-L
SPECTRUM 11
Allochtone
kinderen en
obesitas
kinderen zal de alvleesklier al op twin
tig- of dertig-jarige leeftijd zijn opge
brand.
De kinderen die in het Slotervaartzie
kenhuis komen, zijn allemaal code
rood of donkerrood, de ernstigste obe-
sitasgevallen met een groot gezond
heidsrisico. „Maar het belangrijkste
zijn de psychosociale klachten", zegt
kinderarts Hans Budde, die het cen
trum tien jaar geleden opzette met
Ines von Rosenstiel. „De discrimina
tie, het stigma, het pesten, het lage
zelfbeeld, het isolement, emotionele
problemen en gedragsproblemen."
De ultieme behandelmethode voor
obese kinderen is nog niet uitgevon
den, het probleem is relatief nieuw.
Ons eet- en beweegpatroon is veran
derd. „We 'grazen' steeds meer, vaak
de hele dag door. We hoeven steeds
minder te doen. Kinderen zitten ein
deloos achter een beeldscherm. Sui
ker en vet zijn verslavend en de voe
dingsindustrie stopt het overal expres
in. De portiegrootte is enorm toegeno
men. Het is niet: als je dit of dat doet,
komt het goed. We zijn nog aan het
zoeken naar de oplossing."
Het Slotervaart begon twee jaar gele
den met de Malmö-therapie, een in
Malmö in Zweden ontwikkelde ge
zinstherapie, ofwel OOGST (Obesitas
OplossingsGerichte SysteemThera-
pie). Officieel heet het programma
Standardized Obesity Family Therapy
(SOFT). De focus ervan is oplossings
gericht: wat is voor de kinderen de ge
wenste situatie én hoe denken ze die
te kunnen bereiken? In overleg met
het team van het obesitascentrum en
hun ouders bepalen de kinderen zelf
de stapjes die haalbaar zijn in de
maanden tussen de consulten. Waar
het om gaat, is hun kwaliteit van le
ven te verbeteren en de gezondheids
risico's terug te brengen.
Inderdaad een 'softe' aanpak, zegt
Budde. „Een enorme omschakeling
als dokter. Centraal staat wat wél
goed gaat, niet het probleem. Het is
heel belangrijk niet sneller te gaan
dan de patiënt. Je moet soms achter
overleunen. Heel veel dingen doen ze
niet goed. Maar wij focussen op wat
wél goed gaat. Het is een uitnodigen
de benadering. Je ziet hoe kinderen
beginnen te stralen. Opeens krijgen
ze complimenten, terwijl ze verwach
ten op hun donder te krijgen."
De nieuwe aanpak werkt bij 30 tot
40 procent van de kinderen die bij het
obesitascentrum komen. Voorheen
was het slagingspercentage 20 tot
25 procent. „We moesten eerst de kin
deren heel vaak terugzien om ze te
motiveren en de druk op de ketel te
houden. Nu zien we de kinderen
maar vier of vijf keer met drie tot zes
maanden tijd tussen de afspraken. En
het aantal dat afhaakt, is kleiner."
Toch komt 20 tot 30 procent niet eens
opdagen op de eerste afspraak. Als het
team deze ochtend aan de ovale tafel
aanschuift, kinderarts Budde, diëtist
Magdalena Gorzelak en gespeciali
seerd verpleegkundige Jantsje Reits-
ma, is de blik op de klok gespannen.
Eerst staan de intakegesprekken op
het programma. Patiënte één is te laat
en heeft sinds eerdere behandelpro
gramma's een 'no-show'-reputatie.
Maar dan verschijnt ze alsnog. Haar
moeder in boerka, zij wijd omhuld en
met hoofddoek. Amina (10) weegt
bijna 80 kilo. Ze heeft morbide obesi
tas, ofwel extreem overgewicht. Haar
cholesterolgehalte is te hoog en in de
familie komt suikerziekte voor. Als ze
loopt, heeft ze last van haar ademha
ling. Ze kijkt de volwassenen aan tafel
nauwelijks aan.
Maar gaandeweg het consult komt ze
los. Trots vertelt ze hoe ze zichzelf
een strak regime heeft opgelegd van
fruit en salades. Soms eet ze een hele
dag niets. Want, zegt ze, als je gezond
leeft, dan ben je dun en dat is mooier.
Dat ze toch niet is afgevallen, komt
door het Suikerfeest. Toen heeft ze
wel heel veel gesnoept.
„Jeetje, wat ben jij al goed aan het na
denken", complimenteert Gorzelak
haar. Alle pluspunten worden geno
teerd: ze eet veel fruit, wil sporten,
gaat soms lopend naar school. Maar
dan wordt Amina voorzichtig uitge
legd dat ze te hard van stapel loopt.
Zo'n streng dieet is niet vol te hou
den. Door niet te ontbijten en te vas
ten maakt ze haar lichaam in de war.
„Dat denkt: alles wat ik straks krijg,
moet ik opsparen." Amina kijkt onge
lovig: is het écht zo dat je door meer,
maar regelmatiger eten kunt afvallen?
De afspraak voor de komende maan
den wordt dat Amina gaat proberen te
ontbijten. Hoe denkt ze dat te gaan
doen? Eerder opstaan? Kan mama
daarbij helpen? Hoeveel dagen denkt
ze dat te kunnen doen?„We hebben
het over leren, over wennen. We moe
ten iets afspreken wat haalbaar is",
zegt Gorzelak. Amina's ogen schitte
ren. Alle dagen gaat ze ontbijten.
Met de Malmö-methode worden kin
deren in staat gesteld hun probleem
in eigen hand te nemen. Zoals Budde
Het
belangrijkst
zijn psycho
sociale
klachten,
door het
stigma, het
pesten en
het lage
zelfbeeld
zegt: „Je slingert ze aan en dan gaat v
het wiel draaien." Het gros van de kin
deren die hij ziet, is van allochtone af
komst. Obesitas heeft culturele achter
gronden. Risicogroepen zijn vooral
Tlirkse en Marokkaanse kinderen en
kinderen uit lagere sociale klassen.
Daarnaast spelen genen een rol. „Kin
deren met dikke ouders hebben hun
genetica tegen. En dik trouwt vaker
met dik, dus je bent steeds slechter af.
Dikke mensen zoeken bescherming
bij elkaar. Maar vaak versterken ze el
kaar ook in hun gedragspatronen."
Kleine Hennah (10) is een inspiratie
voor haar moeder. Die ziet hoe goed
haar dochter het doet en wil nu haar
eigen overgewicht aanpakken.
Na de intakegesprekken komen 's mid
dags de kinderen die al in het pro
gramma zitten op herhaling. Hennah
draait sinds een jaar mee en is hoog
uit nog stevig. „Ik ging niet meer veel
snoep eten, ik dacht er niet meer aan.
En eerst ging ik nog drie keer patat
eten, maar toen ook niet meer."
Budde vraagt alle kinderen welk cijfer
ze zichzelf zouden geven op een
schaal van één tot tien. Hennah denkt
diep na, de handen voor haar brillen-
glaasjes geslagen. „Een acht!", zegt ze
dan triomfantelijk. Amina had zich
zelf aan het begin een twee gegeven,
maar begreep later dat ze toch echt
wel een zeven mocht zijn. Ook Faw-
zia, de laatste patiënt van vandaag,
geeft zichzelf een zeven. Dat ze is aan
gekomen, komt doordat ze vanwege
problemen met haar knieën amper
kon bewegen. Haar moeder valt haar
bij. „Ik vind het meevallen. Al vanaf
Koninginnedag had ze pijn. We zijn --
al blij dat ze weer kan lopen."
Nadat ze zijn vertrokken, kijken diëtis
te en verpleegkundige elkaar met een
blik van verstandhouding aan. Altijd
heeft Fawzia een excuus - en anders
haar moeder wel. Vorige keer was ze
ook net een week voor de afspraak
'weer begonnen'. Het team gaat in
tern bespreken hoe het nu verder
moet met Fawzia. Want in zone rood
zijn er grenzen. In zone rood moet
een kind binnen een jaar echt 5 tot
10 procent afvallen. „Als het van m
kwaad tot erger gaat, komen we echt
wel uit onze comfortzone", zegt Bud
de. „Dan moeten we gaan praten over
opname, of een ingreep. Voor een
heel kleine groep is een maagband
misschien de enige oplossing."
Soms, zegt Budde, is het best heftig
hier in het kinderobesitascentrum en
word je er emotioneel van. Als je kin
deren langer ziet, maar merkt dat het
niet gaat. Als er kinderen komen van
wie je meteen weet: dit wordt niks,
die hebben genetisch zo'n pech en
hebben al zo vaak gefaald. En soms
ook voelt hij onmacht. „Als een kind
'donkerrood' is en voor zijn 16e ver
jaardag van zijn ouders een scooter
krijgt. Dan kost het me moeite niet
uit mijn slof te schieten."
ZATERDAG 12 OKTOBER 2013
De zusjes Bibi (11) (links) en Zoë (10)
hebben allebei overgewicht. Ze volgen
sinds een jaar het OOGST-programma bij
het Amsterdamse Slotervaartziekenhuis.
Deze meisjes komen niet in het verhaal
voor. foto's Linda Grool
Bij minder dan 5 procent van de obe
se kinderen is de oorzaak lichamelijk
(bijvoorbeeld hormonaal of chromo
somaal). In 95 procent van de geval
len gaat het om alimentaire obesitas,
door het voedings- en bewegingspa
troon veroorzaakt overgewicht. Ma
rokkaanse en Turkse kinderen horen
tot de hoogste risicogroepen voor
obesitas. Daarna volgen Surinaamse
en Antilliaanse kinderen.
Uit TNO-onderzoek blijken de volgen
de factoren een rol te spelen: meer
tv op de slaapkamer, minder fietsen,
meer gebruik van het openbaar ver
voer, beloningssysteem met zoetig
heid, culinaire gastvrijheid, opvoe
dingsstijl met een andere manier en
een ander tijdstip van grenzen stel
len.
Het kinderobesitascentrum heeft on
langs de brochure Wat kan ik doen?
uitgebracht. Dit is een oplossingsge
richte handleiding voor kinderen en
hun ouders vol informatie en tips om
overgewicht en obesitas aan te pak
ken. Voor meer informatie zie
www.slotervaartziekenhuis.nl
L
in hun lijf
I
De namen van de kinderen in dit artikel
zijn gefingeerd.
reageren?
spectrum@depersdienst.nl