Een gezonde overheid zorgt voor goede informatievoorziening
richting burger en journalistiek. Dat zou de ambitie moeten
zijn voor minister Plasterk bij de aanpak van de
Wet Openbaarheid van Bestuur.
k
14 SPECTRUM
opinie
Ruim dertig jaar gele
den werd de Wet
Openbaarheid van
Bestuur (WOB) in
het leven geroepen.
Een wet die ervoor
moest zorgen dat
burger en journalist beter inzicht krij
gen in het handelen en de besluitvor
ming van de overheid, door een recht
op toegang tot overheidsinformatie
vast te leggen. Dit recht geeft de bur
ger de mogelijkheid om controle uit
te oefenen op het zuiver functioneren
van politiek en overheid.
De laatste jaren is dit recht op infor
matie verstevigd. De overheid moet
een dwangsom betalen als een infor
matieverzoek van een burger niet tij
dig wordt opgevolgd. Dat heeft ertoe
geleid dat soms informatieverzoeken
worden gedaan, puur met het doel
om dwangsommen te innen.
Een kwalijke zaak die de doelstelling
van de WOB ondermijnt, daar zijn
vriend en vijand het over eens. De re
cente gevallen, waarbij burgers probe
ren de overheid te slim af te zijn door
dwangsommen tè innen, mogen ech
ter niet de drijfveer worden om de
wet aan te passen. Er zijn veel belang
rijkere redenen om de WOB aan te
pakken.
De misbruikdiscussie die nu speelt
leidt af van het werkelijke probleem:
het feit dat veel overheden hun infor
matievoorziening niet op orde heb
ben en niet over de juiste mentaliteit
beschikken om informatie beschik
baar te stellen. Toegang tot overheids
gegevens is essentieel, voor goede be
sluitvorming en voor een behoorlijke
controle daarop. Het aanpakken daar
van zou topprioriteit moeten krijgen,
dan zou het misbruikprobleem als
sneeuw voor de zon verdwijnen.
Journalisten zijn soms op zoek naar
zeer gedetailleerde of omvangrijke
overheidsinformatie. Daarvoor heb
ben ze doorgaans goede redenen. Al
leen door alle stukken boven water te
krijgen, die hebben geleid tot een con
troversieel besluit, kan de zuiverheid
daarvan worden vastgesteld. Pas als
een vergelijking kan worden gemaakt
tussen het bestedingsgedrag van diver
se gemeenten, kan een discussie over
excessen worden gevoerd.
En pas als alle bonnetjes van een (te)
veel declarerende wethouder boven ta
fel zijn, kan een oordeel worden ge
vormd over diens morele handelen.
Weet u als burger hoe rijk uw ge
meente of provincie is en hoe zorgvul
dig ze feitelijk met uw geld omgaan?
Waarschijnlijk wilt u dat niet tot in
detail weten, tot het moment dat u er
lucht van krijgt dat er misschien
wordt gerommeld. Dat er wel erg mak
kelijk van gemeentelijke creditcards
gebruik wordt gemaakt of'vriendjes'
van bestuurders bouwprojecten krij
gen toegeschoven of er een stinkende
fabriek in uw wijk gepland wordt.
Nederland is van ons allemaal. Dat is
de essentie van onze democratie. Dat
we samen, op lokaal, regionaal en lan
delijk niveau kunnen kiezen hoe ons
land en onze gemeente bestuurd
wordt. Dat kiesrecht gaat gepaard met
een grote portie vertrouwen. Dat ge
ven we elke vier jaar aan politieke ver
tegenwoordigers die voor ons keuzes
maken. Maar dat vertrouwen moet
wel getoetst worden. We moeten als
burger onze politieke keuzes kunnen
baseren op feiten, op daden, op de wij
ze waarop er met ons geld is omge
sprongen, op de achterliggende rede
nen van besluiten.
Dat is de essentie van de Wet Open
baarheid van Bestuur. Dit lijkt vol
strekt logisch, en dat is het ook, maar
'grappig' genoeg trad de wet, die dit
regelt, pas in 1980 in werking. We zijn
bijna 35 jaar verder en de mogelijkhe
den om kennis te nemen van informa
tie hebben een enorme vlucht geno
men. We vinden het anno 2013 vol
strekt logisch dat alle relevante gege
vens over een bepaald onderwerp met
een druk op de knop te vinden zijn.
Maar vreemd genoeg is deze logica
niet overal doorgedrongen. Veel ge
meenten hebben er nog niet voor ge
zorgd dat relevante informatie op een
eenvoudige manier beschikbaar is.
De stukken zijn er, maar liggen soms
diep in archieven, of zijn moeilijk
vindbaar opgeslagen in allerlei soor
ten bestanden. Dit is om meerdere re
denen alarmerend: het betekent dat
niet alleen burger en journalist slecht
toegang hebben tot informatie, maar
ook dat de politieke besluitvorming
gebaseerd is op slecht toegankelijk fei
tenmateriaal. Deels is dit onkunde
maar deels lijkt het ook onwil. Beide
zaken zouden hoog op de politieke
agenda moeten staan. De onkunde,
omdat het onbegrijpelijk is dat overhe
den het toegankelijk maken van infor
matie geen topprioriteit geven.
Daar waar het om onwil gaat, is er
ml ««■WW»
nog meer reden voor zorg. Ambtena
ren en overheden zouden het goed en
objectief informeren van de burger al
tijd als uitgangspunt moeten nemen.
Dat vraagt om een andere basishou
ding dan nu soms wordt aangetroffen
door journalisten, als zij verzoeken in
dienen. Die houding, waarbij wordt
getraineerd, willens en wetens infor
matie wordt achtergehouden of zelfs
geld (leges) wordt gevraagd voor infor
matieverzoeken, wordt veelvuldig ge
signaleerd in de journalistieke prak
tijk, zo blijkt uit een onderzoek uit
2012 van de Universiteit Groningen.
Een verbetering van de WOB, waar
voor minister Plasterk (Binnenlandse
Zaken) nu een voorstel in de maak
heeft, kan een deel van de oplossing
bieden. Maar belangrijker is een men
taliteitsverandering bij ambtenaren
en politiek. Burger en journalist heb
ben een recht op overheidsinformatie,
daar zou het beleid van overheden op
moeten worden ingericht.
Dat vraagt misschien op korte termijn
om investeringen, in gebruiksvriende
lijke ICT-oplossingen en ambtenaren
Jurist Thomas
Bruning is alge
meen secretaris
van de Neder
landse Vereni
ging van Journa
listen en be
stuurder van
Villamedia Uit
geverij. Hij is ge
specialiseerd in
media- en au
teursrecht en is
initiatiefnemer
van Stichting
Persvrijheids-
fonds. Eerder
werkte Bruning
bij een advoca
tenkantoor en
was hij onder
handelaar bij
werkgeversorga
nisatie voor or
kesten CNO.
Goed bestuur begint
bij open overheid
door Thomas Bruning