Niet alle moslimjon geren die naar Syrië afreizen, willen vech ten. De Wageningse Faryda Hussein ging om te helpen. 66 Ik ben gegaan om te helpen. Maar ik was bereid om te sterven voor het humanitaire doel 8 VERDIEPING VLUCHTELINGEN SYRIË Waar anderen in hun vakantie zon en zee op zochten, kocht Faryda Hussein (28) een enkel tje Istanbul. Met door de moskee in haar woonplaats Wage- ningen ingezameld geld in haar rugzak. Om in de Zuid-TUrkse stad Gaziantep een conferentie over hulp aan Syrische vluchte lingen bij te wonen. En om voor het geld van de moskee een goede bestemming te vinden in Syrië zelf. Geen voor de hand liggende vakantiebeste ding voor een politicologe met een goede baan als beleidsmedewerker in Den Haag. „Ik wilde iets doén, vind dat mijn plicht naar mijn medemens", zegt ze aan een ta feltje in shoarmazaak Ali Baba in Wagenin- gen, net terug uit Tbrkije en Syrië en nog ontregeld door wat ze daar heeft gezien. Haar vader komt uit Egypte, waar ze fami lie heeft wonen en waar de politieke situa tie ook allesbehalve stabiel is. Maar dat is iets anders dan Syrië, waar zich een huma nitaire ramp voltrekt. „Er gaan kinderen dood, er zitten kinderen in kampen, men sen hebben geen eten. Ik kon het niet aan zien", vertelt ze. Hussein kwam in contact met vereniging Het Syrische Comité, dat vanuit Nederland humanitaire hulp aan Syrische vluchtelin gen regelt. Voor het comité vertrok ze - op eigen kosten, benadrukt ze - naar de confe rentie van het Syria Relief Network in TUr- kije. Daar hebben volgens een grove schat ting minstens een miljoen Syriërs hun toe vlucht gezocht. Ook Libanon, Irak, Jordanië en Egypte herbergen vluchtelingen. Hulp aan hen organiseren, is zo eenvoudig nog niet. „Hoe regel je de logistiek, commu niceer je zonder goede verbindingen, han del je in overeenstemming met de wetten, ga je om met grensposten, je eigen veilig heid en de veiligheid van je informatie?", somt ze een aantal vragen op die tijdens de conferentie voorbij kwamen. „En een belangrijke vraag is hoe je voor komt dat goederen worden geconfisqueerd. Te veel hulp gaat in de keten verloren. Hu manitaire hulp is handel geworden. Ik heb via-via gehoord van 27 vrachtwagens met hulpgoederen. Die zijn in Tbrkije uitge zwaaid met media erbij, waarvan er na het passeren van de grens twee doorreden naar Aleppo. De andere 25 keerden om en reden naar een markt, waar de goederen zijn ver handeld." Het antwoord op deze praktijken? „Zelf brengen. Dat is het begin van betere hulp", is haar overtuiging. Ze kwam in Gaziantep in contact hulpverleners die desnoods uit eigen zak en met gevaar voor eigen leven ervoor zorgen dat alle hulp aankomt waar die nodig is. Zoals de van oorsprong Turkse Seydi en Ali uit Al Bab, een buitenwijk van miljoenenstad Aleppo. Met hen trok ze de grens over, 'bevrijd' gebied in. „Ik heb veel families gesproken", vertelt ze. „Om te weten te komen wat nodig is." Het leerde haar dat Syrië behoorlijk zelf voorzienend is. Landbouw en handel wor den in elk geval'in 'bevrijd' gebied zo goed en zo kwaad als dat gaat voortgezet. Maar elektriciteit en water zijn vaker niet dan wel voorhanden en dat is een groot probleem. Bijvoorbeeld zonnepanelen zijn daarom welkom. Daarmee kan een wijk of dorp zelf in de energiebehoefte voorzien. Aan melkpoeder voor baby's is echt een schreeuwend gebrek. Zo ook aan medicij nen en medische hulpmiddelen als bran cards, krukken en rolstoelen. De handel in wapens tiert welig, heeft ze ervaren. Natuurlijk niet zo vreemd in een oorlog. „Zelfs hulpverleners rijden met wa pens rond. Geen zware wapens, maar pisto len en handgranaten. Die kun je gewoon in winkels kopen." Het is er zeer gevaarlijk. „We waren een dag na de gifgasaanval in Aleppo. Die aan val was in de buurt van Damascus, maar voor hetzelfde geld was er een aanval in Aleppo gevolgd. Die dag zijn daar wel drie mensen door sluipschutters vermoord." Hussein was zich zeer zeker bewust van de gevaren. „Ik had een enkeltje gekocht en wist dat er een kans was dat ik niet meer zou terugkomen. Maar ik ben niet gegaan om te sterven, ik ben gegaan om te helpen. Ja, ik ben bereid te sterven voor het huma nitaire doel. Maar ik ben nog blijer dat ik leef, omdat ik levend ten minste iets kan betekenen voor mijn medemens. Als ik dood ben, heeft niemand iets aan me. Ik vind het ook jammer dat er moslimjonge ren zijn die sterven in een gewelddadige strijd. Ik wil als moslima laten zien dat er een alternatiefis, dat je ook iets kunt doen door te helpen." Het verdriet, de machteloosheid en de woe de onder de Syriërs zelfheeft ze gevoeld. „Je zult je kind onder het puin vandaan hebben moeten halen. Dan snap je dat ie- Humanitaire hulp is Een jonge vluchteling met zijn speelgoedkar retje. De wapenhandel tiert welig. Overal zijn wapens te koop, zoals in deze Syrische winkel, waar een kind wapentuig demonstreert Een zwaarbewapende soldaat van het Vrije Syrische Leger. door Saskia Wassenaar Faryda Hussein I Faryda Hussein terug in Wageningen na haar reis naar Syrië, foto Christiaan Zielman

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 8