Hoe we participeren,
maken we zelf uit
l
Niet de overheid, maar de
mensen zelf moeten
bepalen wat de norm is in
de participatiesamenleving.
SPECTRUM 15
«r
WS
51
een voortzetting van deze bespottin
gen. Sint-Nicolaas heeft een achter
grond waar critici op de Zwarte Piet
helaas te weinig van hebben gehoord.
Een van de oude verhalen die over
Sint-Nicolaas de ronde doen, is het
verhaal van het Ethiopische weeskind
Piter, dat als slaaf te koop werd aange
boden op een slavenmarkt. Sint-Nico-
laas kocht hem en liet hem vervol
gens vrij. Hierop besloot Piter om om
bij Sint-Nicolaas te blijven werken als
knecht. Een ander bekend verhaal
over Sinterklaas luid als volgt: drie jon
gens bleven een 'moriaan' bespotten
om zijn zwarte huidskleur. Sint stop
te ze in een enorme inktpot waardoor
ze zwarter werden dan de moriaan
zelf. Het verhaal eindigt met de woor
den 'Ach, lieve kinderen, spot toch
niet als gij iets vreemds aan anderen
ziet'. Sint-Nicolaas zelf was uitgespro
ken anti-racistisch en tegen slavernij.
Pesten keurt de Sint ten strengste af.
Hij geeft daarbij zelf het goede voor
beeld, hij gaat met iedereen respect
vol om.
Voor kinderen is Zwarte Piet een ma
gische, geheimzinnige superheld. Hij
rent als een acrobaat over de daken
van schoorsteen tot schoorsteen maar
is moeilijk te zien want hij is zo zwart
als de nacht. Sinterklaas zou zonder
pieten geen feestje kunnen vieren.
Het verzoek om Zwarte Piet te verwij
deren is daarmee net zo misplaatst als
het verzoek om een hakenkruis te ver
wijderen van een eeuwenoude Hin-
doestaanse tempel. Wat voor de één
een symbool is voor immens veel
leed, is voor de ander precies het te
genovergestelde. Daarnaast kan je je
afvragen of het verwijderen of wijzi
gen van een symbool wel iets oplost.
Als men alleen al een probleem heeft
met de aanblik van één blanke tussen
een grote groep zwarten die voor hem
werken, dan is de bron van die ge
kwetste gevoelens zelf evengoed racis
tisch. Het gevoel 'gekwetst zijn' is per
soonlijk en voor ieder mens verschil
lend.
Overstappen op de kerstman is na
tuurlijk helemaal ondenkbaar. Die is
nota bene afgeleid van Sint-Nicolaas.
Wat is er met zijn knechten gebeurd?
Die zijn verbannen naar een van de
meest afgelegen en witte delen ter we
reld waar ze tot in de oneindigheid
niets anders doen dan cadeautjes ma
ken; terwijl de blanke kerstman niets
anders doet dan dromen over een wit
te kerst. Daar kan je nog veel racis-
tischere kenmerken in zien.
Duidelijk is dat iedereen van dit soort
symbolen en beelden kan maken wat
men zelf wil.
Betekent 'Paars met de Bij
bel' dat de dominee terug
is in onze regering? Het
lijkt er wel op. Want in de
memorie van Toelichting
op de nieuwe Wet Maatschappelijke
Ondersteuning lezen we: „Het is naar
de mening van de regering immers
heel>oormaal dat je je inspant om je ei
gen situatie te verbeteren of dat je iets
doet voor een partner of familielid als
die niet geheel op eigen kracht kan
deelnemen aan de samenleving."
Vroeger werd vanaf de kansel gezegd,
wat de gelovigen normaal moesten
vinden, nu klinkt het uit de torens
van het ministerie richting de bur
gers. In essentie is er echter niets ver
anderd, lijkt het: de dominee stelt
top-down de norm vast.
Het is opmerkelijk, dat de regering
denkt anno 2013 op zo'n manier voor
burgers de toon te kunnen zetten. Net
alsof de emancipatiebewegingen, de
individualisering en de groei van het
opleidingsniveau geen effect hebben
gehad. Het lijkt wel of we nog steeds
geacht worden ons braaf te voegen
naar het woord dat van boven komt.
Nu moeten we wel toegéven dat de re
gering in aanloop naar dit wetsvoor
stel, tal van instellingen en belangen
organisaties heeft geraadpleegd. Dat is
immers de gewoonte in ons land, zo
als we nu ook weer zagen bij de ver
schillende akkoorden die de regering
de afgelopen tijd heeft gesloten. Maar
zou het voor de burger veel uitmaken,
als de zin die we zojuist citeerden, als
volgt zou beginnen: „Het is naar de
mening van bestuurlijk Nederland im
mers heel normaal..." Het is meer dat
de dominee dan door de curie wordt
vervangen. Het effect blijft hetzelfde;
zeker als een in principe positief gela
den begrip als 'participatie' zo nauw
is verbonden met bezuinigingen. Dan
is het risico groot, dat de inzet op een
samenleving waar het normaal is dat
je op eigen kracht bijdraagt aan het
aanpakken van jouw problemen, of
aan die van je naasten, verwordt tot
een 'zoek het lekker zelf uit'.
Dat effect wordt nog versterkt door
het sentiment dat degenen die derge
lijk beleid uitdragen, 'wél goed voor
zichzelf zorgen'. Geen misverstand,
wij delen dat sentiment niet, maar
het valt niet te ontkennen dat er de
laatste tijd wat veel incidenten zijn ge
weest. Dat heeft het gezag van 'de be- -«
stuurder' van een gemeente, zorg- of
onderwijsinstelling of woningcorpora
tie geen goed gedaan.
Wij bepleiten een andere aanpak. Een
aanpak waarbij burgers gezamenlijk
bepalen wat ze 'normaal' vinden en
hoe ze daar in het dagelijks leven in
vulling aan geven. Dat is te bereiken
met het 'civiele gesprek'. Dat gesprek
is erop gericht de maatschappelijke vi
sie en de idealen niet alleen onder
woorden te brengen, maar ook te ver
talen in concrete keuzes in het dage
lijks als gemeenschap samen leven,
wonen, werken en recreëren. Het is
daarbij een geweldige kans dat de ge-
meente verantwoordelijk wordt voor
het gehele sociaal domein van partici
patiewet, maatschappelijke ondersteu
ning, jeugdzorg en passend onder
wijs. Die gemeenschap vinden we na
melijk niet in een Haagse toren, maar
lokaal in dorp, buurt, wijk en stad.
Wij bepleiten, dat burgers de kans
krijgen zélf de toon te zetten. Het frap
pante is dat er op allerlei plekken ini
tiatieven zijn, die hierop vooruit lo
pen. We kennen ze uit onze praktij
ken in bijvoorbeeld een aantal Voge-
laarwijken in Dordrecht. Die laten
ook zien dat, als je mensen de ruimte
ge'eft, hun keuzes en de manier waar
op ze verantwoordelijkheid willen ne
men, niet eens zo ver hoeven af te lig
gen van wat de regering als normaal
ziet. Ze gaan zelfs verder, maar dan
wel omdat ze daar zelf voor kiezen!
Het is aan de bestuurder om zich
dienstbaar op te stellen, ruimte te ma
ken voor zo'n gesprek en mensen de
kans te geven een bijdrage te leveren.
Het gaat immers over hun dagelijks le
ven. En als mensen er niet helemaal
uitkomen? Dan is het aan de bestuur
der om alle inbreng samen te brengen
tot een koers. Maar vanuit die dienst
bare opstelling heeft hij daarvoor dan
ook de morele autoriteit verworven.
Zo wordt niet alleen aan de persoonlij
ke inzet van de mensen recht gedaan,
maar ontstaat ook een participatiesa
menleving waar meedoen niet aan
een ieder is opgelegd, maar die juist
van iedereen is.
ZATERDAG 26 OKTOBER 2013
reageren?
opinie@depersdienst.nl
door Kees Verhaar, Saskia Keereweer
en José Huzen
José Huzen, Kees Verhaar
en Saskia Keereweer
(v.l.n.r.) zijn verbonden aan
JSO Expertisecentrum voor
Jeugd, Samenleving en Ont
wikkeling. Directeur Saskia
Keereweer (1969) van het
JSO, studeerde verpleegkun
de en sociale wetenschap
pen. Zij heeft onder meer er
varing in de thuiszorg, zorg
verzekeringen, jeugdgezond
heidszorg en ouderenzorg.
Bedrijfseconoom Kees Ver
haar volgde een loopbaan in
het onderwijs, de weten
schap, de overheid, consul
tancy en het jeugdbeleid.
Hij is als lector verbonden
aan Pro Education, onder
deel van opleidingsgroep
NCOI. José Huzen heeft er
varing als sociaal pedago
gisch hulpverlener in gezin
nen met een complexe hulp
vraag. Zij studeert nu be
stuurskunde.
Dit artikel is een samenvat
ting van hun boek Stuur
manskunst op moreel kom
pas dat op 7 november uit
komt.