Push- en
pull-getuigen
N
VERDIEPING 11
■hhM -
Wetenschappelijk onder
zoek naar de psycholo
gische kant van het be
geleiden van getuigen
was er niet. Niet in Ne
derland, maar ook niet in het buitenland.
Op verzoek van politie en justitie deden
Karlijn Beune en Ellen Giebels van de Uni
versiteit Twente vanaf 2009 drie jaar on
derzoek. Zij interviewden getuigen en
hun familieleden en vergeleken getuigen
bescherming in Nederland met program
ma's in Groot-Brittannië. Hun uitkom
sten staan in het rapport: Het management
van beschermde getuigen: een gedragsperspec
tief. Verwiel: „We hadden behoefte aan
middelen om deze mensen beter te kun
nen begeleiden en aan instrumenten die
kunnen helpen bij de gesprekken en on
derhandelingen met getuigen."
De grootste winst die het onderzoek vol
gens Verwiel heeft opgeleverd, is het be
schreven onderscheid tussen push- en
pull-getuigen. Peter la Serpe is een voor
beeld van een pull-getuige, iemand die
vrijwillig naar de politie stapte. Een
push-getuige is iemand die zich min of
meer gedwongen voelt naar de politie te
stappen, omdat hij ernstig wordt be
dreigd of door de politie is benaderd om
zijn verhaal te doen.
Verwiel: „Dit onderscheid helpt ons in
het bepalen van onze bejegeningsstrate
gie van getuigen. Met iemand die zich ge
dwongen voelt veiligheid te zoeken, zul je
mogelijk anders afspraken moeten maken
over zijn veiligheid dan met iemand die
de deal als een zakelijke overeenkomst
ziet."
De aanbevelingen die de onderzoekers
doen in hun rapport, staan soms op ge
spannen voet met het werk van het TGB.
Wat goed zou zijn voor de psychische ge
steldheid van getuigen, verhoudt zich
niet altijd met hun veiligheid. Zo wordt
geadviseerd dat getuigen via een beveilig
de verbinding kunnen skypen met dierba
ren uit hun oude leven. Volgens Verwiel
kan dat niet zomaar. „Het hangt er hele
maal vanaf met wie iemand zou willen
skypen. TGB organiseert op zeer beperkte
schaal familie-ontmoetingen. Maar het
team is geen reisbureau. Het organiseren
vraagt veel capaciteit en een gedegen risi
co-inschatting."
Ook vinden de onderzoekers dat getuigen
ruim de tijd moeten krijgen om te beslui
ten of ze het beschermingsprogramma in
willen, of niet. Verwiel: „Vanuit psycholo
gisch welzijn kun je je daar van alles bij
voorstellen, maar de werkelijkheid in een
strafzaak is soms anders. Je wilt de infor
matie van die getuige gebruiken, maar als
je onder druk van tijd gaat forceren, heb
je uiteindelijk misschien geen zaak. Daar
moet je soms het midden in zien te vin
den."
V
a-
bron: onderzoek
Universiteit Twente
VRIJDAG 27 SEPTEMBER 2013
>-
GETUIGENBESCHERMINGSPROGRAMMA'S
Tussen 1995 en 2012 zijn
er 86 beschermingspro
gramma's opgezet. Hierin
zitten 164 personen. Iets
meer dan de helft van hen
is beschermde getuige.
De overige beschermde per
sonen zijn partners van ge
tuigen (14,6 procent), kin
deren van getuigen (31,7
procent) en overige familie
leden (1,2 procent).
De gemiddelde leeftijd van
de beschermde getuigen is
46,2 jaar en ruim 80 pro
cent is man.
Bijna 80 procent is ooit ver
oordeeld voor een misdrijf.
In bijna 30 procent ging het
daarbij om een geweldsde
lict als moord, doodslag, af
persing en mishandeling.
In ruim 20 procent van de
gevallen was geen informa
tie beschikbaar over de fi
nanciële situatie van de ge
tuigen. Van de overige ge
tuigen had een derde alleen
maar schulden voorafgaand
aan de getuigenbescher
ming.
if