Een spoor van
De aanleg van de Birma-spoorlijn
is een berucht hoofdstuk in
de Tweede Wereldoorlog. Vier
Nederlandse oorlogsveteranen
die aan de lijn werkten en tiental
len nazaten van veteranen, volgden
de voorbije week in Thailand
het spoor terug.
8 VERDIEPING
BIRMASPOORWEG
''■ÏFM
Eddy van de Logt (89) wordt
een beetje duizelig. Hij loopt
op-de eerste dag van een reis
naar zijn verleden over de
rails van het Wang Pho-via-
duct in Thailand. Het via
duct is een van de overblijfse
len van de Birma-spoorlijn.
De rivier Kwai baant zich even verderop en
tientallen meters lager een weg door een
lieflijk landschap. De oude spoorlijn kent
geen reling.
Eindhovenaar Van de Logt gaat nog een
stukje verder, duizelingen of niet. „Hier
kun je gemakkelijk iemand van af duwen.
Een jap bij voorbeeld. Dat is vroeger ook ge
beurd."
Eddy van de Logt is een van de vier oorlogs
veteranen die met veertig andere Nederlan
ders een intense reis maken. Ze volgen een
week lang het tracé van de Birma-spoor
lijn.
Die liep van Non Pladuk in Thailand naar
Thanbyuzayat in Myanmar, grotendeels pa
rallel aan de rivier Kwai.
In totaal 415 kilometer rails moesten het de
Japanse bezetter mogelijk maken de troe
pen in Birma te bevoorraden. Aziatische
dwangarbeiders en krijgsgevangenen uit
Groot-Brittannië, Australië, de Verenigde
Staten en Nederland legden de spoorlijn
aan, tussen juni 1942 en oktober 1943,
dwars door het tropisch oerwoud.
Van de 17.990 Nederlanders stierven er
2.782. Tropische ziekten, uitputting en
wreedheden begaan door de Japanners, eis
ten hun tol. Van de Nederlanders bezweek
bijna de helft aan dysenterie.
Eddy van de Logt was er bij, destijds. Hij
zegt, wijzend op de rivier. „Daar heb ik
mooie herinneringen aan. De Jap gooide er
granaten in om vissen te doden. De zwaar
ste vissen zonken naar de bodem. Wij do
ken ze op. Dat was goed eten."
Bij het Wang Pho-viaduct oogt veteraan Fe
lix Bakker (88) uit Zwiggelte net zo monter
als Van de Logt, wanneer hij schetst hoe
met dynamiet de rotsen werden weggebla
zen die het viaduct aanvankelijk in de weg
zaten.
In het nabijgelegen kamp hadden ze regel
matig last van de ontploffingen. „Als de
stukjes steen 's nachts door je tent vlogen,
wist je: nou moeten we uitkijken." Een an
der gevaar betrof de bombardementen
door de geallieerden op de spoorlijn en
-bruggen, waarbij de kampementen van de
krijgsgevangenen soms werden getroffen.
Extra risico: lang niet alle bommen ontplof
ten op de grond. Bakker werd soms aange
wezen om de blindgangers op te ruimen,
met behulp van een stalen koevoet. „He-
melvaartcorvee, noemden we dat. Wat je
dan dacht? Je dacht: 'Als de klap komt,
weet ik niks meer'."
Veteraan Jos Wessels (92) uit Zeewolde
heeft het ook over de bombardementen. In
het Thailand Burma Railway Centre, een
museum in de stad Kanchanaburi dat aan
de spoorlijn is gewijd, begint hij enthou
siast te vertellen.
Hij noemt de exacte datum: 9 december
1944. De lijn was al gereed, de krijgsgevan
genen hadden nu de taak hem te onderhou
den.
„Er kwamen vijf bommenwerpers overge
vlogen. Een van de vijf draaide om en
wierp iets af. Luitenant Herwig zei: 'Dat
zijn pamfletten'. Ik zei: 'Luitenant, die pam
fletten geven geluid.' Het waren wel dege
lijk bommen. Het fijne rivierzand spatte
op, grote stofwolken. Ze begonnen ons ook
vanuit de lucht te mitrailleren. Ik bleef
goed kijken waar de kogels vandaan kwa
men, en ging achter een boom staan. Als
het vliegtuig draaide, draaide ik mee. Ik
had het voordeel dat ik nooit in paniek
raakte. Mannen in paniek sprongen bij aan
vallen van bommenwerpers in de latrines.
Dat waren sleuven van anderhalve meter
diep, met uitwerpselen erin. Ik heb dat
nooit gedaan."
Het reisgezelschap gaat deze week in ge
staag tempo langs markeringspunten op de
vroegere spoorlijn. De Australische gids
Rod Beattie, die van de geschiedenis van
de lijn zijn levenswerk heeft gemaakt, ver
telt in de bus onvermoeibaar over werk
kampen, onmenselijk zware werkomstan
digheden in tropische hitte, de routes die
de krijgsgevangenen dagenlang te voet af
legden.
Donderdag wordt Hell Fire Pass aangedaan.
Hier werden kloven uitgehakt uit rotsen
om ruimte te bieden aan het spoor.
Dag en nacht werd gewerkt in ploegendien
sten, de Japanners hadden haast en dreven
de krijgsgevangenen tot uitputting. De klo
ven zijn nu een toeristische attractie van
jewelste, met Australisch geld gefinancierd.
Een kenniscentrum, uitzichtpunten, keuri
ge panelen met uitleg, trappen die de afda
ling naar het vroegere spoor vergemakkelij
ken.
En voor wie die trappen niet op en afkan,
is er een weggetje richting rails dat begaan
baar is voor minibusjes. De veteranen ma
ken van het busje gebruik.
Hell Fire Pass ligt tegen de groene berghel
ling aangeplakt. Het zicht op het dal is bij
vlagen adembenemend.
Veteraan Eddy van de Logt geniet er ook
van. Het had niet veel gescheeld, of hij had
eerder in de week moeten afhaken. Dins
dagavond begint hij moeizaam te ademen
en wordt hij naar het ziekenhuis van Kan
chanaburi gebracht, onder begeleiding van
de Nederlandse huisarts in het gezelschap
en zijn dochter Jolanda. „Ik dacht nog: het
zal toch niet gebeuren dat mijn vader de
oorlog heeft overleefd, maar dat hij hier nu
alsnog..."
In het ziekenhuis werd een lichte longont
steking vastgesteld, licht genoeg om met
antibiotica te bestrijden. Woensdag sluit
Van de Logt zich weer bij de reis aan,
kwiek als voorheen.
Hele boeken zijn volgeschreven over de ver
schrikkingen rond de Birma-spoorlijn. De
film Bridge over the River Kwai vestigde er
aandacht op, cabaretier Wim Kan werkte
aan de lijn en publiceerde zijn woedende
door Dominique Elshout
I Eddy van de Logt op de brug over de rivier
Kwai.