I
Engeland, Frankrijk, België en Nederland gaan
intensief samenwerken in de rampbestrijding op
zee. De coördinatie van deze Maritime Incident
Response Groups (MIRG) gebeurt in Zeeland.
2 SPECTRUM
In de twintig jaar dat ik bij de brand
weer in Kent zit, heb ik twee grootscha
lige incidenten meegemaakt waarbij de
inzit van Mirg nodig was", zegt project
officier en instructeur David Brown.
„Maar wekelijks gebeuren er op dit stuk
je druk bevaren Noordzee zeker hon
derd kleinere incidenten, die de bemanning aan
boord liever zelf oplost in plaats van de specialis
ten te bellen. Uit een soort misplaatste trots of
zo, ik weet niet wat dat is. Soms is het ook écht
niet nodig. Maar een kapitein is verplicht een
brand, hoe klein dan ook, aan boord te melden
bij de kustwacht, voordat ze het Kanaal opvaren.
Daarmee wordt voorkomen dat iets ogenschijn
lijk onschuldigs kan uitgroeien tot een ernstige
calamiteit."
Eén identieke werkwijze en onderling uitwissel
baar materieel; tot in de diepste poriën moeten
de brandweerspecialisten uit de vier Noorzeelan
den in staat zijn als een hecht team (Mirg-EU)
te opereren. Indien nodig kunnen ze elkaar aan
vullen of aflossen. Daarnaast wordt hechte sa
menwerking gezocht met het Rotterdamse
Brons-team. Waar Mirg vooral het benaderen en
beheersen van branden op vrachtschepen als
speerpunt heeft, ligt de specialiteit van Brons
meer op het terrein van passagiersschepen. De
Veiligheidsregio Zeeland levert drie Mirg-teams
van twaalf manschappen. Na een maanden du
rende intensieve training staan ze vanaf juni vol
gend jaar dag en nacht paraat om in te grijpen
bij onheil op het water.
Het tweede Zeeuwse team heeft de afgelopen
week kennisgemaakt met 'de hel van Calais':
een stalen scheepsconstructie waarin een gasge
stookt vuurtje naar believen flink kan worden
opgestookt. „Tot zo'n 450 graden Celsius", zegt
de Franse operator met een vette grijns. Delano
Wattimena haalt zijn schouders op bij het ho
ren van die temperatuur. In het eigen Vlissingse
oefencentrum heeft hij letterlijk wel voor hetere
vuren gestaan. De moeilijkheid van de Franse si
mulator zit 'm wat hem betreft juist in de vele
gangetjes, deuren en trappen waaruit kan wor
den gekozen om de verschillende dekken te be
reiken. En dat doolhof wordt versterkt door don
kere en dikke rook. „We zijn het heje schip door
geweest voordat we bij dek nul uitkwamen, bij
de sector die wij moesten koelen."
Koelen is dé tactiek van de Mirg. Het daadwerke
lijk bestrijden van een brand op volle zee is vaak
onbegonnen werk. „Veel belangrijker is dat het
vuur onder controle kan worden gebracht. Zo
dat er verder geen gevaar voor de opvarenden be
staat, er geen massale evacuatie nodig is en het
schip veilig een haven kan worden binnenge
loodst", legt de Zeeuwse operatieleider Eric
Lems uit. De lokale brandweer kan het karwei
vervolgens afmaken.
De Mirg-leden worden specifiek getraind in het
benaderen van een scheepsbrand. Doorgaans
worden ze uit een helikopter op dek gezet. En
ook dat heeft zo z'n risico's. Dit jaar nog zal de
Mirg-Zeeland ondervinden wat het inhoudt
wanneer de heli tijdens een operatie het water
raakt en crasht. In een speciaal bassin worden ze
in een modelheli onder water geduwd. Een klei
ne luchtfles, die deel uitmaakt van hun persoon
lijke uitrusting, garandeert dat ze een krappe
acht minuten hebben om uit die benarde situa
tie te ontsnappen. Lens wijst bij de droogoefe-
ning in Calais op de grote zakken die worden in
gepakt, voordat ze de helikopter ingaan. Daarin
EP
De hitte in de simulator kan
oplopen tot zo'n 450 graden
Celsius.
Brandweerspecialisten
Koelen met een deken van water is essentieel bij het beteugelen van een scheepbrand.
door Marcel Modde