vanouds
voor grote opbrengsten aan graan, meekrap en later sui
kerbieten en aardappelen gezorgd. Vervoer was eenvou
dig: vanaf de haven gingen de Schouwse landbouwpro
ducten de wijde wereld in. Eén van de oude polders
rond de stad heeft de merkwaardige naam 'Borren-
brood'. Het is een klein poldertje, de scheidingsdijk naar
de Kijkuit, de naburige polder is afgegraven, maar het da
teert al van vöör 1530. Borrenbrood - hoe moet je die
naam nu verklaren? Ook na lang zoeken, googelen, en te
lefoontjes naar deskundigen ben ik niets wijzer. Het
blijft dus puzzelen en gissen. Als ik fantasie had, zou ik
kunnen zeggen dat de heren van Borrendamme ermee
te maken hadden. Borrendamme was een dorp dat rond
1640 verloren is gegaan doordat het buitengedijkt is. Bor
rendamme, vlakbij Zierikzee, had een veer naar Noord-
Beveland en lag aan de gevaarlijke zuidkust van Schou
wen waar zoveel dorpjes verdwenen zijn. In de 16e en
17e eeuw is het zodanig door een reeks zeerampen ge
teisterd dat het uiteindelijk als verloren moest worden
beschouwd. De heren van Borrendamme hadden een
kasteel bij het dorp en zijn waarschijnlijk actief geweest
ook in het noorden van het eiland. Als zij het Borren
brood poldertje (30 ha) hebben ingedijkt, geërfd of ge
kocht, zou het kunnen dat ze via dat nieuwe bezit weer
brood op de plank en geld in het laatje kregen. Dat was
hard nodig, v/ant hun bezittingen in het zuiden van het
eiland in en bij Borrendamme gingen langzaam maar ze
ker verloren en verdwenen in zee. Het is en blijft echter
puur giswerk, want de geschreven bronnen zwijgen er
over. Een andere deskundige zei: „Borrenbrood kan ook
'boter en brood' zijn." Net zoals er ergens in Zeeland
een 'kaas en brood' fort was. Hoe dan ook: 'Borrenbrood'
blijft een fascinerende naam.
WOENSDAC 6 NOVEMBER 2013
door Gerard Smallegange
Herfst op de Lenshoekdijk bij 's-Gravenpolder. foto's Chiel Jacobusse
Zanglijster
Kruisbek
Oeverpieper