Ambassadeur onthult plaquette
VERDIEPING 9
BIRMA
dagboeken over die tijd. Maar van de vetera
nen op deze reis geen beklag.
Geen boosheid, geen wrok. Weinig zichtba
re emoties bij de oude garde. „Mijn vader
vertelt alleen over de dingen die hij mee
maakte na de capitulatie van de Japanners.
Geen woord over de tijd ervoor", zegt Jolan-
da van de Logt.
Ze probeert meer van haar vader te weten
te komen. Dat lukt mondjesmaat. Tijdens
een wandelingetje over de beroemde brug
over de rivier de Kwai, vist ze naar verha
len.
„Hoe vaak heb je hier nou gelopen pa?"
Pa reageert met een dolletje. Op dezelfde
brug - in Kanchanamuri - zoeken de tra
nen van kolonel buiten dienst Rob Visser
(65) uit Scheveningen plotseling een uit
weg. Zijn vader Arie Visser werkte aan de
spoorlijn, overleefde het, maar verloor wel
zijn beste vriend: Robert Twiss.
„Robert Twiss is mijn naamgever. Ik ga de
ze week op het oorlogskerkhof van Kancha-
naburi met hem communiceren. Het is bi
zar dat onze vaders hier gewerkt hebben,
en dat het nu een toeristencircus is. Heb jij
zo'n T-shirtje gekocht met de brug erop?
Dan vraag ik je het niet te dragen als ik er
bij ben. Het ligt erg gevoelig."
Het spijt Visser dat hij nooit daadwerkelijk
met zijn vader, die 80 jaar werd, heeft ge
sproken over diens ervaringen. Uit zichzelf
begon zijn vader er niet over, evenmin als
vrijwel alle andere overlevenden. Zwijgen
werd hun strategie om opnieuw te kunnen
overleven.
Rob Visser is van de generatie die volgt op
de direct betrokkenen bij de spoorlijn. Edu
Harms uit Vinkeveen (58) maakt deel uit
van de generatie die weer daarna komt.
Zijn opa Eduard Johannes - naar wie hij ge
noemd is - stierf in het spoorwegkamp
Op de begraafplaats voor Westerse slachtof
fers van de Birma-spoorlijn in Kanchanabu-
ri onthult de Nederlandse ambassadeur in
Thailand, Joan Boer, vandaag een plaquet
te. Daarop staan de namen van de 73 Neder
landse doden wier lichaam nooit is gevon
den.
Hij doet dat samen met Robert Croll, presi
dent van de Oorlogsgravenstichting.
De Japanners vierden vandaag zeventig
jaar en een dag geleden, het feit dat de
spoorlijn gereed was. De Stichting Herden
king Spoorlijn Birma Siam - die de reis van
de veteranen naar Thailand heeft georgani
seerd - houdt op 12 december een conferen
tie onder de noemer 'Lessen voor de toe
komst.'
Bij die gelegenheid gaat ook de documen
taire in première die Tilburger Twan
Spierts maakte over de reis.
Rin Tin.
Zo'n acht jaar geleden begon Harms aan
een stamboomonderzoek. Zo kwam hij
over zijn oma en opa Johannes te weten.
Zijn oma en moeder waren in de oorlog
geïnterneerd in een Japans vrouwenkamp
in Tjideng bij Jakarta. Twee maanden na de
bevrijding daaruit, stuurde oma een brief,
die ze adresseerde aan 'De weledele heer Jo
hannes, Landstormsoldaat, Thailand.'
Harms' moeder schreef ook enkele regels:
„Lieve papa, ik ben nu 17 jaar. Toen ik uit
het kamp kwam woog ik 33 kilo, maar nu
alweer 47. Ik hoop je nog te zien."
Harms kreeg de briefin handen en heeft
hem nu bij zich. Op de plek van het vroege
re kamp Rin Tin, waar Harms' opa over
leed, luistert hij aandachtig naar de uitleg
van veteraan Felix Bakker.
De plek doet een beroep op de verbeelding.
Van de oorspronkelijke spoorlijn is nog 150
kilometer bewaard gebleven, maar hier is
niet veel meer te zien dan een landwegge
tje tussen een bonenveld en bosschages.
Tastbaarder zijn de emoties die in de lucht
hangen, als Bakker vertelt. Hij heeft een
troostrijke boodschap. „De Japanners had
den respect voor de doden. Als ze werden
begraven blies een hoornblazer. Zolang die
nog leefde tenminste."
Harms houdt zich staande bij het aanho
ren van de verhalen van Bakker. Eerder in
de week, op de begraafplaats in Kanchanbu-
ri, kostte dat meer moeite.
Daar lag het hoofddoel van zijn reis, zijn
missie. De deelnemers aan de pelgrimage,
zoals de reis in de het routeboek wordt ge
noemd, delen een diep gevoel. Het gevoel
dat ze hier moeten zijn om hun verleden
beter te begrijpen en de familieband te ver
sterken.
Op de begraafplaats las Harms aan het graf
van zijn opa de brief voor die zijn bestem
ming nooit had bereikt. Hij had het zwaar
bij het uitspreken van de woorden die zijn
moeder schreef.
Op het kerkhof stond veteraan Jos Wessels
diezelfde dag stil bij het graf van zijn
schoonbroer, 'Sergeant majoor der infante
rie A.H. Jongeling: 18 09 1915 - 24 081943.
Wessels vatte Jongelings wedervaren kort
samen. „Hij is naar de oorlog gegaan en
niet meer teruggekomen. Zijn dochter
heeft hij nooit gezien. Heel erg."
Wessels was al eerder op deze plek. Ogen
schijnlijk raakt de geschiedenis hem niet
meer zo hard.
De ingrijpende gebeurtenissen van des
tijds zijn anekdotes geworden met een goe
de afloop. Een paar keer deze week zal Wes
sels die afloop bondig melden, steeds in de
zelfde woorden. „Ik heb het overleefd."
r
ZATERDAG 26 OKTOBER 2013
CHINA
De Birmapoorweg is ook bekend als de Dodenlijn, omdat elke twee meter van deze 400 kilometer lange spoorweg een mensenleven kostte, archieffoto ANP
infopraohir DPd
V
KC;
f *fr