Hij bouwde in de afgelopen veertig jaar een im
perium. Begin volgend jaar neemt Henk van
Koeveringe afscheid als directeur van Roompot
Recreatie. „Er zullen wel mensen zijn die vinden
dat het allemaal te massaal en te groot is, maar je
zou de middenstand met dertig procent kunnen
reduceren als er geen toerisme was geweest."
2 SPECTRUM
66
interview
Henk van Koeveringe
ordt het
een
ouwe-do-
zen-ver-
haal?"
Henk van
Koeverin-
ge stapt gehaast, licht hijgend de direc
tiekamer van Roompot Recreatie bin
nen, iets te laat voor zijn interviewaf
spraak. Hij verontschuldigt zich. „Ik
werk er nog bij." Maar niet lang meer.
Eind dit jaar draagt hij de leiding van
zijn bedrijf over. Hij houdt ermee op.
„Je moet oppassen dat je niet je eigen
verleden gaat verheerlijken. Dat is ge
vaarlijk. De meeste mensen van mijn
leeftijd vergeten de nare dingen en
onthouden de leuke. Als je dat gaat op
lepelen, is het alsof het alleen maar
feest geweest is. Ja, je kunt er een ro
mantisch verhaal van maken, maar te
veel wierook maakt alle heiligen
zwart."
Het gaat altijd maar over die camping
van zijn schoonvader, een lapje grond
in de Noord-Bevelandse polder, het
lapje dat hij uitbouwde tot een impe
rium: een variant op het cliché van
krantenjongen tot miljonair: van cam
pingbaas tot recreatietycoon, eigenaar
van het grootste vakantieparkenbe-
drijf van Nederland. „Het is niet zo ik
een blauwdruk van mijn leven voor
ogen had toen ik zestien was en
dacht: zo ga ik het doen. Het leven is
veel complexer en grilliger daii een
blauwdruk. Je moet soms ook gewoon
een beetje geluk hebben."
Hij staat in de Quote 500, maar gla
mour is niets voor hem, zegt hij. „Zelf
ga ik meestal niet ver weg op vakan
tie. Ik ben in de meeste dingen vrij
matig. Ik rook niet, ik drink niet, ik
heb geen vriendin, ik ben nog steeds
bij dezelfde vrouw, mijn kinderen
zijn gelukkig getrouwd. Het is zo bur
gerlijk als ik weet niet wat en ik voel
me er bovendien heel gelukkig mee."
Henk van Koeveringe werd in 1949 in
Goes geboren. „Mijn vader was rijks
ambtenaar, mijn moeder had bij de
Belastingdienst gewerkt. Ik was echt
niet in de wieg gelegd om onderne
mer te worden. Studeren, dat was
niks voor ons soort mensen. Als je in
die tijd in Zeeland goed kon leren,
dan was het simpel. Je ging of naar de
HBS of naar de kweekschool. Ik was
niet zo technisch, dus ik ging naar de
kweekschool."
„Ik trouwde met een vrouw wier va
der een kleine camping had. Daar had
ik verder niets mee, met die camping,
maar daar rolde ik in: ik dacht, dat ga
ik eens een poosje doen. Toen bleek
dat ik daar toch een beetje handigheid
in had." De eerste jaren was het wor
stelen. „We hadden kleine uitbreidin
gen, kleine succesjes, maar die haal
den de krant natuurlijk niet. De eer
ste stapjes waren soms heel moeilijk,
maar niet spectaculair. Toen heb ik
veel geleerd: ik maakte fouten, maar
die vielen niet zo op."
Succes is geen rechte lijn, wil hij maar
zeggen. „Soms zegt iemand tegen me:
alles wat u aanraakt wordt goud. Ja,
dank je de donder, helemaal niet! Het
vallen en opstaan gebeurt in de luwte,
dat zie je niet als buitenstaander. Na
tuurlijk was het meestal opstaan, we
gingen hard vooruit. En ik had één
groot voordeel: ik wist van niks. Ik
moest over alles nadenken. Waarom
zouden we dat doen, wat is de reden,
wat het gevolg? Daarom hadden we al
tijd een plan. Heel veel mensen, colle
ga's, deden dingen omdat ze die de
den. Zo deden ze het altijd."
„Wat er anders was? De manier waar
op we tarieven opbouwden, de ma
nier waarop we met seizoensklanten
omgingen. Misschien was het ook wel
de afstandelijkheid, hoe we onze klan
ten benaderden. Op veel campings
was het één grote familie, dat waren
vriendenclubs. Ik heb daar altijd een
scheiding in aangebracht. Mijn kinde
ren hebben ook nooit een ijsje gekre
gen. Als je de dochter van de baas
bent, ben je niet meer dan een ander
en als je een ijsje wilt, dan moet je
geld meenemen."
Het golfslagbad bij de camping in
Wissenkerke was de klapper. Het was
in 1984 het eerste golfslagbad van Zee
land. Maar Roompot Recreatie veran
derde pas toen het bedrijf met de
bouw van de vakantieparken begon.
Roompot bouwde de Banjaard en
nam Hof Domburg van de gemeente
Veere over, en daarna ging het maar
door, het bedrijf groeide sinds die tijd
met twintig procent per jaar. „Het
was natuurlijk een goede tijd om huis
jes te bouwen, ja. Dat zeggen mensen
altijd. En dat is niet onwaar. Maar an
deren deden het niet."
Die huisjes en de parken sprongen in
het oog. „Mensen deden daar altijd
een beetje narrig over. Men vond dat
een business van niks. In de krant ver
schenen verhalen, bijvoorbeeld over
de Schelde. Dat er een fregat werd ge
bouwd, voor tachtig miljoen, dat dat
toch zo buitengewoQn fijn was voor
de stad. De fanfare rukte uit en de ko
ningin kwam om het schip te dopen.
En over ons stond in de krant: het is
een architectuur van niks, waarom
moet dat nou zo nodig en is dat niet
veel te groot? Je zag een discrepantie
tussen het vervaardigen van oorlogs
tuig om andere mensen mee dood te
schieten en een business waarin tien
tallen mensen werk hadden. Dat
vond men dus eigenlijk niks."
„De mindset was niet zo positief. Hoe
dat kwam? Misschien kwam dat door
de eilandenstructuur? Zeeland was
toch een conservatief gebied. Toeris
me was een inbreuk op de traditione
le levenswijze. Ineens liepen er op
zondag mensen in bikini over het
strand in plaats van in een driedelig
zwart kostuum. En er kwamen alle
maal buitenlanders die allemaal rare
talen spraken. De sfeer was narrig.
Niet perse tegen mij, maar tegen de
business. En ik was de grootste. Als je
wat voorloopt, krijg je altijd kritiek,
daar moet je 's nachts niet slapeloos
van gaan liggen. Het is geen kras op
mijn ziel hoor."
Roompot groeide om de veranderin--
gen in de markt en de samenleving
op te kunnen vangen, zegt Van Koe
veringe. „Vakantie is een product als
tomatensoep geworden. Vroeger na
men mensen één keer per jaar drie we-
Ik had één
groot
voordeel: ik
wist van
niks. Ik
moest altijd
over alles
nadenken.
Ik had altijd
een plan.
ken vakantie. Nu gaan mensen niet
minder op vakantie, maar wel korter
en frequenter. Het is impulsief, men
sen boeken heel laat. In de jaren ze
ventig had ik geen marketing nodig,
mensen kwamen gewoon altijd. Dat
is totaal veranderd. Mensen verande
ren zelf ook. Dat zouden ze niet moe
ten doen, maar dat doen ze. Ze krij
gen kinderen, of een andere partner,
of ze worden ineens rijk. Daar moe
ten we op inspelen. Als u bij ons va
kantie heeft genoten, en dat is goed
bevallen, maar u wil een ander pro
duct, dan wil ik u dat kunnen bieden.
Of dat nou een bungalow in de Ar-
dèche is, of een golfvakantie in Co-
chem. Wij willen de consument van
dienst blijven zijn. Een leven lang."
Roompot begon volgens Van
Koeveringe min of meer toe
vallig met het vakantiecen
trum voor nierdialyse en dus met
zorgtoerisme. „Maar we zijn altijd op
zoek geweest naar toevoeging van
extra waarde aan ons product. Als u
komt kamperen, heeft u een caravan
gekocht, een auto met een trekhaak
en u heeft een verzekering afgesloten.
Dat kostte misschien 25.000 euro.
Dan belt u mij en zegt u: Van Koe
veringe, ik kom op Goede Vrijdag en
op tweede Paasdag ga ik weer weg. Ik
maai vervolgens het gras en maak de
wc schoon. U rekent bij mij 45 euro af
en gaat weer naar huis. Waar wordt er
nu geld verdiend? - Juist. We hebben
dat deels opgevangen met de wonin
gen. Die kun je niet in Roosendaal
bouwen. Die worden hier gebouwd."
„We verkopen de klant een zakje friet
en een glaasje bier, maar het zou nog
beter zijn om hoogwaardige diensten
aan te bieden. Dus doen wij dat, bij
voorbeeld met de thuiszorg. Ik zou
graag willen dat er meer zorgfacetten
aan toerisme worden toegevoegd. Dus
heb ik de Victoriakliniek in Zierikzee
gekocht en de Zeevaartschool in Vlis-
singen. Het is bove'ndien heel leuk
om te doen. Misschien mag je dat niet
zeggen, maar je hebt soms ook aardig
heid in dingen hè?"
„Ik vind het leuk als mensen straks
naar de scheepjes kunnen kijken als
ze bij de dialyse op de boulevard lig
gen. Het zal wel uitgelegd worden als
of ik geld wil verdienen aan het lijden
van de mens. Dat is niet zo. Ik heb
nog nooit geld verdiend aan zorg. Veel
mensen reizen naar Tlirkije om hun
ogen te laseren. Waarom kan dat niet
in Zeeland? Als je dat zegt, dan hoor
je: 'dat wordt toch niks, dat wil nie
mand, ik weet niet of dat nou zo past'.
En dan denk ik: o, god, waarom? We
kunnen het ons permitteren om te
zeggen dat we het niks vinden. De
Tlirken kunnen dat niet, want als ze
dat doen, gaat de dokter weg en heb
ben ze niets meer."
„Of ik trots ben op wat ik achterlaat
in Zeeland? Ja natuurlijk ben ik daar
trots op. We hebben mooie dingen ge
maakt. We hebben ervoor gezorgd dat
Zeeland toeristisch op de kaart staat.
We hebben een kenniscentrum geves
tigd dat zich met de beste van Neder
land kan meten, een ict-centrum dat
zich wereldwijd kan meten met ieder
een. Dat is niet zo gek hoor, vanuit
een klein dorpje als Kamperland. We
zullen wel fouten gemaakt hebben of
iemand tekort hebben gedaan, maar
grosso modo vind ik dat we het goed
hebben gedaan. Ik heb een heel leuk
leven gehad op de Roompot. Er zullen
wel mensen zijn die vinden dat het te
groot en te massaal is, maar je zou de
hele middenstand met dertig procent
kunnen reduceren als er geen toeris
me was geweest. Natuurlijk: je kunt je
auto soms niet parkeren en er wordt
Duits tegen je gesproken, maar als de
toeristen er niet waren, waren er geen
winkels meer. En nee, er wordt dan
ook geen Duits meer gesproken. Dat
is dan wel voorbij."
„Natuurlijk is het lastig om dit alle
maal los te laten. Maar je moet de ra
tio de voorkeur geven boven de emo
tie. Er werken hier tweeduizend men
sen. Die kunnen niet afhankelijk zijn
van de emoties van Van Koeveringe.
Je moet dit soort stappen nemen op
een moment dat je ze kunt nemen.
Als je wacht tot je geen keuzes meer
kan maken, wordt er voor je gekozen."
„Wat ik ga doen? Ik blijf betrokken bij
het bedrijf en ik heb veel ideeën,
maar die houd ik voor mezelf. Ik ga
niet golfen, en niet zeilen en ik ga
niet hele dagen boodschappen doen
voor mijn vrouw. Ik ga dingen doen
die ik leuk vind."
Vakantie is tomatensoep
w
door Nadia Berkelder