I
I
I
Het voetbal interesseert hem niet zo zeer. De
Middelburgse staalboer Paul Hermsen probeert
puur het RBC-stadion in Roosendaal weer tot
leven te brengen.
VI
Vi
7
vpyatjfkr
De deur van het RBC-sta
dion is open maar bij
binnenkomst is er nie
mand te vinden. Of ja,
toch. Uit de keuken ach
ter het immense restau
rant klinkt wat gerommel en daar komt
Paul Hermsen aangelopen. De voormali
ge Middelburger, tegenwoordig woon
achtig in West-Brabant, is sinds drie
maanden eigenaar van het stadion in
Roosendaal. „Welkom", roept hij van
een afstand. „Welkom in het Hersta-
co-stadion."
Hermsen (69) heeft het stadion maar
meteen naar zijn in Middelburg en Vlis-
singen gevestigde bedrijf genoemd, dat
wereldwijd stalen buizen in- en ver
koopt. De zakenman is er rijk van gewor
den en kon de 1,3 miljoen voor het voet
balstadion en de drieënhalve ton voor
een fraaie kunstgrasmat makkelijk beta
len. „Toen ik hier voor het eerst kwam,
stond het gras heuphoog", kijkt hij te
rug. „Maar nu ziet het er schitterend uit,
toch? Er kan hier zo een profclub aan de
slag."
Maar zover is het nog lang niet. Het is de
bedoeling dat RBC weer in het stadion
gaat voetballen. Twee jaar geleden ging
de eerstedivisieclub failliet en maakte
na een jaar een doorstart in het amateur
voetbal. Vorig jaar werd RBC kampioen
in de vijfde klasse, zodat vanaf begin sep
tember een vierdeklasser gaat spelen in
een stadion waarin plaats is voor vijfdui
zend toeschouwers.
De naam Paul Hermsen zal de huidige
generatie voetballers waarschijnlijk wei
nig zeggen. De vorige generatie des te
meer. Hermsen probeerde in de jaren
tachtig als sponsor VC Vlissingen op te
stuwen naar het betaalde voetbal. Dat
lukte, maar toen in de zomer van 1990
de bal daar voor het eerst ging rollen -
nota bene tegen RBC - was hij er niet
meer bij. Onenigheid met het bestuur -
lees voorzitter Piet de Jong - deed hem
en zijn medesponsoren besluiten zich te
rug te trekken. „We wilden acht ton in
vesteren, maar wel onder bepaalde voor
waarden. Ik vind het jammer om het te
moeten zeggen, maar ik heb wel gelijk
gehad. Na twee jaar was de club failliet.
Piet de Jong was een man die geld uitgaf
en pas later keek hoe hij het terug kon
verdienen. Dat zagen wij niet zitten."
Een paar jaar later dook Hermsen met
een aantal collega-zakenmensen op bij
Veere. Ook hier trok hij sterke spelers
aan. Veere promoveerde en promoveerde
en debuteerde in het seizoen 1996/1997
in de hoofdklasse. Daarna stortte de club
net zo makkelijk weer in. Ook hier kreeg
hij onenigheid met de voorzitter. „Ik wil
voor mijn centen wel wat te zeggen heb
ben", stelt hij nu. „Destijds wilde de club
trainer Ron Schrier ontslaan, terwijl het
probleem bij de spelers lag. Sommigen
liepen de kantjes ervan af. Ik zag het ont
slag van Schrier niet zitten en ben ver
trokken."
Nadien dacht de staalgigant nooit terug
te zullen keren in de voetballerij. „Het is
als sponsor moeilijk samenwerken met
het bestuur van een club", heeft hij ge
leerd. Maar toen werd opeens de club
van zijn broer Jos geboycot door de ande
re Roosendaalse clubs. Jos was als voor
zitter van de amateurclub RBC op zoek
naar een speellocatie, maar was nergens
welkom. Uiteindelijk kwam RBC terecht
in Wouwse Plantage, op het veld van
Rimboe. Paul Hermsen vond dat maar
niks.
Toen ging er bij hem een lichtje bran
den. Hij kon verschillende vliegen in één
klap slaan: RBC een nieuwe speellocatie
bezorgen, een verpauperd stadion tot le
ven brengen en Roosendaal iets moois
bezorgen. Bij de oude RBC'ers kan hij in
elk geval geen kwaad meer doen. Toen
het koopcontract met de gemeente gete
kend werd, stonden er tientallen suppor
ters gehuld in de clubkleuren voor het
stadion te juichen, maar ook te huilen
van blijdschap. Hermsen werd meteen
tot 'Paus van Roosendaal' en 'De Mes
sias' gebombardeerd. „Dit is allemaal van
mij", lacht hij, terwijl hij de gigantische
ruimte van het stadion laat zien. „Maar
ik zit er wel mee. Nu moet ik waarma
ken wat ik wil. Het stadion hoeft me
niks op te leveren, maar ik zou het leuk
vinden als het me ook niets zou kosten.
Er komt heel veel op me af, kan ik je ver
tellen. Ik zie het als een uitdaging. Veel
mensen die met pensioen gaan, gaan
hun tuintje wieden. Da's niks voor mij.
Dit vind ik veel leuker. Een mens moet
bezig blijven."
Hermsen is vooral druk bezig om het sta
dion te 'vermarkten', om een doods sta
dion te reanimeren. De voetballerij inte
resseert hem daarbij nog het minst.
„RBC speelt hier voor een habbekrats.
Daar kun je nog geen flatje van huren.
Ze krijgen de beschikking over prachtige
kleedkamers, een bestuurskamer, een
kantine van 250 vierkante meter, een
gloednieuw kunstgrasveld. Het enige dat
ik ook nog verlang, is dat ze voor hun ei
gen energiekosten opdraaien."
Nee, het gaat hem nu vooral om de im
mense kantine, het restaurant, de kanto
ren en de skyboxen. Die moeten ver
huurd. Er is al heel wat belangstelling,
stelt Hermsen. En om de achthonderd
parkeerplaatsen die om het stadion lig
gen. Die gaan waarschijnlijk gebruikt
worden als parkeerplaats voor treinreizi
gers.
Da's niet raar, want alles is er. Hermsen:
„Twee jaar geleden draaide de curator de
deuren op slot en sindsdien is er nie
mand meer binnen geweest. In de kanto
ren staan het meubilair en de computers
nog. En dat geldt eigenlijk voor de hele
accommodatie. Het restaurant kan zo in
gebruik worden genomen. Zelfs de af
was van twee jaar geleden stond nog in
de keuken."
Er zijn hoogstens kleine aanpassingen
nodig. Zo heeft de electriciteit in het kan
toor van Hermsen nog wat opstartproble
men. Als het koffiezetapparaat aangaat,
beginnen de tl-buizen te flikkeren. En
hoe zit het met het betaald voetbal in
Roosendaal? Die vraag interesseert
Hermsen eigenlijk niet. Laat de club z'n
gang maar gaan, dan doet hij dat ook. Hij
gaat ervan uit dat RBC in deze accommo
datie snel zal opklimmen in het amateur
voetbal. Een handje helpen zal hij daar
bij echter niet.
Over een nieuw betaaldvoetbal-avon-
tuur in Zeeland heeft hij meer te zeggen.
„Ik las laatst iets over een nieuw onder
zoek. Betaald voetbal in Zeeland zou kun
nen als er goede sponsors komen, een ge
schikt stadion en goede spelers. Daar
heb ik hartelijk om gelachen. Als je met
zulke adviezen komt, blijf dan thuis."
Hermsen ziet profvoetbal niet meer in
Zeeland terugkeren. „In 1989, toen is een
enorme kans gemist. We hadden een
jaar eerder Peter van Vossen naar Vlissin
gen gehaald. Die jongen was heel veel
geld waard. In 1989 heb ik gezegd dat
Vlissingen de stap moest maken. Van
Vossen was een paar miljoen waard en
die kon de club zo meepakken. Maar het
was allemaal te vroeg, vond men. Van
Vossen ging daarna voor een flutbedrag
weg naar Beveren. Dat was dood- en
doodzonde. Zo'n unieke kans komt er
nooit meer."
Koen de Vries
i Jï
WOENSDAG 4 SEPTEMBER 2013
Liever een stadion
runnen dan een
tuintje schoffelen
i
I Paul Hermsen is vooral druk bezig
om het stadion te 'vermarkten'.
De voetballerij interesseert hem
daarbij nog het minst. „RBC speelt
hier voor een habbekrats. Daar
kun je nog geen flatje van huren."
foto Robert van den Berge/Het
Fotoburo
I Toen het koopcontract met de gemeente getekend werd, stonden supporters te
juichen en te huilen. Hermsen werd meteen tot 'Paus van Roosendaal' gebombar
deerd. foto Johan Wouters