Gemeenten bezuinigen op taxibusjes die naar speciale scholen rijden. Ze leren kinde ren zelfstandig te reizen. Die bloeien op in de gewone bus. 10 VERDIEPING SCHOOLVERVOER VRIJ et speciale taxibusje, ze zijn er gelukkig vanaf. Vijf kinderen tussen 11 en 13 jaar vertellen in de kamer van de directeur van een speciale basis school in Wageningen over hun leven na dit gewoonterecht en de voordelen daarvan. Allemaal hebben ze moeite met leren, bij voorbeeld door een laag IQ_of een gedrags- of ontwikkelingsstoornis. En allemaal zijn ze jarenlang met een speciaal taxibusje van huis naar de verder weg gelegen school ge bracht. Uit voorzorg. Voor het geval ze in eens in paniek zouden raken, de weg niet meer zouden weten, of blokkeren door een onverwachte gebeurtenis. Want ze zijn alle maal overgevoelig voor prikkels. In het be schermde taxibusje kon hen niks gebeu ren. „De chauffeur van het taxibusje was altijd chagrijnig", blikt een van de kinderen je- rug. „De regels waren heel streng", vertelt de ander. „Je mag in het taxibusje niet eten of drinken en niet met je telefoon bezig zijn." Nu ze in hun eentje met de gewone bus of op de fiets naar school gaan, willen ze niet anders meer. „Ik moet wel vroeger opstaan", zegt een meisje. „En het fietsen was in het begin best zwaar", vertelt een jongen. Maar wat deert het, als je gauw naar de supermarkt kunt als je lekkere trek hebt. Of als je de he le weg ongestoord kunt luisteren naar je ei gen muziek. Ze voelen zich vrijer. Gewoner ook. En al weken of zelfs maanden weten ze zichzelf te redden. Dat voelt goed. Geen van allen vonden ze het heel erg eng of moeilijk om voortaan alleen met het open baar vervoer of op de fiets te gaan, vertel len ze. Maar ze werden dan ook niet van de ene op de andere dag voor de leeuwen ge gooid. Ze deden mee aan een proefproject om eerst zelfvertrouwen op te bouwen. Die aanpak is een voorzichtige trend aan het worden bij gemeenten die genood zaakt zijn (opnieuw) op het leerlingenver voer te bezuinigen. De 13-jarige Cerissa kreeg een iPod met een app erop. Die is ontwikkeld door het Leo Kannerhuis, specialist in autisme. Als Cerissa niet meer weet wat te doen, kan ze de app raadplegen. Cerissa: „De app vertelt hoe ik mijn tas moet inpakken. Of wat ik kan doen als ik de bus heb gemist: naar ie mand toelopen of mijn moeder bellen. Maar ik heb hem nooit gebruikt." In Nederland gaan 90.000 leerlingen met speciaal vervoer naar school; meestal is dit een taxi of taxibusje. Daar is ruim 300 mil joen euro per jaar mee gemoeid. Onder druk van bezuinigingen zetten gemeenten er opnieuw het mes in. Volgens Carolien Aalders van Training Advies in Leerlingenvervoer bezuinigen veel gemeenten door algemene regels aan te scherpen. Aalders begeleidt en adviseert een groot aantal Nederlandse gemeenten. Ze verhogen bijvoorbeeld de minimale reis afstand. Als ouders eerst een vervoersver- goeding kregen voor een speciale school die 2 of 3 kilometer van hun huis lag, dan trekken gemeenten die ondergrens nu op. De Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) houdt haar hart vast en krijgt signalen dat kinderen met autisme het ko mend schooljaar vaker uit het taxibusje worden geweerd. De organisatie is daarom een meldpunt begonnen voor ouders die problemen ondervinden met het krijgen van een vervoersverklaring. Volgens woord voerster Stance Venderbosch van de NVA zijn er gemeenten die het speciale vervoer voor leerlingen met autisme helemaal schrappen, met als argument dat autisme 'geen handicap' is. Als voorbeeld noemt ze de gemeente Em- men. Maar Emmen ontkent. Of de gemeen te nog betaalt, hangt wel af van de ernst van de autistische stoornis, zegt gemeente woordvoerster Laura van Zon. Die wordt, met inschakeling van een deskundige, voortaan per kind beoordeeld. Carolien Aalders denkt dat veel kinde ren die nu met een taxibusje naar school gaan, goed in staat zijn zelfstandig te rei zen. Ze schat dat het de helft lukt, mits goed voorbereid. Maar dan moet het be lang van het kind het vertrekpunt zijn, en niet de beoogde bezuiniging, zegt ze. Aalders meent dat de kinderen simpelweg beter af zijn in een gewone bus, als ze dit aankunnen. Dat dit ook een besparing ople vert, is dan een mooie bijvangst. In meerde re gemeenten heeft ze hier intussen proe ven mee gedaan. „Het taxibusje is stigmatiserend", stelt Aal ders. „Iedereen ziet dat je hoort tot een bij zondere groep die daar op de hoek van de straat staat te wachten. Er zijn kinderen die het taxibusje absoluut nodig hebben. Maar als het enigszins kan, zijn leerlingen beter afin een gewone bus. Ik ben zelf wel eens meegereden om te zien hoe die overstap gaat. Het meisje tegenover me zat met haar telefoon te spelen. Het zag er zo normaal uit. Ik dacht bij mezelf: dat is de grootste winst." In de gemeente Renkum heeft Aalders zo juist een proefproject afgesloten: 'Samen reizen met'. In de praktijk betekende dit: een werkloze reist een paar weken samen met kinderen in het speciaal onderwijs naar school. Er zijn ook gemeenten die hiervoor vrijwilligers inzetten. Afgelopen voorjaar begon Renkum met het project. Van daaruit reisden de kinderen sa men met een vrijwilliger met de lijnbus naar hun school in Wageningen. Of hij door Wilma de Cort

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 10