1
i
1
1
1
Steeds meer kinderen met leerproblemen,
gedragsstoornissen of handicaps gaan vanaf
volgend schooljaar naar gewone basisscholen
en middelbare scholen.
ZORG VOOR LEERLINGEN
EP
Duizenden leraren uit het
hele land stonden in 2011
en 2012 op de barricaden:
eerst in Nieuwegein, la
ter in de Amsterdam Are
na. Ze protesteerden tegen de bezuini
gingen van driehonderd miljoen euro
op het passend onderwijs. Marja van
Bijsterveldt, destijds minister van On
derwijs, werd weggehoond om haar
plannen. De leraren kregen uiteinde
lijk wat ze wilden: de invoering van
het passend onderwijs werd een jaar
uitgesteld en de bezuinigingen zijn in
middels van de baan.
Vanaf volgend schooljaar gaat het dan
echt gebeuren. Steeds meer kinderen
moeten de komende jaren mee gaan
draaien op gewone scholen: dat is het
doel van het passend onderwijs. Als ze
leerproblemen of gedragsstoornissen
hebben, krijgen ze begeleiding op
maat op hun school. Alleen kinderen
die het écht nodig hebben, gaan naar
het speciaal onderwijs.
De onderwijsvernieuwing wordt inge
voerd omdat het aantal kinderen met
speciale begeleiding de afgelopen tien
jaar enorm gegroeid is. Daardoor dreig
de het onderwijs onbetaalbaar te wor
den. Het huidige systeem rammelt, vin
den ook de onderwij sbestuurders.
„Scholen worden op dit moment be
loond om een kind een sticker op te
plakken. Dat mag nooit de bedoeling
zijn", zegt Ad Vis, voorzitter van het sa
menwerkingsverband voor basisscho
len op de Bevelanden en Schouwen-
Duiveland. „Sinds 2003 is er ineens
een explosie in het aantal kinderen
met een stoornis in het autistisch spec
trum. Dat is natuurlijk heel curieus.
Vroeger was een kind gewoon stil, nu
heeft het dan meteen.een vorm van au
tisme. Een kind dat boordevol energie
zit en beweeglijk is, krijgt nu gegaran
deerd de sticker ADHD opgeplakt. Zul
ke kinderen kunnen prima mee
draaien in het reguliere onderwijs.
Daarom vind ik het prima dat het pas
send onderwijs ingevoerd wordt: we
kijken niet meer naar wat er mis is
met het kind, maar wat het nodig
heeft om mee te doen."
Vanaf 1 augustus 2014 zijn scholen ver
plicht om voor iedere leerling die zich
aanmeldt een passende plek te vinden.
Kinderen kunnen niet meer tussen
wal en schip vallen. „Nu moeten
ouders zelf uitzoeken of hun kind het
beste past op een mytylschool of op
een OPDC. Straks hoeven ze niet meer
te shoppen bij scholen om een plek te
vinden. Dat is een grote verbetering",
zegt Hendrik-Jan van Arenthals, voor
zitter van de provinciale stuurgroep
passend onderwijs. „Ouders melden
hun kind aan op een school en wij zor
gen dat het op de goede plek terecht
komt. Het liefst zo dicht mogelijk bij
huis, maar de school blijft altijd verant
woordelijk, ook al moet het kind naar
Rotterdam."
Speciaal onderwijs
Verreweg de meeste leerlingen die nu
op het speciaal onderwijs zitten, kun
nen daar straks blijven, beweert direc
teur Bert Pasman van Stichting De Kor
re, de koepel van scholen voor kinde
ren met verstandelijke en lichamelijke
handicaps. „Theoretisch gezien zou het
kunnen dat een kind dat nu naar één
van onze scholen gaat, straks naar een
gewone school moet. Er zijn altijd kin
deren die in een 'grensgebied' zitten.
Maar onze leerlingen gaan niet voor
niets naar het speciaal onderwijs. Ze
hebben het echt nodig." Vis: „Het spe
ciaal onderwijs mag nooit verdwijnen.
De expertise die er zit, moeten we
koesteren."
Van Arenthals: „De 'slagboom' tussen
regulier en speciaal onderwijs ver
dwijnt. Nu gaat een kind naar een
OPDC óf niet. Dat wordt flexibeler.
Straks kan een leerling bijvoorbeeld al
leen voor theorievakken naar een
OPDC of gedurende een periode van
twee jaar. Nu sturen we een kind nog
voor vier jaar naar OdyZee (een school
voor leerlingen met pychosociale pro
blemen, red.), terwijl het zich met be
geleiding misschien wel een hele tijd
op het Scheldemond College kan red-
We kijken niet meer
naar wat er mis is
met het kind, maar
wat het nodig heeft
om mee te doen
den. We willen het onderwijs bieden
dat het best bij het kind past. Uiteinde
lijk leidt dat ertoe dat er minder kinde
ren op OPDC's en in het speciaal on
derwijs terechtkomen."
Geld
Scholen zijn al tijden druk bezig met
voorbereidingen. In elke regio - Wal
cheren, de Oosterschelderegio en
Zeeuws-Vlaanderen - zijn twee samen
werkingsverbanden gevormd: één voor
het basisonderwijs en één voor het
voortgezet onderwijs. De reformatori
sche scholen vallen onder een lande
lijk samenwerkingsverband. Deze sa
menwerkingsverbanden krijgen straks
voor alle leerlingen hetzelfde bedrag
toegekend. Met dat geld moeten ze de
ondersteuning te regelen. De zogehe
ten 'rugzakjes' - zorgbudgetten per
leerling - verdwijnen.
Dat betekent dat het samenwerkings
verband Oosterscheldregio na een over
gangsperiode vanaf 2020 jaarlijks acht
ton moeten inleveren. „Het is een hele
dikke min", geeft Ad Vis toe. „Maar het
zal niet ten koste gaan van de leerlin
gen. We moeten kritisch kijken naar
de overbodige zaken en bepalen hoe
we dingen efficiënter kunnen regelen,
bijvoorbeeld de administratie. Daar
hebben we nog zes a zeven jaar de tijd
voor."
Voor Zeeuws-Vlaanderen en Walche
ren pakt het nieuwe bekostigingssys
teem gunstig uit. „Maar we moeten
ook veel meer taken uitvoeren", zegt
Van Arenthals. „Daarom gaan alle sa
menwerkingsverbanden er uiteindelijk
op achteruit."
Scholing
De Algemene Rekenkamer concludeer
de enkele maanden geleden in een rap
port dat basisscholen niet klaar zijn
voor het passend onderwijs. Scholen
zouden geen geld hebben om te inves
teren in passend onderwijs. Ook zou
den leerkrachten niet genoeg zijn toe
gerust om kinderen met leerproble
men of gedragsstoornissen in de klas
op te vangen.
Vis verwijst dat rapport naar de prul
lenmand. „De meting is uit 2012. Na
tuurlijk waren we er toen nog niet
klaar voor. Er is een lang en zorgvuldig
invoeringstraject. We zijn vier jaar gele
den al begonnen met de bijscholing
van leerkrachten." Hij erkent: „We zul
len zeker problemen tegenkomen,
vooral vanwege de krimp. Ook op de
kleine scholen moet je immers experti
se in huis kunnen halen om kinderen
te begeleiden."
Daarvoor vreest ook Bert Pasman. „We
moeten de deskundigheid in het spe
ciaal onderwijs voor de lange termijn
behouden. Dat is een risicofactor.
Neem bijvoorbeeld de ambulante bege
leiding voor kinderen met niet-aange-
boren hersenletsel. Het gaat maar om
enkele tientallen kinderen in heel Zee
land en twee of drie specialisten. Zij
vallen straks bij toeval onder een be
paalde regio. We moeten zorgen dat
hun expertise in de hele provincie be
schikbaar blijft."
De deskundigen die zorgleerlingen be
geleiden op gewone scholen, moeten
hun kennis delen met leerkrachten.
„We moeten docenten professionalise
ren", zegt Van Arenthals. „Ze moeten
leren hoe ze een klas met veel verschil
lende soorten kinderen kunnen mana
gen. We houden al conferenties en
workshops voor leraren, maar de beste
manier is om dat in de praktijk te le
ren." Pasman: „De ambulant begelei
ders moeten niet alleen voor de kinde
ren ingezet worden. Het is vooral be
langrijk om de leerkrachten die dage
lijks met de kinderen omgaan deskun
diger te maken."
Hij denkt dat die begeleiding vooral no
dig is op middelbare scholen. „Leraren
op basisscholen zijn al gewend om
met verschillende soorten kinderen te
werken. Middelbare scholen zijn veel
meer vakgericht. Het is belangrijk om
problemen in een zo vroeg mogelijk
stadium te ontdekken, dus voordat een
kind vastgelopen is, of de leerkracht
het niet meer aankan. Zo kan je voorko
men dat kinderen naar het speciaal on
derwijs moeten."
Ouders melden hun
kind aan op een school
en wij zorgen dat het
op de goede plek
terechtkomt
EP
Voor ieder kind een
passende plek
door Cornelleke Blok
Ad Vis
Hendrik-Jan van Arenthals
i