Diomede en
Vandamme
4 BUITEN
HET ZEEUWSE LANDSCHAP
De zeedijk tussen Kattendijke en
Wemeldinge, langs de oever van de
Oosterschelde is om meerdere rede
nen bijzonder. Het is één van de
schaarse plekken waar je met de au
to over de kruin kunt rijden en dat
biedt een werkelijk adembenemend
uitzicht. Je ziet steltlopers en eenden
en met wat geluk zelfs een bruinvis
of een passerende zeehond. Maar dit
dijktraject is ook vanouds beroemd
om zijn rijke onderwaterleven. Je ziet
er heel veel duikers en onwillekeurig
vraag je je af wat die allemaal voor
moois te zien krijgen. Dan is er geen
betere raad dan om met laag water
een kijkje te nemen aan de voet van
de dijk, in de speciaal aangelegde ge-
tijdenpoeltjes.
door Chiel Jacobusse
Volgens het concept 'rij
ke dijken',werd bij de re
cente versterking van
de steenglooiing volop
rekening gehouden met
de aanwezige waarden.
Projectbureau Zeewe
ringen (een samenwerkingsverband
van Rijkswaterstaat en Waterschap
Scheldestromen) legde op verschillen
de hoogten getijdenpoeltjes aan, met
het doel om bij eb stilstaande water
partijen te houden, waarin de levens
gemeenschap zich vrijelijk kan ont
wikkelen.
Het zijn prima alternatieven voor de
vroeger aanwezige oesterputten en
qua vorm en ligging zijn ze duidelijk
op die historische elementen geïnspi
reerd. Dat zorgt niet alleen voor be
houd van de ecologische waarden;
het biedt ook nog eens een unieke
mogelijkheid om de onderwaterwe
reld van ons Nationaal Park Ooster
schelde zonder duikuitrusting toch
te kunnen bekijken.
We waren op verzoek van Projectbu
reau Zeeweringen die ochtend op
pad gegaan met een paar mensen van
de afdeling ecologie, in gezelschap
van twee gewaardeerde en eigenlijk
onmisbare vrijwilligers. Doel was om
te kijken hoe de levensgemeenschap
in de getijdenpoeltjes op het genoem
de dijktraject zich ontwikkelt. Als uit
rusting hadden we niet veel meer
dan een paar waadpakken, enkele ste
vige schepnetten en wat bakken om
de gevonden soorten te bekijken. On
geveer een uur voor laag water gingen
we op pad. Een paar ervaren rotten
in het gezelschap wisten wel zo'n
beetje wat we konden verwachten,
maar voor mij was dit de eerste keer
om zo gericht op pad te gaan.
We "hadden een riante toegang via de
speciaal aangelegde betonnen getij-
dentrappen. Niks geen geglibber over
spekgladde dijken zoals je dat vroe
ger moest doen om de oesterputten
te bereiken. Meteen al toen we de rij
ke wierflora van het eerste poeltje in
het oog kregen was ik verkocht. Wat
een onbekende wereld, wat een
schoonheid.... Wie alleen gewend is
aan de groene planten van de boven
waterwereld ondergaat echt een sen
satie. Van knalrood tot geel en bruin
en iriserend blauwgroen; wieren zijn
er in alle kleuren van de regenboog.
Het barst echt van de wiersoorten,
maar die tellen niet allemaal mee.
Veel soorten komen alleen als los aan
spoelsel voor en dat is natuurlijk
geen goede basis om de waarde van
de poeltjes te beoordelen. Maar er
blijft genoeg over wat wel vastzit.
We vinden een schitterend mooi
roodwier en dan wreekt zich meteen
de onbekendheid van de onderwater
wereld. Deze plant heeft alleen een
nauwelijks uit te spreken weten
schappelijke naam en geen Neder
landse benaming: Agardhiella subula-
ta. Een extra reden voor de onbekend
heid is het feit dat veel soorten nieu
welingen zijn, die pas recent hier ge-
arriveerd zijn. Globalisering is een fe
nomeen dat ook nadrukkelijk de flo
ra en fauna treft!
Maar goed, het mooie bruinwier met
rolronde drijvers dat we daarna vin
den heeft al wel een Nederlandse
naam, namelijk Japans bessenwier.
Overduidelijk opnieuw een immi
grant. Op de oorspronkelijk inheem
se gezaagde zee-eik vinden we het
elegante felgele slakkenhuisje van de
stompe alikruik. En eventjes later op
een losliggende oesterschelp een
groot exemplaar van de asgrauwe ke
verslak. Het harig porseleinkrabbetje,
de hooiwagenkrab en de gewone
zwemkrab vinden we ook, net als de
sierlijke steurgarnaal, de roodspriet-
garnaal en verschillende visjes. Bin
nen korte tijd vangen we botervis,
groene zeedonderpad, blonde
grondel, grote zeenaald en nog diver
se andere soorten. Je komt werkelijk
ogen tekort als je in zo'n getijdenpoel-
tje gaat kijken. Zo'n rijke dijk maakt
werkelijk een wereld van verschil.
WOEf
Aan de rand van de
Diomedepolder
staat het 'Planken
Uus', dat lang gefun
geerd heeft als het
onderkomen voor
de dijkwerkers. Aan
het huis stond een
houten schuurtje
waarin gegeten en
geslapen werd.
foto Gerard
Smallegange
Poeltjes langs een rijke dijk
Aghardiella subulata
Blonde grondel