Ouderen zijn rij
ker zijn dan ooit
en leven steeds
langer. Wie het
kan betalen, finan
ciert daarom de ei
gen oude dag. Op
zorggebied is een
steeds groter aan
bod voorhanden.
6 SPECTRUM
64
actueel
%ËÊrïJ:fM
Meneer Bloe-
mink (88) is te
vreden. Het
veel te grote
huis waarin hij
en zijn vrouw
hun vijf zonen
hebben grootgebracht, barst welis
waar van de herinneringen, maar ver
der staat het leeg. Nou ja, leeg, het le
ven is eruit. Veel van de spullen uit
zestig jaar huwelijksleven staan er
nog in. Maar Jan Bloemink en zijn
Liesbeth (84) komen er niet meer. Zij
hebben anderhalve maand geleden
hun oude woning, twee dorpen ver
derop verruild voor Huize Dahme in
Lochem. „Als je me drie jaar geleden
had gevraagd of ik naar Huize Dahme
zou verhuizen, had ik je voor gek ver
klaard. Maar nu wonen we hier, en
zijn we zielsgelukkig.
Bloemink vervolgt: „Een mevrouw
van het Centraal Indicatieorgaan Zorg
kwam op bezoek. Ze zag meteen dat
we veel te groot woonden en dat dat
door het voortschrijdend demente
ringsproces van mijn vrouw een on
houdbare situatie was. Volgens haar
zou Liesbeth ergens achter gesloten
deuren moeten leven, met de hele dag
personeel dat een oogje in het zeil
kon houden. Ik kon gewoon thuis blij
ven wonen. Ik begreep direct dat we
op heel verschillende golflengtes za
ten. Mijn vrouw achter een cijferslot?
Nooit! Ze zou waanzinnig worden, ze
houdt van haar vrijheid. Ze zóu de be
nen proberen te nemen of agressief
worden. Voor mij was het: óf we gaan
samen de deur uit, óf helemaal niet."
Het werd samen. Samen in Huize
Dahme in Lochem. Een statige villa
van meer dan honderd jaar oud. Met
een hoektoren, een grote tuin vol kan
jers van loofbomen en een vijver met
fontein. Een paleisje als een parel aan
de slingerende Berkel in de Achter
hoek. Een particuliere, van binnen
compleet verbouwde, kleinschalige
zorgvilla, met elf een- en tweeper
soons zorgappartementen. In de rui
me erker van zijn al even ruime ka
mer, vertelt meneer Bloemink hon
derduit. Buiten klatert de fontein. Op
tafel ligt de bestseller De Prooi, over
de ondergang van ABN Amro. Zijn
vrouw is naar de dagbesteding, die
wordt verzorgd door medewerksters
van de villa. Meneer Bloemink geniet
van de rust, nu kan hij in één ruk een
dikke pil uitlezen. Dat was voorheen
thuis al meer dan een jaar niet gelukt.
„We waren al een paar jaar aan het na
denken over de toekomst. Liesbeth
ging snel achteruit, het laatste half
jaar werd het onhoudbaar. Van mijn
kinderen en negentien kleinkinderen
kregen we veel ondersteuning en we
hadden ook hulp en zorg aan huis.
Maar op zeker moment gaat dat niet
langer. Een paar maanden geleden
zijn we hier eens gaan kijken, en daar
na ging het snel." Kennissen zeiden
dat hij toch niet in een bejaardenhuis
thuishoorde. „Maar dit is helemaal
geen bejaardenhuis. Ik kan gaan en
staan waar ik wil. Het centrum is om
de hoek. Twee zonen die in de buurt
wonen, komen geregeld voor een kop
koffie of een borreltje. Als ik wil, kan
ik met Liesbeth een ommetje maken."
In de salon zitten drie oude dames,
een oude heer en een verzorgende
aan tafel. Op de tafel liggen spelletjes.
Het is de dagbesteding voor de de
menterende bewoners.
Afke Jansen-Lijftogt, de onderneem
ster die samen met haar man Peter
Jansen de directie voert over Huize
Dahme, onderstreept het belang van
de persoonlijke aandacht. „Er is veel
aandacht voor iedereen. Op 12 bewo
ners hebben we 22 personeelsleden.
Onder hen verpleegkundigen, een
zorgcoördinator, maar ook een kok.
We hechten aan wooncomfort, sfeer,
maar ook aan begeleiding en vrij
heid." Meneer Bloemink valt haar bij:
„Die mevrouw voor de indicatiestel
ling twijfelde aan de begeleiding in
deze villa. Nou, ik moet nog zien dat
ze in zo'n onpersoonlijk tehuis de
zorg die je hier krijgt kunnen evena
ren."
Huize Dahme staat niet op zichzelf.
In Nederland zijn tientallen vergelijk
bare, particuliere voorzieningen voor
ouderen. Vaak kleinschalig, soms gro
ter van opzet. Maar steevast met de
zelfde doelstelling: een comfortabele
oude dag verzorgen voor mensen die
hun vertrouwde leven willen voort
zetten in een veilige omgeving mét
verzorging en eventueel verpleging.
Een verblijf in zo'n huis vergt een for
se eigen bijdrage van de bewoners.
Méér dan allerlei regelingen vergoe
den. En ook veel meer dan de eigen
AWBZ-bijdrage. Afhankelijk van de
benodigde zorg, kan de eigen bijdrage
oplopen tot 2.189 euro per maand.
Voor een groep welgestelde zeventig
plussers, zoals meneer Bloemink,
hoeft dat geen probleem te zijn: „Ik
heb mijn leven lang hard gewerkt. On
ze kinderen hebben het nu ook goed.
Mijn vrouw
achter een
cijferslot?
Ze zou
waanzinnig
worden, zou
de benen
proberen te
nemen
Ze vinden het prima dat wij ons geld
hier besteden. Als er nog wat voor ze
overblijft, is dat fijn voor ze, maar ze
hebben het niet echt nodig."
De NeVeP (Nederlandse Vereniging
van Particuliere Woon- en/of Zorg
voorzieningen) is de landelijke organi
satie waarin particuliere woon- en
zorgvoorzieningen samenwerken. In
2010 telde de NeVep 35 leden met
bijna evenveel huizen, maar sinds
dien is het aantal huizen sterk toege
nomen. Eind dit jaar staat de teller
naar verwachting op 100 huizen. Som
mige NeVep-leden beheren acht hui
zen, andere slechts één. Samen be
schikken ze momenteel over onge
veer 2.500 appartementen waar echt
paren ook samen kunnen wonen als
een van de twee niet meer thuis kan
blijven. Voorzitter Puck Bulthuis van
de NeVeP begrijpt dat in sommige
kringen weerstand bestaat tegen spe
ciale voorzieningen voor welgestel-
den, maar ze weerlegt de kritiek:
„Zorg is een middel om de kwaliteit
van je leven op peil te houden. Door
de vormgeving van ons stelsel van so
ciale zekerheid, lijken sommige men-
"ÏP
Rijk genoeg
om in luxe
oud te worden
door Paulus Smits
Jan Bloemink (88)