PZC
Ruim 25 jaar wonen Jan van Os en Nellie Rijk in het buitenge
bied van Koewacht. Met de dichtstbijzijnde buurman op twee
honderd meter afstand, de Zeeuwse polders als uitzicht en een
grote, groene tuin die 's zomers als theetuin gebruikt wordt.
De telefoon piept. Een sms'
je. 'Welkom in België', is de
boodschap. Maar ho, dit, de
Klapstraat, is toch Neder
lands grondgebied? Jan van
Os lacht. „Hij schakelt
soms over op een Belgische
provider. En dat is duur en Lastig. Het be
reik is hier ook slecht. Maar een voordeel
van het wonen bij de grens is dat we in Bel
gië kunnen tanken. Dat scheelt veel geld."
Jan praat met een Guus Meeuwis-Brabants
accent. Met een 'r' die uit zijn keel komt en
een 'g' die door al die Zeeuwse jaren toch
wel iets harder is geworden. Zijn eerste
kennismaking met Zeeuws-Vlaanderen
weet hij nog heel goed: stage lopen bij
woonzorgcentrum en verpleeghuis De
Blaauwe Hoeve in Hulst. „Ik vroeg hoe ik
daar moest komen. Met de boot, zeiden ze.
Of via Antwerpen. Ik dacht: hier klopt iets
niet. Ik word voor de gek gehouden. Ook
verstond ik niemand. Tijdens een braderie
moest ik namen inschrijven. Kwam er een
meneer Hendriks, maar dan met een x en
met een k. Al die moeilijke namen... Ik
werd helemaal gek,
dacht: waar ben ik be
land?" Voor Nellie was
Zeeuws-Vlaanderen iets
je bekender. Ze groeide
weliswaar op in de Flevo-
polder ('Elf kilometer
van het dorp, zestien van
school') maar is geboren
in 's-Gravenpolder. „Als
we weg zijn geweest en
we rijden de provincie
weer in, denk ik: daar zijn we weer. We
zijn thuis. Als er dan een probleem is, is
het niet erg."
Jan en Nellies eerste huis stond in Kruispol
derhaven, bij Paal. Een huisje aan de dijk.
Toen in de winter van 1987 een vrachtauto
in bocht rechtdoor reed en bij hen pal voor
de voordeur eindigde, was dat sein om te
vertrekken. Jan: „Dat was het stoepje waar
we in het voorjaar de kinderwagen zouden
zetten, in het zonnetje. We dachten: hier
willen we niet langer blijven wonen. We
Verliefd op de buiten
zijn rond gaan kijken,
waren jong en wisten
van aanpakken. Daar
om zochten we niet
zo'n nieuw huis maar
een ouder huis met een
stukje grond." Nellie:
„Dit huis had tien jaar
dicht gezeten en had
daarvoor jaren leegge-
staan. Onze ouders
dachten: zullen we ze
langs de dokter sturen? Wij zagen ook een
oud huis, maar ook het kasteel wat er ging
komen. We dachten: dat doen we even.
Daar gingen we de mist in: het werd een
zoveeljarenproject. Het scheelde niet veel
of ik was achter de betonmolen bevallen."
Fraai is ook de anekdote over Nellies zus,
die een weekje met haar kinderen in het
huis verbleef. Nellie: „Haar kinderen had
den de hele dag op twee stoeltjes in het kip
penhok gezeten omdat ze nu wel eens wil
den ontdekken hoe een kip een ei legde."
woensdag 25 september 2013
Buiten
Lepelstraat en Papeweg
PACINA 4 EN 5
U en uw wolkenlucht
PAGINA 7
Jan van Os en Nellie Rijk bij hun woning aan de Klapstraat. foto Camile Scheistraete
Het oude huis werd een kasteel
door Michiel Bouwman
Een serie verhalen met mensen
die met hart en ziel in het
buitengebied van Zeeland wonen.