Is de maakbare samenleving passé of is maakbaarheid alleen in een ander jasje gestoken en noemen we het anders. In een korte serie staan we stil bij het begrip maakbaarheid. Vandaag sportief succes. Doping is verleden tijd. Winnaars worden al bij de geboorte gescout op genen. 16 MAAKBARE SAMENLEVING 66 MAAKBAAR 2.0 Is sport nog wel eerlijk als de winnaar op basis van zijn genen een niet in te halen voorsprong heeft? Als iets maakbaar lijkt, is het wel sportief succes. Kijk maar naar de voorma lige DDR. Een klein land dat op de Olympische Spe len toch wel heel veel me dailles binnenharkte. Het recept: Spartaanse trainingsmethoden én verboden middelen. De medaillewinnaar van de nabije toekomst wordt op grond van zijn genetisch profiel al bij de geboorte ge- scout en met gendoping op goudkoers gezet. In sciencefictionfilms hebben robots óf de rol van handig mensenhulpje óf ze doen door wat verkeerd gelaste printplaatjes een blikkerige gooi naar werelddominantie. Sporten zie je ze nooit. Terwijl ze op de 100 meter waarschijnlijk moeiteloos 7 seconden rond zouden klokken. Kennelijk is de gedachte dat robots ons in de toekomst sportief alle hoeken van het heelal laten zien, zo onverteerbaar, dat we ons daar zelfs op het filmdoek niet aan wa gen. Als het om sport gaat, koesteren we graag de mythe. Die luidt dat alleen een door God ge geven talent ons in extase mag brengen. Een talent waar je nooit van weet waar het op duikt. Als de gouden wikkel van Willy Won- ka die plots onder je chocoladereep zit, zo zeldzaam en onverwacht is echt sporttalent. Althans, zo willen we het graag zien. Stie kem weten we wel beter. Topsport is geen toeval, topsport is maakbaar. Het leverde recent een aardige discussie op aan de tafel van Voet bal International. Gast Gertjan Ver- beek, coach van KL, beweerde A dat ieder kind la ter profvoetbal ler kan worden, mits je het al op jonge leeftijd intensief traint. Het is een uitspraak die past bij de trainer Verbeek. Hij is een man met een haast wetenschappelijke bena dering van trainingsmethoden en met een groot geloof in de kracht van het menselijk lichaam. Als je de spieren maar genoeg op jut, betaalt zich dat altijd uit. Zijn tafelgeno ten wilden er niet aan. Het idee dat iedereen profvoetballer kan worden, was onverteer baar. Zelfs toen Verbeek het afzwakte tot „al is het dan misschien hooguit eerste divisie", bleef er grote twijfel. Toch heeft Verbeek ge lijk. Dat bewees in de jaren negentig het mannenvolleybalteam al. Jaren van opslui ting in een Amstelveense sporthal zorgde voor Nederlands volleybalgoud op de Olym pische Spelen van 1996. Later bleek dat de psychische druk op de volleyballers groot was geweest, met veel irritaties en peste rijen tot gevolg. Maakbaarheid heeft zijn prijs. Ernstiger waren de gevolgen voor de spor ters in de voormalige DDR. Daar werden kinderen met een vleugje aanleg voor een bepaalde sport (met name turnen) al op jon ge leeftijd in trainingskampen gestopt, waar het lichaam, met behulp van doping, werd gedrild om medailles te winnen. Maar de prijs die de sporters betaalden was hoger dan de waarde van hun plakken. Bij een be zoek aan een orthopedische kliniek in Baut zen (vlakbij Dresden) begin jaren negentig zat de wachtkamer vol versleten dertigers en veertigers. Kapotte schouders, knieën en heupen. Ex-sporters, over de kling gejaagd om de socialistische heilstaat trots te ma ken. Dat lukte overigens maar ten dele. Afge zet tegen de maniakale trainingsuren van de Oost-Duitsers, viel hun medailleoogst wel wat tegen. Want de DDR werd toch vaak verslagen door 'gewone' sporters met min der trainingsuren maar simpelweg meer aan leg. Aanleg valt niet te trainen. Die heb je of die heb je niet. Je komt er vaak pas laat ach ter of je aanleg hebt. Soms te laat en heb je tot je 14e kansloos achter een bal aangehob beld terwijl er in je lichaam eigenlijk een ta lentvol fietser schuilt. Het op tijd ontdek ken van bepaalde talenten, daarin school al tijd de moeilijkheid. Een 'topsporter opspo ren' was een zeer tijdrovend proces. Net als zoeken naar goud in een rivier: voor er een goudklompje blijft hangen, moeten er eerst miljoenen zandkorrels door je zeef zijn ge gaan. Tegen dat probleem liepen ze ook in Oost-Duitsland aan. Voor 90 procent van de gedrilde jeugd bleek 'Emmen of FC Oss' het hoogst haalbare. En met alle respect, daar doe je het niet voor. Slechts 10 procent had het 'Ajax-niveau'. Was dat eerder duidelijk geweest, dan had je alle energie daarop kun nen richten. Inmiddels is de wetenschap zo ver dat via gentechnologie al bij geboorte in kaart kan worden gebracht in welke sport de zuigeling later uit kan blinken. Genetici hebben ont dekt dat er zo'n tweehonderd genen in een bepaalde variant bij topsporters voorkomen en bij 'gewone' mensen niet. Op basis van een genprofiel kun je voorspellen of iemand kan uitblinken in een bepaalde sport. Vooral China, dat zichzelf op dit vlak geen ethische vragen stelt, is al heel ver met gen technologie. De verwachting is dat Chine zen op korte termijn 5- en 6-jarigen gene tisch gaan testen om erachter te komen wel ke sport het beste bij hen past. Vindt het kind tafeltennis leuk, maar heeft het gene tisch gezien meer aanleg voor zwemmen, dan is de kans groot dat het batje achter slot en grendel verdwijnt en het kind in een zwembroek wordt gehesen. Op naar goud! Niet voor niets voorspelde IOC-voorzitter Jacques Rogge twee jaar geleden dat in 2040 alle gouden Olympische medailles naar Chi na gaan. Het zal leiden tot verhitte discus sies: is sport nog wel eerlijk als de winnaar op basis van zijn genetisch profiel een niet te overbruggen voorsprong heeft? Het druist in tegen ons rechtvaardigheidsgevoel: ieder een moet in topsport gelijke kansen krijgen. Terwijl we diep in ons hart weten dat gelij ke kansen in topsport altijd al een utopie zijn geweest. Momenteel bepalen bevolkingsomvang (meer potentiële topsporters) en rijkdom (geld voor trainingsfaciliteiten) van een land al voor 50 procent het verschil in top sportsucces tussen landen. De andere 50 pro cent is opgebouwd uit natuurlijke aanleg en - hoe pijnlijk het ook is - de sluwheid om een stimulerend middel te pakken dat de do- pingautoriteiten nog niet kunnen opsporen. Gendoping wordt het nieuwe wondermid del. Dan worden verbeterde eigenschappen toegevoegd aan de eigen genen, bijvoor beeld om het lichaam meer lichaamseigen epo te laten aanmaken. Gendoping is nu nog niet traceerbaar, dus worden we ook de komende tientallen jaren weer gewoon belazerd. Al in 1988 klapten we de handen stuk voor sprinter Ben Johnson, bij wie je in één oogopslag zag dat zijn opgepompte spieren niet door trainen, maar met doping gemaakt waren. De mens wil bedrogen worden en in sport is bedrog prima maakbaar. Voor eerlijke topsport moe ten we toch wachten op die robots. Tien exemplaren aan de start van de 100 meter op de spelen van 2060 die de afstand alle maal in 7.1 seconden voltooien. Dodelijk saai, inderdaad. Maar wel eerlijk. Topsporters creëren in de babykamer illustratie Marco Jeurissen door Ivar Hoekstra reageren? spectrum@depersdienst.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 16