Conventie
van Dublin
Omdat de Georgische vluchte
lingenfamilie Agamiryan via
de Wit-Russisch-Poolse
grens de Europese Unie is
binnengekomen, valt zij on
der de bepalingen van de Dublin-conven-
tie. Die stellen dat vluchtelingen asiel moe
ten aanvragen in het EU-land waar ze als
eerste aankomen.
Mensenrechteninstanties hebben kritiek
op het verdrag, omdat het een te gemakke
lijk middel zou zijn om van vreemdelingen
af te komen. Niet alleen de Agamiryans
kunnen daarover meepraten. De Iraanse
vrouwenrechtenactiviste Shirin Naeimi
(36) werd bijvoorbeeld naar Polen gestuurd
terwijl ze daar nog nooit is geweest. Naei
mi kwam eind 2011 op Schiphol aan na een
reis op een vals paspoort vanuit Turkije.
Van de douane kreeg ze te horen dat ze vijf
maanden eerder een visum van Polen had
gekregen. „Dat klopt, want ik werkte toen
voor een Iraanse oliemaatschappij die op
het punt stond een filiaal in Polen te ope
nen. Daar zou ik gaan werken." Daar
kwam echter niets van terecht.
Toen ze in de zomer van 2012 naar Polen
werd uitgezet^ werd ze voor twee maanden
geïnterneerd in een gesloten kamp onder
de aanname dat ze Polen illegaal zou heb
ben verlaten. Daar kreeg ze te maken met
een zwaar gevangenisregime, inclusief visi
taties en seksuele intimidatie. Ondanks dat
was de uitzetting volledig naar de letter
van de Dublin-conventie.