BLAUW WIT 11 Over voetbal vertelde Frans van der Klink thuis niet veel. „Als je er niet specifiek naar vroeg, vertelde hij er niet over", zegt dochter Carla. „Net als Rogier. Toen hij op de ha vo zat, waren er maar weinig mensen die wisten dat je bij NAC speelde, toch?" Rogier: „Ja, sommige leraren na tuurlijk wel, maar het klopt." Carla: „Mijn vader was een bescheiden mens." „Hij heeft wel 's verteld over een reis naar Moskou met Blauw Wit. Daar wer den ze opgepakt, omdat ze foto's na men van werkende vrouwen. Dat mocht niet. Het liep met een sisser af. Toen hij thuiskwam, kreeg ik van die Russische poppen. Ja, van die matroes- jka's. En o ja, mijn vader zei dat-ie nóóit meer zou vliegen... Niet zo'n fij ne vlucht gehad waarschijnlijk." Zijn grote hobby was vissen. Carla: „Vis sen op zee, maar ook voor ons ouderlijk huis in Gouda. Daar had je veel water, veel meren. Rogier heeft daar ook veel ge vist. Met zijn neefjes. Rogier ving er de ene na de andere vis. Hij vond het alleen niks om ze van het haakje af te halen." 'Het geval Van der Klink, de voetballer die overschrijving aanvroeg van Hermes D.V.S. naar Middelburg, houdt de gemoede ren in Middelburgse voetbalkringen sterk bezig. Allerlei fantastische beweringen en helaas ook beschuldigingen doen de ronde, terwijl het geval in werkelijkheid toch zo heel eenvoudig ligt.' Provinciale Zeeuwse Courant, 3 maart 1951 aarom maakt een talentvol le voetballer van 22 jaar een maand na zijn debuut in het Nederlands elftal de overstap van een nationale topclub naar een provin ciale derdeklasser? Weg carrière als top- voetballer, weg carrière als internatio nal. Frans van der Klink maakte deze onwaarschijnlijke degradatie echter vrij willig. Waarom? Dochter Carla heeft geen idee. „Er staat me iets bij van meneer Polak. Misschien had hij wel een baan voor hem. Polak deed toch iets in me taal of zo? Ik zal het 's aan een tante vra gen." Polak was jarenlang voorzitter van de voetbalclub Middelburg en run de een vermaarde metaalhandel. Dat is dus niet zo'n gekke link. De transfer ging niet van een leien dak je. In november 1950 gaf Van der Klink aan te willen overstappen van Hermes DVS naar Middelburg. Daaraan wilde niet iedereen meewerken. Blijkens een artikel uit de PZC van 3 maart 1951 lag Hermes DVS dwars. „HDVS koestert waarschijnlijk de hoop v.d. K. terug te kunnen winnen." IJdele hoop. Want hoewel v.d. K. door de mislukte overschrijving een halfjaar niet kon voetballen, hield hij vast aan zijn keuze voor Middelburg. Met trai nen en oefenpotjes moest hij zich behel pen. „Deze speler beschikt over een pri ma balcontrole en een keihard schot", constateerde de PZC na Van der Klinks debuut in een oefenduel met Vlissin- gen. Hij moest echter geduld hebben. Zonder Van der Klink werd Middel burg wel kampioen in de derde klasse. Mét Van der Klink deed de club in de tweede klasse meteen bovenin mee. De man die Oranje haalde als rechtsachter en die later bij Blauw Wit op dezelfde positie jarenlang in de Nederlandse top speelde, werd bij Middelburg voorin ge posteerd. En in twee seizoenen scoorde hij 23 keer. „Mijn moeder heeft haar tante gespro ken", meldt Rogier Veenstra. „Die dacht dat m'n opa naar Middelburg is gekomen om goed te verdienen en daar naast te voetballen." Geef hem 's onge lijk. Van voetbal werd je toentertijd niet rijk. In zijn proftijd bij het Amster damse Blauw Wit cashte Van der Klink veertig gulden voor een zege, twintig voor een gelijkspel en niks bij verlies. 'Weet, dat wij jou beschouwen als één van de steunpilaren waarop de successen van het eerste elftal in de laatste jaren zijn ge bouwd en dat je in ons gouden boek bent opgetekend als een groot Blauw-Witter, een prima aanvoerder, een goed speler en als een voortreffelijk mens en dan doen we je nog tekort.' Kampioensnummer Blauw Wit, 1961 Was mijn opa snel?", vraagt Rogier Veenstra. Wie kan hem vertellen of hij als voetballer op zijn opa lijkt? Nog nie mand. Zijn moeder Carla is in 1958 ge boren, in 1961 sloot Frans van der Klink zijn carrière af. Sportief gezien deed hij dat in stijl, want hij promoveerde met Blauw Wit naar de eredivisie. Door het nodige blessureleed was zijn bijdrage daaraan echter niet zo massief. Carla zal haar vader best wel 's hebben zien voetballen. „Maar ik kan het me niet herinneren. We hadden voor die tijd redelijk snel een televisie thuis, dan konden we hem zien spelen. Maar ik kan het me niet herinneren. Ik kan dus niet zeggen of Rogier op hem lijkt als voetballer." Rogier: „Mijn opa was een rechtsback, ik was altijd precies het te genovergestelde, linksbuiten." Als ze in hetzelfde tijdgewricht hadden gespeeld, waren ze eikaars directe tegen stander geweest. Rogier was dan een keurige voetballer tegengekomen, geen schopper. Dat vertelt Jan Rojé, voorma lig ploeggenoot bij Blauw Wit. „Jaren heb ik met hem gevoetbald. We wer den in één adem genoemd. Van der Klink en Rojé, Rojé en Van der Klink, de backs van Blauw Wit." „Frans was technisch geweldig. Een uit trap van de keeper over zestig, zeventig meter legde hij in één keer onder zijn voet stil." Rogier gniffelt een beetje. „Dat heb ik ook." Rojé: „Maar doordat Frans zo sportief speelde, werd hij door iemand als Coen Moulijn aan alle kan ten voorbij gelopen. Frans had nooit de intentie om Coen strak aan te pakken." Rojé was zijn tegenpool aan de andere kant van de verdediging. „Ik had een an dere reputatie. Ik was een grote, sterke jongen, niet gemeen maar ik ging voor niemand opzij. Tegen Sjaak Swart wist ik bijvoorbeeld dat ik hem in de eerste minuut meteen keihard moest aanpak ken en dan had je geen kind meer aan hem. Zo was Frans niet." Frans was het type waarvoor je midden in de nacht van Amsterdam naar Gouda wilde rijden. Rojé: „Op de terugweg was het zó mistig dat je maar een halve meter zicht had. We waren pas om half vijf terug. Maar ja, dat hadden we wel over voor Frans. Hij was onze aanvoer der. Hij had geen grote mond, hij was de rust zelve. Een schat van een vent en een fijne clubmakker." Rudy Boogert WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013 i was fijne clubmakker 'Ons ideaal, dat is Blauw-Wit. Dat is de club waar pit in zit'. Zo begint het clublied van Blauw Wit. Op het hoesje van de single uit de jaren vijftig leidt Frans van der Klink als aanvoerder zijn team het veld op in het Olympisch Stadion van Amsterdam, collectie Anton Feenstra/Blauw Wit Rogier Veenstra. foto John Bish Frans van der Klink, privéfoto Carla Veenstra

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 51