De Tour de France brengt
volgend jaar een
eerbetoon aan de
slachtoffers van de Eerste
Wereldoorlog. In 1919
gebeurde dat ook al eens
met de Omloop van de
Slagvelden, de meest
bizarre wielerkoers die er
ooit is geweest.
m
7
10 SPECTRUM
sport
i
een sport die de
heroïek en de sym
boliek van de strij
dende en lijdende
mens zo met zich
meedraagt als het
wielrennen. Nie
mand die er dan ook van opkeek dat
de Franse krant Le Petit Journal eind
1918 aankondigde dat in april en mei
van 1919 een Circuit Cycliste des
Champs de Bataille gereden zou wor
den. Een Omloop van de Slagvelden,
als eerbetoon aan al die soldaten die
de vier jaren daarvoor hadden gevoch
ten voor het vaderland.
De vrijwel onbeweeglijke, met bloed
doordrenkte fronten langs Ijzer, Som-
me en Marne vormden de rode draad
van de koers. Zeven etappes, van in
totaal bijna 2.000 kilometer lengte,
waren uitgetekend. Start en finish
lagen niet voor niets in Straatsburg.
De Omloop van de Slagvelden was er
immers ook om het heuglijke feit te
vieren dat die Elzas-stad na bijna vijf
tig jaar Duitse bezetting was terugge
keerd in de Franse moederschoot.
De Vlaamse historicus Frank Becuwe
stond er bijna honderd jaar na dato
niet alleen van te kijken dat die wed
strijd ooit is bedacht, maar vooral dat
21 renners de eindstreep hebben ge
haald. „Flet was een koers die niet te
doen was", zegt Becuwe, die drie jaar
bezig was ieder detail van de opzien
barende tour boven water te krijgen.
In zijn recent verschenen boek
Omloop van de Slagvelden voert hij de
lezer door de ogen van de renners
langs een verlaten en verwoest oor
logslandschap. Het is koersen in het
theatre de la guerre. Was de Eerste We
reldoorlog de strijd van de ultieme
waanzin geweest, dan bleef de Om
loop van de Slagvelden daar niet ver
vandaan. 'Deze stad is net zo dood als
Pompei', tekent een verslaggever uit
die tijd op bij het passeren van leper.
Becuwe is geboren en getogen in een
echte Vlaamse wielerstreek. „Maar bij
die sport ligt mijn passie niet", zegt
de man uit Keiem. Vooral het oorlogs
verleden van de Westhoek, zoals de
streek wordt genoemd, interesseert
hem. "Rissen 1914 en 1918 hielden de
geallieerden en de Duitsers elkaar
daar aan weerszijden van het riviertje
de Ijzer in een verlammende wurg
greep. „De meeste Belgische soldaten
sneuvelden niet door kogels of grana
ten, maar door ziektes", schetst hij de
horror van de Ijzer. De loopgraven
werden het symbool van een misse
lijkmakende, zinloze oorlog.
Vier jaar geleden kreeg Becuwe van
een vriend de tip dat langs de loopgra
ven, dodenakkers en verwoeste dor
pen in 1919 alweer een wielerkoers
was gereden. „Een koers die kennelijk
compleet uit het collectieve geheugen
was verdwenen", schetst hij zijn ei
gen verbazing. „In het standaardwerk
Het rijke Vlaamse wielerleven van Karei
van Wijnendaele worden er twee pagi
na's aan gewijd. Dat is alles."
Becuwe ging graven in krantenarchief
ven en kon zo een verrassend leven
dig beeld van de wedstrijd reconstrue
ren. 'Wanneer de renners in Beerst,
het eerste dorp van het niemands
land, aankomen, heerst er een grote,
doodse stilte. Voor het eerst in deze
ronde valt er langs de kant van de
weg geen levende ziel te bespeuren',
schrijft Becuwe. Even verder schetst
hij hoe een druk gebarende toeschou
wer voorkomt dat de renners verdwa
len in de puinhopen van waar ooit
een stadje lag. „Ik heb niets zelf inge
kleurd", verzekert Becuwe. „In mijn
opleiding tot historicus is het er in ge
stampt dat we alleen uit mogen gaan
van betrouwbare bronnen."
Wat hij bij het bronnenonderzoek
vond, wekte veel verbazing. Natuur
lijk begreep hij dat Duitsers, Oosten
rijkers en Hongaren waren uitgeslo
ten van deelname. Dat het wedstrijd
reglement vermeldde dat de organisa
tie geen verantwoordelijkheid droeg
als een renner op een niet ontplofte
granaat reed, verwonderde de auteur
evenmin. Maar waarom gingen op
maandag 28 april 1919 in Straatsburg
87 mannen van start voor een wed
strijd over wegen die door de oorlog
compleet verwoest waren? „Voor het
geld wellicht", zegt Becuwe.
Organisator Le Petit Journal kwam
met een voor die tijd ongekend grote
prijzenpot op de proppen. De krant
hoopte in de twee weken die de wed
strijd zou duren (iedere etappe werd
afgewisseld met een rustdag) de op-
door Ad Pertijs
Paul Ménager, de meest rechtse renner, was een van de deelne
mers aan de Omloop van de Slagvelden.
De Franse wielren
ners Ernest Paul,
kort na 1919.
Grote foto rechts:
De route ging on
der meer door
Diksmuide.
foto's Bibliothèque
Nationale de France