SPECTRUM 3 w en pakt er een kostbare, antieke atlas uit. Uit een opdracht met potlood, voorin geschre ven, blijkt dat Den Ouden de atlas in 1888 schonk aan zijn dochter, De longs grootmoe der. Zo vrijgevig als hij was voor zijn familie, kon hij zich onmogelijk voor al zijn dorpsgeno ten in Nieuw-Lekkerland betonen. Terschel- lingers of Vlielanders die een deel van het Lu- tinegoud vonden, wisten meteen wat dat be tekende: wegwezen. Anders zou je er in de kleine, gesloten gemeenschap waarin niks ge heim bleef tot in lengte van dagen op wor den aangesproken. Twee palingvissers uit Schiermonnikoog die een deel van de schat hadden opgevist, vertrokken naar Amster dam om zich daar een nieuwe privé-vloot aan te schaffen. Hen zagen ze op de eilanden niet meer terug. Maar Arie den Ouden, die zat vast aan zijn pas verworven woonhuis. Hoe kon hij over zijn plotselinge rijkdom te genover zijn mededorpsbewoners verant woording afleggen? Allemaal kenden ze de geruchten over het illegaal bemachtigde Luti- negoud. Den Ouden liet daarop een myste rieuze boodschap in kleine tegeltjes op zijn voorgevel metselen: 'Om mei waar, 1895'. Zijn dorpsgenoten zullen hun schouders er over hebben opgehaald. Zij wisten de achter liggende betekenis niet die nazaat Cor de Jong wel kent: de woorden verwijzen name lijk naar een al bijna even mysterieus ge dicht vol taalfouten dat zijn overgrootvader achterliet. "Rissen de regels klinkt echter dui delijk zijn wroeging door. 'Om mei wert reets dat huis en grond ver kocht', schreef Den Ouden, 'waardoor ik raat bij een notaris zogt. Om mei vijant te ontlo pen. Waardoor ik het vooruit af moest ko pen.' Een huis dus dat voor een ander be stemd leek, maar dat Den Ouden zich dank zij zijn nieuwverworven kapitaal makkelijk kon toe-eigenen. 'Waardoor wort gezegt waar haalt hij het geld. Om mei ziet Metze- laar, Smit en Timmerman zig te leur. Waar door het nu staat van alle kleur. Om mei ziet men daar nu letters staan, waardoor het ge- hijm nu is voldaan.' Het 'gehijm' - was dat Den Oudens illegale vondst van een deel van het Lutinegoud? Het zou in elk geval verklaren waarom zo'n aanzienlijk deel van de schat nooit werd ge vonden. Niet door de Limburger Frans Beckers die begin jaren dertig van de twintig ste eeuw een toren op het Lutinewrak liet bouwen, waarna duikers ongehinderd door de stroming op het achterschip afdaalden. Niet door de tinbaggermolen Karimata die in de zomer van 1938 de wrakplek tot zo'n zestien meter diepte afgroef (opbrengst één enkele goudstaaf). En zelfs niet door de Har- linger tandarts Ane Duijf, als laatste in het bezit van de licentie om op het Lutinewrak onderzoek te mogen doen. Ondanks de inzet van een modern werkeiland en van sonar- apparatuur waarmee metaal tot diep in de zeebodem kon worden opgespoord, moest hij zijn poging in oktober 2010 staken. Ja, Duijf vond nog een paar doorgeroeste ijzeren hoepels die om de tonnetjes goud hadden ge zeten. Maar de inhoud was foetsie. Zeker, nazaten van Volendammer vissers ko men er inmiddels rond voor uit dat hun voor ouders een deel van de goudstaven illegaal hebben opgedregd. Op Terschelling doen ver gelijkbare verhalen de ronde. Daarin past ook de geschiedenis van sleepbooteigenaar Arie den Ouden. Bewijsbaar is het niet, ver dacht wel. In de laatste regels van zijn gedicht bekent Den Ouden 'nacht en dag' de Heere te vre zen 'om mei te-stele in gerigt'. Zijn vrees werd bewaarheid. De zes zonen die Den Ouden kreeg, overleden allemaal op jonge leeftijd. Ook zijn enige dochter, Cor de Jongs grootmoeder, zou eerder sterven dan haarva der. Zo leverde de Lutine, Frans voor kwelgeest, ook Arie den Ouden uiteindelijk een tra gisch leven op. Maar geld, dat was er in de fa milie sindsdien altijd. „Toen mijn grootva ders smederij bij zijn overlijden bijna failliet was", zegt Cor de Jong, „schonk mijn moe der het nodige geld om het bedrijf te kun nen redden." Het baggeren, zoals Arie den Ouden dat succesvol bij Terschelling had ge daan, bleef in de belangstelling. Zelf zette De Jong in Zierikzee met zijn oudste zoon een succesvol bedrijf op in pijpen en bochten voor de baggerindustrie. Nee, boven het Lutinewrak zullen ze niet worden ingezet. Daar heeft overgrootvader het werk ooit al meer dan goed gedaan. Martin Hendriksma: Lutine, de spannendste Nederlandse goudjacht ooit - Uitgeverij De Geus, 19,95 euro. De auteur houdt dinsdag 8 oktober een lezing over zijn boek in café De Biet, Zierikzee. Aanvang: 20.00 uur. En op vrijdag 11 oktober in De Drvkkery in Middel burg, 16.30 uur. ZATERDAG 5 OKTOBER 2013 V V -•r Het Engelse fregat Lutine verging op 9 oktober 1799 bij Terschelling met een lading goud en zilver aan boord - schilderij van een onbekende schilder. Lutineduiker Jan Van Drimmelen, die gedurende bijna vijftig jaar naar het wrak dook.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 61