a Ik zie het beeld van een baby van twee of drie maanden; hij ligt dood in een prullenbak 24 ZEELAND OORLOC IN SYRIË Tagried Alashqar uit Zierikzee volgt elke dag in spanning de ontwikkelingen in Syrië, en hoe het met haar familieleden daar gaat. Tegelijkertijd verzamelt ze hulpgoederen. Voor ons hield ze een week lang een dagboek bij. Donderdag 12 september Heel vroeg op, om half zeven naar beneden, de computer aan: even kijken wat voor nieuws er is over Syrië. Het eerste beeld dat ik zie is een vrouw die zwanger was, in haar ne gende maand. Ze is doodgeschoten; de baby is al uit haar gehaald, ik zie de kogel in de rug van de baby; wat erg! Het is tijd om de kinderen wakker te maken. Daarna wat eten en ze naar school brengen. Even na half negen terug naar huis, weer het nieuws kijken. Ik zie een beeld van een vader die zijn dochter van vijfjaar dtaagt, helemaal onder het bloed; de moeder huilt en rent naar haar dochter. Verder beelden van huizen die helemaal kapot zijn gebombardeerd, en van mensen die in tenten wonen bij de grens van Turkije; ze hebben het moeilijk daar met te kort aan voedsel en water. Ik bel mijn schoonzus. Ze woont in Hama, waar ze nu bijna 32 dagen zonder water zitten. Af en toe komt er een uur of twee per dag wa ter uit een put. Ze zegt dat het echt vies is om dat water te drinken, maar ze hebben geen an dere keus. Ze hebben te weinig geld om water te kopen, alles is drie keer zo duur geworden, 's Middags om drie uur komen de kinderen uit school, een uur later breng ik ze naar Arabi sche les, daarna ga ik koken. Om zes uur haal ik de kinderen weer op. Na het eten gaan de kinderen in bad en daarna slapen. Met mijn kleinzoon kijk ik het nieuws en lees nog wat; gelukkig lijkt er nu even niets bijzonders te zijn gebeurd. Ik ben zo moe dat ik om tien voor negen om al naar bed ga. Vrijdag Als ik wakker word en op de klok kijk is het vijf voor vijf. Ik heb in een droom mijn oma gezien, die een jaar geleden in de oorlog is om gekomen. In mijn droom zei ze dat ze wilde dat ik olijfolie naar Syrië zou sturen. De telefoon gaat om tien over vijf over. Het is mijn vader, die zegt dat mijn moeder heel erg ziek is; ik moet de huisartsenpost bellen. Tot kwart over zeven ben ik bezig met aan af spraak te maken en te tolken voor mijn moe der. Als de kinderen zijn aangekleed, hebben gegeten en naar school zijn gegaan, weer bel len of mijn moeder alweer naar huis mag. Om kwart over negen zie ik op Facebook een verhaal met foto van kinderen, de oudste is twaalf jaar, bij de grens van Jordanië. Ze mo gen het land niet. Wat erg, dat zulke kleine kinderen in de steek worden gelaten. Ik heb zo'n hoofdpijn van alle beelden. Ik pro beer een beetje te slapen, samen met mijn jongste twee kinderen. Om twaalf uur is het tijd om de andere kinderen van school te ha len, daarna opruimen en boodschappen doen. Daarna knutselen met de kinderen; ik moet een beetje opschieten, want straks moet mijn zoon naar zwemles en daarna breng ik mijn twee dochters naar Arabische les brengen. Als ik weer thuiskom, staat mijn zus met haar kin deren voor de deur. Zij wil graag blijven eten, en ze zegt dat mijn broertje ook komt met zijn vriendin. Opeens moet ik voor veertien personen koken. Om zes uur de kinderen weer ophalen. Ik ben weer wat vergeten, moet dus voor de derde keer naar de winkel. Als ik eindelijk klaar met koken, ben ik moe, maar om tien over zeven kunnen we eten. Als om kwart voor negen het bezoek weg is, breng ik de kinderen naar bed en kijk naar het nieuws. Ik ben zo moe dat ik niet kan slapen. Ik kan de beelden niet vergeten: zo veel kinderen die van de honger sterven of die zijn doodgeschoten of afge slacht. Om een uur zet ik de computer uit en ga naar bed. Zaterdag De wekker gaat om zes uur. Om zeven uur breng ik de kinderen naar de oppas. Terug naar huis om de auto schoon te maken, daar gaan alle spullen in voor onze voedselactie bij de C1000 in Nieuwerkerk. Iris, mijn vriendin en ik vertrekken naar Nieuwerkerk, we staan er vandaag met drie personen. Om negen uur beginnen, het is helaas geen mooi weer. Om half elf is Iris ziek geworden en ik heb last van mijn voeten. Ik bel mijn vader, of hij ons kan vervangen, maar hij is in Amsterdam; het zal anderhalf uur duren voordat hij bij ons kan zijn. Gelukkig is Carolien nog fit. We halen wel wat voedsel op, maar niet zo veel. Om Zondag Om negen uur word ik wakker. De kinderen waren al wakker, maar daar heb ik niks van ge merkt. Mijn vriendin komt langs en we begin- half twee zijn mijn vader en brortje er. Ik breng Iris naar huis; Carolien blijft met mijn vader en broertje voedsel ophalen. Maar het blijft heel rustig; in een halfuur worden er slechts twee flesjes siroop bij ons ingeleverd. Om drie uur gaan we naar huis; we zijn heel blij met alles wat er bij ons is ingeleverd. Thuisgekomen zet ik de spullen in de woonka mer. Daarna naar mijn zusje; ze heeft me uit genodigd om te komen eten. Na het eten val ik op de bank in slaap, maar de kinderen ma ken zoveel lawaai dat ik al snel weer wakker word. Thuisgekomen ga ik gelijk even naar bed, want ik voel me niet lekker. Rond half acht haal ik mijn kinderen op. Na dat ik ze naar bed heb gebracht, kruip ik ach ter de computer. Op Facebook zie ik een af beelding van een baby, ik denk dat hij rond de twee of drie maanden oud is. Hij ligt dood in een prullenbak en wordt aangevreten door kat ten. Ik kan mijn tranen niet bedwingen. Ik kan niet verder kijken en ga naar bed. Elke dag weer de beelden Tagried Alashqar sorteert hulpgoede ren die ze heeft ge kregen voor de slachtoffers van de oorlog in Syrië, foto Dirk-Jan Gjeltema

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 138