n
JL
66 Elke restaurator
die op bezoek
kwam, vroeg ik
wat die dacht dat
mogelijk was
Negen folioban
den met kaarten
die 200 jaar
geleden zijn verza
meld, vormen een
naslagwerk van
het ontstaan van
het Koninkrijk der
Nederlanden.
10 VERDIEPING
OUDE LANDKAARTEN
MARE
Jarenlang lagen ze praktisch onaange
roerd op de afdeling Bijzondere Col
lecties van de Universiteit van Am
sterdam: negen in leer gebonden ban
den met ruim zeshonderd gedrukte
en handgetekende kaartbladen (folio
banden) uit de late 17e, de 18e en de vroege
19e eeuw.
Niemand die eigenlijk goed wist hoe de
verzamelaarsatlas, ook wel atlasfactice ge
noemd, in de collectie terecht was geko
men. Geen archivaris die zich ooit had be
kommerd om de verzameling topografi
sche kaarten van Nederlandse provincies
en waterschappen, projectplannen voor be
dijkingen en droogmakerijen, kust- en ri-
vierkaarten, militaire kaarten en histori
sche reconstructiekaarten.
Anders dan bij de gangbare atlassen die in
oplagen verschenen, zoals een editie van
de Bosatlas, was de inhoud volstrekt on
voorspelbaar. „Ze vonden het maar een
raar ding, een stel ingebonden kaarten zon
der titel, jaartal of zelfs maar een inhouds
opgave. Iemand die zich bezighoudt met
het beschrijven van boeken, wordt daar nu
eenmaal een beetje iebel van", verklaart
conservator kaarten en atlassen Jan Wer
ner.
Vijfjaar geleden opperde hij bij zijn werk
gever het idee om alle negen banden te res
taureren. „Deze atlas heeft me van begin af
aan gefascineerd", zegt hij. „Elke keer dat
we een restaurator op bezoek hadden, nam
ik die mee naar de atlas en vroeg ik wat die
dacht dat mogelijk was. Natuurlijk blijf je
altijd onzeker over een project met een om
vang als dit, maar door alle opgebouwde er
varing durfde ik het aan." Zo geschiedde.
In 2010 werd begonnen met de algehele res
tauratie en digitalisering van de Atlas der
Neederlanden.
Vandaag neemt koning Willem-Alexander
de eerste facsimile, een reproductie op wa
re grootte, in ontvangst. Morgen is de ge
lijknamige tentoonstelling open voor pu
bliek. Ook verschijnt een tiende deel, met
daarin een wetenschappelijke beschrijving
van de historisch-cartografische achter
gronden van de Atlas der Neederlanden. En
er is een wandelboek samengesteld, dat le
zers leidt langs de historische sporen in
het landschap. Een atlas factice is tegen
woordig een zeldzaamheid, maar in de 17e
en 18e eeuw bestond onder welgestelde
kooplieden, bestuurders en andere notabe
len in de Republiek een rijke traditie om
collecties van kaarten, plattegronden en to
pografische afbeeldingen aan te leggen.
Door verval vielen veel verzamelaarsatlas
sen uit elkaar en de exemplaren die bij anti
quariaten terechtkwamen, werden vaak uit
elkaar gehaald. „Het is veel interessanter
een losse wandkaart te koop aan te bieden.
Je weet zelf ook wel hoe dat gaat: zo'n af
beelding van het aangezicht van Utrecht,
om maar wat te noemen, die willen men
sen thuis wel aan de muur hebben", ver
klaart Werner.
Het feit dat de oude kaartenverzameling
met daarin gevouwen, opgeplakte en tus
sengevoegde kaarten, intact is gebleven,
maakt de restauratie van de Atlas der Nee
derlanden zo interessant. „Compleet wordt
-ie nooit, dat is het kenmerk van een atlas
factice", zegt Werner. „De kaarten en teke
ningen werden losbladig aangeschaft.
Soms werden de verzamelde bladen gebon
den, waarmee een unieke, particuliere ver
zamelaarsatlas ontstond. Een inhoudsopga
ve ontbreekt vaak."
De atlas geeft een gedetailleerd topogra
fisch totaalbeeld van de Noordelijke en Zui
delijke Nederlanden. „De Franse tijd zit er
in verwerkt en de eerste twee jaren van het
koninkrijk. Daarom zie we de Atlas der Nee
derlanden als de afsluiting van het ancient re
gime én als het begin van het ontstaan van
het Koninkrijk der Nederlanden. Kaarten
van de koloniën en de Zuidelijke Nederlan
den zie je niet zo vaak, daarom ben ik blij
dat die er óók in zijn opgenomen. De publi
catiedatum en de tentoonstelling vallen sa
men met de viering van tweehonderd jaar
koninkrijk. Dat komt nu mooi uit."
De herkomst van de atlas is onbekend. „Ik
heb er twee theorieën over", zegt Werner.
„De ene is dat Cornelis Covens, toentertijd
de baas van de Amsterdamse kaartenhan-
del en -uitgever Covens en Mortier, de
mappen heeft samengesteld. De tweede
theorie is dat ze in de Franse Tijd zijn be
steld door een overheid om overzicht te
krijgen van Nederland, dat vóór die tijd
een ratjetoe van gewesten was. De Fransen
hadden behoefte aan centralisering."
Alle kaarten zijn gedigitaliseerd, zodat ze
voortaan kunnen worden geraadpleegd
zonder dat het gerestaureerde, doch fragie
le origineel hoeft te worden aangeraakt.
„Veel kaarten zijn stukken van een grote
wandkaart. Indertijd konden ze de koper
platen niet groot genoeg maken, dus wer
den ze in onderdelen afgedrukt. De wand
kaarten hangen op veel plekken, maar zijn
vaak bruin en verbleekt. De foliobanden
hebben ze beschermd. Zoals je ze hier ziet,
die prachtige inkleuring, zo mooi zie je ze
nooit. Aan de andere kant, dat
keer-op-keer openvouwen is de doodsteek
voor het materiaal. Op de hoeken komen
Toen de zee nog
boven lag
door Lilian Dominicus
Conservator Jan Werner van de
Universiteit van Amsterdam
V