In Duitsland hebben we geen kibbeling, helaas! I I Vivien, ïwfe, fokia en ^tdia 66 Ik zoek de mooiste schelpen; daar maak ik een kettinkje van voor mijn vriendin 2 ZOMERKRANT ZOMEI CASTEN I Wie: (ulia, Saskia, Vivien en Erik Woonplaats: Keulen Waar: Middelburg Het gezelschap van vandaag is net klaar met de middelbare school en toert samen door Europa. „We wilden na de middelbare school samen rei zen", vertelt Vivien. Zij verblijft samen haar vrienden Julia, Saskia en Erik op camping de Oranjezon in Vrouwenpolder. De ouders van Vivien verblijven elders. De vrienden hebben samen per auto al meerde re steden bezocht en vetrekken vanavond weer richting huis. „We hebben het goed naar ons zin gehad op de camping. Zeker de moeite waard om terug te komen." Julia voegt toe: „En de kibbeling! Dat hebben we in Duitsland niet, helaas!" Hoewel zij hun vrijheid koesteren is het toch wel fijn dat de ouders zo nu en dan in de buurt zijn. „Ons matras liep leeg en mijn ouders hadden een nieuwe. Gelukkig!", vertelt Vivien lachend. „Na de vakantie gaat ieder zijn gang. „Ik ga richting de na tuurwetenschappen", vertelt Erik. Als alle aandacht naar hem gaat, wordt hij verlegen. „Vivien is een ac trice!" Daardoor moet de rest nog harder lachen. Nu gaat alle aandacht naar Vivien. „Ik speel in een soap. Daarin speel ik dochter van een politieagent." Vi vien geniet van alle aandacht tot er twee jongens ko men aanlopen. „Daar zijn jullie! We zochten jullie al", roept ze hard. Nu is het gezelschap compleet en de reis naar huis kan beginnen. Meer weten? Kijk op: www.pzc.nl/zomerkrant Tips? U kunt ons mailen: zomer@pzc.nl Meer geluk, wie wil dat niet? Sommigen komt het aanwaaien, anderen moeten er naar op zoek. Die mensen biedt VW Cadzand een helpende hand: het strandjutten. Ik heb nóg een haaientand!" Gijs is een meestervinder. „Je bent geen Guus Geluk, maar Gijs Geluk!", roept een omstander. Ja, als je bin nen twintig minuten je tweede haaientand al hebt, heb je zeker geluk. Gijs is één van de kinderen die vandaag meedoen met het strand jutten: zoeken naar aangespoelde spullen op het strand. De VW in Cadzand houdt in de maanden juli en augustus elke woensda gochtend om elf uur een strand- juttocht. „Vroeger kwamen de arme men sen naar het strand en namen ze aangespoelde trossen met mosse len mee naar huis. Die kun je ge- woon koken en opeten." Elly Meijers, een medewerkster van de VVV, heeft vandaag de eer om de j>roep jutters te begeleiden. „Zie je, dat is niet het enige wat de mensen konden eten." Elly grijpt ondertussen naar een ande re schelp. „Dit zijn alikruiken, in Zeeland ook wel bekend als kreu kels. Als je ze kookt en een speld uit je moeders naaidoos pakt, kun je er zo in prikken en opeten. Lek ker, hoor!" Aan de gezichten van sommige kinderen te zien kun nen zij zich er geen voorstelling van maken dat dit ooit lekker kan zijn. Er wordt zelfs met het woord 'jakkes' gesmeten. Terwijl Elly druk bezig is met haar introductie, staan de kinde ren en 'grote kinderen' te popelen om te beginnen. „Nu mogen jul lie een half uurtje zelf gaan strui nen." Elly heeft het laatste woord nog niet uitgesproken of de kinde ren rennen het strand op. Hier en daar helpt een papa, een mama of een opa mee. Voor kinderen lijkt dit een avon tuur te zijn: op zoek naar schatten van de zee en alles wat er verder in beland kan zijn. „Ik zoek de mooiste schelpen en daar maak ik een kettinkje van. Voor mijn bes te vriendin", roept een meisje. „Ik wil coole dingen. Haaientan den bijvoorbeeld", zegt een jon gen. Ja, wat moet een jongen ook met een schelpenketting. Dat is toch helemaal niet avontuurlijk. Die meisjes, die begrijpen er ook helemaal niets van! Opeens zien we een meneer met een gek apparaat. „Dat is een me taaldetector", vertelt een omstan der. „Die meneer is op zoek naar geld." Ja, dat kan ook. Maar daar komen wij niet voor, want geld kun je ook uit een automaat ha len. Haaientanden daarentegen vind je alleen op het strand! „Als je iets hebt gevonden waar van je niet weet wat het is, kom je maar naar mij toe." Dat hoeft Elly geen twee keer te zeggen: er wordt gretig gebruikgemaakt van haar kennis. „Dit is een zee-egel. Het is een kleintje. De gaatjes bo venin, daar kan hij door ademen en het onderste gaatje is zijn poep- gaatje." Hier en daar wordt wat ge gniffeld. „Als hij stress heeft of bang is, wordt hij gifgroen. Zo groen als jouw shirt." Elly wijst naar het shirt van aan jongen. Weer gegniffel bij de jonge jut ters. De ijverigheid van de jutters wordt beloond: de bakken liggen binnen de kortste keren vol. Na een half uur wordt de zoektocht gestaakt en is het woord weer aan Elly. Zij legt ons uit met welke schatten we vandaag verrijkt zijn. Allereerst zijn twee oranje-bruine voorwerpen aan de beurt. „Dit zijn stenen. Vroeger, voordat hier water was, waren er dorpen, mis schien zijn die stenen wel daar van." De ogen van de vinder stra len. Maar dat verandert met de woorden: „Maar misschien is het gewoon afval dat iemand in de zee heeft geloosd." De illusie was van korte duur. Er komt van alles voorbij: scheer mesjes, babykrabjes, inktvisjes, 'klakkers' en veel meer. „Er heb ben veel mensen geluk vandaag. door Nouriya Kaur Zoek haaientanden en vind geluk Opa Geurts, dochter Lisette en kleinzoon Milan hebben vandaag veel geluk Een strandjutter

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 42