Hemelsbreed is de afstand tussen de boerderijen van vader
Jaap en zoon Hubert Gaakeer in het buitengebied van Stavenisse
zo'n 350 meter. Ze zitten samen in een maatschap, zijn echte
Tholenaren en moeten er niet aan denken om in de stad te wo
nen. Stil hier? „Dat kan alleen maar iemand zeggen die uit de
stad komt."
Het is in de begindagen van
september warm en droog
en dus hebben Hubert en
Jaap de tijd voor een kopje
koffie. Ze hebben 25 milli
meter regen 'plus twee da
gen voordat het op zijn
plek zit' nodig om de aardappels te kunnen
rooien. Een boer is nou eenmaal zwaar af
hankelijk van het weer. „De zomers wor
den iets onvoorspelbaarder", oordeelt Hu-
bert. „Toen ik zestien was, had je in voor
jaar vijf, zes weken waarin je je peen, juun
en je erpels kon planten. Was het vandaag
niet, dan was het morgen wel. De laatste
vier, vijf jaar moet je het vandaag doen,
want morgen weet je het niet. Lastig? Dat
maakt het leuk. Je weet niet wanneer je het
goed doet. Het is altijd gokken. Als je kan
opschrijven hoe het zit, kan jij het ook."
Waar zijn vader en moeder aan de Stavenis-
seweg wonen, woont Hubert met zijn ge
zin nu dik tien jaar in zijn geboortehuis
aan de Zuidmoerseweg. 'Het wegje', zegt
hij als hij het beschrijft. Het is grappig om
te horen hoe hij er met bewondering over
praat, liefkozend bijna. Alsof hij weg
droomt bij de gedachte aan. Hij woonde
ook een tijd aan de Provincialeweg, een
eindje verder richting Sint-Maartensdijk.
Had daar kunnen, blijven maar 'aan het
wegje' was het rustiger. „Buitenom het
maïsdoolhof (dat van Hubert en zijn
vrouw is) zie je er geen kip." Jaap vult aan:
„Er zijn boeren die niet op de boerderij wo
nen. Die willen dat niet. Ik zeg dan altijd:
zij zijn meer manager dan boer. Ik heb op
school gezeten en dus een paar jaar in Goes
gewoond, maar dat trekt me niet. Daar kon
ik vóór bij de buren op tafel kijken en ach
ter ook." Trots: „Op deze boerderij woont
nu de vierde generatie van dezelfde fami
lie." En de Stavenisseweg mag dan een weg
zijn waar best nog wat verkeer langskomt,
hinder ondervindt Jaap er niet van. „Mijn
vader woonde hier ook. Die verhuisde naar
een stil weggetje en kon de eerste nachten
niet slapen omdat er geen geluid was. Hij
bleef wakker van de stilte! Zondagochtend
komen er wel eens motorrijders die vluch
tig een rondje over het eiland doen. Er zijn
er bij die zo hard janken dat je er wakker
van wordt. Maar ik reed ook graag motor,
dus ik kan dat verdragen." Ondertussen
draait Hubert een shagje. Hij luistert naar
zijn vader, bij wie hij 'vanaf de schoolban
ken' meehielp. Huberts eigen zoon was
twee toen-ie meereed op de trekker. Als
een trekker combinatie passeert, schrikt
Hubert op, staat op van zijn stoel en steekt
zijn hand op. „Komt uit de buurt van
Sint-Maartensdijk, zit in de strohandel."
Natuurlijk herkent hij die. „En", vult Jaap
aan, „een trekker met godsgruwelijk veel
pk's bromt anders."
Een motor passeert. Dat was er niet zo een
tje zoals die op zondag voorbij scheurt.
„Dan had je 'em niet eens gezien."
woensdag 11 september 2013
Schakerloo, de zuidkant
van Tholen
Vader Jaap en zoon Hubert Caakeer op hun boerderij, foto Lex de meester
pk s in de polder
Gruwelijk veel
door Michiel Bouwman