SPECTRUM 11 interview tekende, zat op een stoel, zij achter over op de bank. Snoepschaal ertus senin. „Ik kon niks, maar lullen kan ik altijd." Ze is zo snel mogelijk weer aan het werk gegaan. Net zoals nu. Ze brak onlangs haar bovenarm, gestrui keld op zolder. Ze wist meteen dat het mis was. „Ik zat te janken en te piepen." Aan een infuus vol pijnbe- strijders werd ze met een drievoudige breuk afgevoerd. Maar zodra ze weer een beetje typen kon, was ze terug op school. „Ik kwam de klas binnen en zei: 'Tot jullie verdriet kom ik gewoon weer naar school.' Ik vrees dat ik hen tot ver na mijn tachtigste blijf lastig vallen." voor wel staan overgegeven." Ze ging lesgeven op een basisschool in Weert, besloot toen weer verder te studeren. „Ik was er nog niet klaar voor, ik wil de mezelf verder ontwikkelen." Het werd psychologie. 'Te vaag voor woor den', maar ze haalde haar kandidaats. In 1980 kwam ze naar Amsterdam, de stad waarvan ze als 15-jarige op Tie- nertoer al had gedacht: daar wil ik wo nen. Ze zag een advertentie van de Bontekoeschool. Het was de tijd dat de kinderen van de eerste lichting 7\ir- ken en Marokkanen het onderwijs in stroomden. Ze spraken vaak geen woord Nederlands, waren soms analfa beet en moesten in haar klas worden voorbereid op het reguliere onder wijs. Kapot was ze de eerste weken. Ze begreep meteen waarom de juf die ze had moeten vervangen, overwerkt was geraakt. Niets kon ze met de softe (6 'Alles-moet-kunnen-mentaliteit' van de jaren tachtig. Daarmee werd in Mensen haar ogen onaanvaardbaar gedrag goedgepraat op basis van de culturele denken achtergrond. Haar aanpak was al snel SOIT1S dat anders. Wie nu de klas binnenkomt, geeft een hand. Leerling én ouder. mij alles Na een tijdje begon ze haar leerlingen |ukt Ze echt leuk te vinden. Ze kreeg steeds meer binding en vond haar plek. „On- Wet6Il niet ze kinderen hebben geen netwerk, wat hun omgeving weet vaak nog minder over Nederland dan zijzelf. Dus speel allemaal ik een beetje hun achtergrond. Ik kan niet lukt niet alleen maar lesboer zijn." Maar, benadrukt ze, het is geen hallelujaver- haal. Mensen denken soms dat haar al les lukt, ze weten niet wat allemaal niet lukt. Ze heeft geleerd onder scheid te maken: „Hier kan je iets aan doen, iets proberen, en dat ligt buiten je macht. Er zijn ook heel veel dingen waar je niks aan kunt doen." Om los te komen van school gaat ze, heel prozaïsch, aardappels schillen, ra men lappen, het huis doen. 'Schoon, schoner, Trudy Coenen', is thuis de grap. In de keuken hangt elke dag een nieuw schema. En ze kan niet met een boek op de bank zitten, als dat schema niet afgewerkt is. Streng voor anderen, strenger voor zichzelf. „Ik ben echt gestoord. Neurotisch." Dat ze nu de tijd heeft genomen om haar visie op het vmbo te geven, komt ook omdat ze aan haar voet is geope reerd. Ze hield audiëntie aan huis. Louise Koopman, die haar verhaal op- ZATERDAG 28 SEPTEMBER 2013 reageren? spectrum@depersdienst.nl r tegenwind' Trudy Coenen, thuis in Amsterdam. foto Jean-Pierre Jans Trudy Coenen Geboren in Weert op 2 februari 1955 woont met man Klaas en zoon Thomas (1986) 1972 - 1976 pabo, Eindhoven 1977 Aanstelling basisschool Weert 1978 Studie psychologie Tilburg 1980 - 1984 Bontekoeschool Amster dam 1984 - 1992 Montessori-mavo Am sterdam Vanaf 1992 Montessori College Oost 2010 Leraar van het Jaar 2013 Boek Spijbelen doe je maar thuis

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 55