„Het is een uit de hand gelopen hobby." De 72-jarige Jan de Ruiter haalt er zijn schouders bij op. Hij schreef een boek over ruim driehonderd Bevelandse lotelingen in het leger van Napoleon. BOEKïs 40 BOEKEN DE WEEK ZEEUWSE MM Een periode van bijna twintig jaar onderzoek naar Napoleon heeft in het huis van De Ruiter, oud-archivaris bij de ge meente Borsele, aardig wat sporen achtergela ten. De werkkamer is zoals je dat mag verwachten van een archivaris: een ka mer gevuld met boeken, mappen en losse vellen, in kasten en op planken. Tegen de muur hangt een vitrinekastje met handgegoten, loden modellen van een legertje Napoleontische figuren, een ander uitvloeisel van zijn hobby. „Gemaakt van wijndoppen", vertelt hij. ,Jk heb die doppen gesmolten, in mallen gegoten en vervolgens beschil derd. Maar omdat het lood is, doe ik dat nu niet meer." De Ruiter belandde langzaam bij dit onderwerp toen hij bezig was met een serie boeken over de Borselse dorpen. „In al die boeken moest een hoofdstuk over de Franse periode. Die Beveland se jongens die ik tegenkwam in de ge meentearchieven zijn allemaal door Napoleon opgeroepen." En toen ging het balletje steeds sneller rollen. „Wat waren dit voor jongens, waar moesten ze naartoe?", vertelt De Ruiter. „En dan gaat het uit de hand lopen." Het eindresultaat is het boek Geloot voor Napoleon. Toen Napoleon in 1810 het koninkrijk Holland inlijfde, werd de dienstplicht ingevoerd. Het ging hier om een streek gebonden dienstplicht. Elk departe ment moest een bepaald aantal men sen leveren voor het leger van Napo leon. De jongemannen uit de verschil lende kantons kwamen samen in de kerk of de parochieherberg en moesten lootjes trekken. Diegenen met de laag ste nummers waren de klos. Rijke boe ren en kooplieden konden vaak nog voor een vervanger van de zoon zor gen, een zogeheten remplaqant. Voor een hoog bedrag werd het lot overgeno men door iemand anders, zodat de zo nen gewoon bij het bedrijf konden blij ven. Later moesten ook de rijke men sen uit de samenleving lotelingen leve ren, maar deze gingen vaak het leger in als garde d'honneur. De Goesenaar was al met de VUT toen hij zich volledig op het onderzoek stortte. „Je krijgt dan meer tijd en dan ga je naar de archieven toe." Dat be perkte zich niet alleen tot het Zeeuws Archief in Middelburg, maar ook het Nationale Archief in Den Haag, en de archieven in Chateau de Vincennes bij Parijs en Rochefort behoorden tot de bestemmingen van De Ruiter. Zijn on derzoek speelde zich voor een groot deel afin Frankrijk, maar daar liep hij ook tegen de meeste problemen aan. „Ik heb alleen Frans gehad op de mid delbare school. De taal is toch wel de grote bottleneck geweest", vertelt hij. „En ik zou alleen al een boek kunnen schrijven over de werkwijze van de Franse archieven." De Ruiter haalde de belangrijkste infor matie over de Bevelandse lotelingen uit de stamboeken van het Franse le ger. Aan de hand van de informatie die hij wist te ontcijferen, kwam hij steeds meer te weten over de lotelingen. Maar desondanks blijft het aantal bronnen beperkt. „We hebben nauwelijks per soonlijke documenten. Alleen van Ja cob van Zweden uit Kapelle zijn er brieven bekend." En bij de archieven zijn er geen documenten over eenhe den lager dan regimenten, die onge veer uit drieduizend mannen bestaan. Hoewel de veldtochten van Napoleon veel slachtoffers kostten, viel het aan tal gesneuvelde Zeeuwen volgens De Ruiter wel mee. Zo zijn er bijvoor beeld tijdens de veldtocht naar Rus land 31 Bevelandse jongens niet terug gekomen. „Dat komt omdat er hier zo veel bij de marine gingen en die zijn nauwelijks betrokken geweest bij de oorlog", zegt De Ruiter. „Napoleon ver- Napoleon verkeerde in de veronderstelling dat iedereen die bij het water woonde, een goede zeeman was. SS VAN HET Zeeuwen in Napoleons door Merlijn van Dierendonck Jan de Ruiter 30 OKT T/M 9 NOV Adam Albrecht: De rivier de Dnieper 1812. Franse pontonniers leggen op de route naar Smolensk een brug bij een doorwaadbare plaats in de Dnieper op 28 septem ber 1812. Schoolplaat door J. Hoynck van Papendrecht: De overtocht over de Berezina. Nederlandse pontonniers bouwden twee bruggen over de half bevroren rivier, waar over de resten van het Franse leger zich terugtrokken.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 96