interview wieteke van dort
Generaties groeiden op met haar Deftige Dame.
Al ruim een kwart eeuw speelt ze in Het Klok
huis. En nog altijd is Wieteke van Dort - 70 jaar
oud en 50 jaar 'in het vak' - minstens tweemaal
in de week Tante Lien voor de Nederlands-
Indische achterban.
6 SPECTRUM
66
et is hier."
Ze zegt het
met de zo
kenmerken
de rollende
- r-„Een
vliegrrrijke
omgeving." 'Hier' is het terras van een
pannenkoekenhoeve in Bennekom,
waar Wieteke van Dort al dertig jaar
op een camping staat. Kinderboerde
rij, paarden, suiker en stroop.
In haar stacaravan achteraan op het
drukke familieterrein trekt ze zich te
rug vanuit woonplaats Den Haag om
te schrijven aan de trilogie over haar
jeugd in Nederlands-Indië. Voor echt
genoot Theo is het sterrenrestaurant
in de buurt de belangrijkste trekpleis
ter. „Maar daar kan ik geen gasten ont
vangen. Willen jullie een pannenkoek
je van me? Ze zijn echt heel lekker
hoor! Toe nou!"
Ze is komen lopen, met behoedzame
tred. Ze heeft nog veel pijn in haar be
nen, haar conditie is na haar hartope
ratie 'he-le-maal' niks en ze zit op
looptherapie. Haar hele rataplan aan
medicijnen neemt ze 's avonds pas,
omdat ze er 's ochtends 'zo'n klap van
op haar hoofd kreeg' dat ze zelfs niet
meer kon zingen. „Maar ik denk bij al
les: ik ben blij dat ik leef. Ik ben een
geluksvogel, een zondagskind. Schrijf
je op hoe dankbaar ik de mensen ben
voor al die reacties en kaartjes? Mijn
ziekenhuiskamer was een bloemen
zee. Een dame van tachtig heeft zelfs
een mis voor me laten opdragen."
Helgroene ogen, haar gezicht, omlijst
door steil lang haar, ziet er veel jonger
uit dan je op grond van haar jaren zou
verwachten. Eerder dit jaar vierde
Van Dort in de Koninklijke Schouw
burg in Den Haag haar 50-jarige jubi
leum als actrice, cabaretière en zange
res. En dan te bedenken dat ze van de
toneelschool af moest, toen ze in het
tweede jaar bleef zitten. Ze had, zo
stond in haar rapport, 'aanleg voor
acrobatiek'. Ze trekt een vies gezicht
als ze de woorden uitspreekt, lacht.
Tijdens de jubileumavond kreeg ze de
erepenning van de gemeente Den
Haag voor haar verdiensten voor de In
dische gemeenschap. Schrijfster Yvon
ne Keuls en componist Hans Steijger,
die het feest hadden georganiseerd,
waren naar het stadhuis gegaan om
uit te zoeken wat mogelijk was. „'Ze
heeft alles al', zeiden ze, en dat is ook
zo hoor, ik heb zoveel onderscheidin
gen. Maar toen kwam Den Haag met
die penning en een geweldige toe
spraak van de wethouder. Nu ben ik
een soort ereburger."
Begin 2012 werd ze met hartklachten
in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis
in Amsterdam opgenomen, kreeg ern
stige complicaties. „Ik heb nooit ge
dacht dat ik dood zou gaan. Maar ie
dereen om me heen wel, want ik zag
er natuurlijk uit als een lijk."
Ze was naar een reünie geweest en op
weg naar het station. „Ineens kreeg ik
het zo benauwd. Ik ben bij een Turkse
snackbar naar binnen gegaan. Ik ben
op de grond gaan zitten en heb die
mensen daar gevraagd of ze een ambu
lance wilden bellen. En mijn man. Ze
waren zo lief die lui, ze hielden mijn
hand vast en bleven tegen me pra
ten."
Wieteke kreeg een nieuwe hartklep,
drie bypasses, maar hield de benauwd
heid. Astma cardiale. Acht jaar eerder
had haar man vrijwel dezelfde opera
tie ondergaan, hij was na twee weken
weer thuis. Zij moest revalideren in
een verpleeghuis. „Het was daar onbe
daarlijk leuk. Ik deelde een kamer met
een mevrouw die ook uit Indië kwam
en die mondharmonica speelde."
Ze leerde er leven met haar beperkin
gen. En meer. „Ik was daar een van de
beteren, maar er werd me meteen ver
boden mensen te helpen. Als je ziet
dat iemand de lepel niet naar zijn
mond kan brengen, wil je voeren.
Maar ze zeiden: 'Je moet je concentre
ren op je eigen herstel'. Ik heb geleerd
me niet op te dringen en heel erg reke
ning te houden met de andere patiën
ten." De ziekte werd zo een 'proeve
van bekwaamheid', zoals je in haar vi
sie in elk opeenvolgende leven dat je
leidt op de proef wordt gesteld om uit
eindelijk het nirvana te bereiken. „Ik
denk dat ik me voor mijn geboorte
heb voorgenomen dit door te maken.
Voordat je incarneert, vindt er een
soort vergadering plaats met de be
schermengelen en andere zielen die
je begeleiden en dan wordt besproken
wat je nog nooit gedaan hebt of waar
voor je boete moet doen."
Maar dan zegt ze, ineens veel dichter
Ik kon al
vroeg mijn
bescherm
engel horen.
Hoe ik wist
dat hij het
was? Dat zei
hij gewoon
bij het aardse: „Ze hebben me zo uit
gelachen, Aart en Joost." Aart Staart
jes en Joost Prinsen, de mannen met
wie ze sinds de Stratemakeropzee-
show oneindig veel tv-programma's
voor kinderen maakte. „Dat juist ik
ziek werd. Ik drink niet, ik rook niet,
ik eet vegetarisch. Het enige gevecht
dat ik nog moet winnen is dat met de
suiker, ik ben een enorme snoep-
doos." Als om het te illustreren knab
belt ze aan een suikerklontje, legt het
geschrokken terug op het schoteltje.
„Door het in bed liggen, kreeg ik klit
ten in mijn haar. Het was op de inten
sive care al een keer ontklit door een
heel lieve verpleger. Joost kwam toen
binnen en zei: 'Ik heb geen bloemen
voor je meegenomen. Maar hier heb
je twintig euro voor de kapper'."
Met Staartjes, Prinsen en diverse top
schrijvers werd ze de Deftige Dame
en Titia Konijn. Ze bracht liedjes als
het Poep-en-pies-menuet van Hans Dor-
restijn dat met zijn 'kakkedrolleschij-
tepoep' tot boze krantenkoppen leid
de. Een dierbare rol is koningin (nu
prinses) Beatrix in Het Klokhuis. Hik
kend van de lach speelt ze hoe het
een wanhopige Beatrix in een afleve
ring over dyslexie maar niet lukt de
troonrede voor te lezen. 'Leden der
Gaten-Steneraal.' Een pruik is niet no
dig, Bea zit hier, op het terras van een
pannenkoekenrestaurant.
De rol die ze nooit meer kwijtraakt, is
die van Tante Lien. Van Dort werd ge
boren in Soerabaja, moest op haar
veertiende met moeder, stiefvader en
broers noodgedwongen in Nederland
gaan wonen toen Soekarno buiten
lands bezit nationaliseerde. Haar Indi
sche alter ego treedt zeker tweemaal
per week op en maakt cd's. „Mijn ei
gen kinderen zijn derde generatie,
maar in mijn publiek zitten nu de
vierde en zelfs vijfde generatie, omdat
die druppels bloed worden doorgege
ven. We zijn met heel veel hoor, we
zijn destijds met pakweg 300.000 ge-
Zondagskind
met beschermengel
door Marjolijn de Cocq
'H
Grote foto: Werry
Crone
kleine foto: PR