Bram Tankink komt met de schrik vrij Mollema en Ten Dam laten Nederland weer meetellen in de Tour de France. ■JZ>-J Martin klopt Fuglsang 22 SPORT Vroeger was een rustdag noodzaak TOUR DE FRANCE ff Rolland terug in bolletjestrui Gesink: dit geeft ons moraal Niet alie wielrenners zijn fan van een rustdag in de Tour. Vanuit rustoord Tigne hield Michael Boo- gerd in de Tour van 2007 een hartstochtelijk pleidooi voor een ronde zonder hinderlijke onder brekingen. „Ik weet niet voor wie ze het doen. Je wordt volstrekt uit je ritme gehaald. Ik heb een hekel aan rustdagen", foeterde de voor malige Rabobank-renner. Hoewel de renners vandaag in Saint-Na- zaire even op adem mogen na een helse eerste Tourweek, is rust een relatief begrip. Voor de media gaat de Tour immers gewoon door en dus schuimen journalis ten ook vandaag de rennershotels af voor interviews en achtergron den. Daarnaast vinden de meeste renners het lekker om ook op hun vrije dag een paar uurtjes te fiet sen, bang als ze zijn om het goede ritme kwijt te raken. Hoe anders ging het er aan toe in de vooroorlogse jaren van de Tour? Met etappes waarin de grens van 300 kilometer ver werd overschreden en waarin niet zel den ook 's nachts werd gekoerst, was rust geen luxe, maar bittere noodzaak. Over extremen gespro ken. In de Tour van 1926 moesten de renners in 17 etappes 5745 kilo meter afleggen, een record in de Tourgeschiedenis. Ter verge lijking: in de huidige editie moet er 3404 kilometer wor den overbrugd in 21 etappes. Tourwinnaar Lucien Buysse, een Belg, zat in 1926 in totaal 238 uur 44 minuten en 25 secon den op de fiets. Toen Bradley Wiggins vorig jaar werd gehul digd als eindwinnaar had hij 'slechts' 87 uur 34 minuten en 47 seconden in de benen. De vooroorlogse Tourhelden wer den door organisator Henri Desgrange zodanig op de proef gesteld - of moeten we zeggen uitgeperst? - dat er nagenoeg na elke etappe een rustdag moest worden ingelast. Lucien Buysse en de overige 125 deel nemers aan de Tour van 1926 kregen in totaal 13 dagen de tijd om weer enigszins op krachten te komen. Het enige voordeel was dat er toentertijd nog van stad tot stad werd ge koerst, waardoor er nog geen sprake was van vermoeiende en tijdrovende verplaatsingen. In de allereerste Tour in 1903, werd er zelfs meer niet gefietst dan wel. Tussen 1 en 19 juli werden er zes (monster)etap- pes gereden. De overige dagen werden ingeruimd voor oplap- werk van mens en materiaal. Maurice Garin vond het alle maal best. Op 19 juli 1903 werd de eerste Tourwinnaar uit de geschiedenis door twintigdui zend toeschouwers toegejuicht in Parijs. Volgens de overleve ring reed een energiek koersen de Garin om precies negen mi nuten over twee onder het fi- nishdoek door. En ja, hij oogde goed uitgerust. BACNERES-DE-BIGORRE - Net nadat hij Richie Porte voorbij was gere den ging Bram Tankink zondag onderuit. De wegkapitein van Bel- kin kwam tijdens de negende etappe in een afdaling ten val. De schade bleef beperkt tot wat schaafwonden. „Het was niet mijn dag", zo twitterde Tankink. Eerst reed hij lek op het moment dat het tempo voorin omhoog ging, daarna kwam hij ten val. „Net voordat ik terug aan sluit, komt een motor voor een haar speldbocht voorbij zeilen en moet ik de bocht veel scherper aanstu ren, kom in een gat terecht en klapt mijn voorwiel weg." BAGNÈRES-DE-BIGORRE - De eerste reactie zei alles. Meteen na de fi nish van de eerste bergetappe in deze Tour, zaterdag op Ax 3 Do- maines, zochten Bauke Mollema en Laurens ten Dam elkaar op. De omhelzing tussen de verrassende nummers vier en vijf was kort maar gemeend, de vuisten bok sten even tegen elkaar, de ogen glinsterden. Even later voegde ook Robert Ge- sink zich bij het duo en herhaalde het tafereel zich. Treffender kon den de Nederlandse Belkin-ren- ners hun vreugde over het succes van dit weekeinde nauwelijks in beeld brengen. Na twee loodzwa re Pyreneeën ritten staan Molle ma en Ten Dam derde en vierde in het algemeen klassement. Hët is een luxe die het .Nederlandse wielrennen al meer dan twee de cennia niet heeft meegemaakt. Plotseling valt bij de Belkin-ploeg alles op zijn plaats. Zestien jaar lang joeg de equipe, toen nog on der de vlag van Rabobank, de Tourerfenis van de gouden jaren zeventig en tachtig na. Maar met Nederlandse renners scoren in Pa rijs was er nooit meer bij. Vorig jaar startte de ploeg sterk, maar vielen op een dramatische vrijdag op weg naar Metz alle kop stukken hard op de grond en het strijdplan van Rabobank letterlijk in duigen. Nu lijkt alles, ook al is de Tour nog niet eens halverwe ge, te kloppen. Laurens ten Dam realiseerde het zich zondag, toen hij fris ge doucht zat te wachten op de bus. „Het zit .nu een keer mee. De pech die we in het verleden vaak hadden, is ons nu bespaard geble ven en de conditiepiek lijkt in de ze Tour ook goed te zijn." Maar het is meer dan dat. Met de 26-ja- rige Mollema lijkt Belkin einde lijk een Nederlandse renner te hebben die het kopmanschap aan WM kan. De nuchtere Groninger, die al eens als vierde eindigde in de Vuelta, schiet niet snel in de stress, kan als het nodig is lachen om zijn eigen ellende en weet te relativeren. „Ik hoor nu bij de bes te klimmers in deze Tour", zei hij laconiek toen hij met zijn achtste BLOEDSTOLLENDE BERGRIT BAGNERES-DE-BIGORRE - De Franse wielrenner Pierre Rolland heeft de leiding in het bergklassement na twee dagen weer terug. De cou reur van Europcar verzamelde in de tweede rit door de Pyreneeën voldoende punten om de Brit Chris Froome, de drager van de gele trui, weer af te lossen aan kop. Rolland heeft 49 punten, Froome volgt met 33. Voor aanvang van de negende etappe had zowel Froome als Rol land 31 punten, maar de Brit werd als eerste geklasseerd in het berg klassement omdat hij zaterdag op de slotklim naar Ax 3 Domaines als eerste boven was gekomen. Toch droeg Rolland zondag de bol letjestrui, omdat Froome het geel om de schouders had zitten. Na de etappe van zondag, met vijf loodzware beklimmingen, is Pier re Rolland weer de rechtmatige ei genaar van de bollentrui. Hij hoopt 'm te behouden tot Parijs. BAGNERES-DE-BIGORRE - Als knecht van de Belkin-kopmannen Bauke Mollema en Laurens ten Dam be leefde Robert Gesink zondag een mooie dag in de Pyreneeën. De Achterhoeker liet zfch in de negende etappe van de Tour regel matig van voren zien. „Op Corsi ca was ik niet goed genoeg, maar deze rit geeft wel moraal richting de Mont Ventoux en de Alpenrit ten", zei Gesink nadat hij vlak ach ter de groep met klassementsman nen was gefinisht. Gesink probeerde in het begin van de etappe mee te springen in een ontsnapping. „Maar ik blies me al voor de eerste klim op. Van af het vertrek meespringen, dat is ook niet de favoriete bezigheid van Robert Gesink", zei de Varsse- velder grijnzend. Gesink slaagde er vervolgens wel weer in aan te haken bij het groep je met favorieten. Hij werd 22e in de etappe. zh door Patrick Delait Bij Belkin klopt plots alles door Jan Martens Bauke Mollema maakt tot nu toe indruk in de Tour. De renner van Belkin staat derde in het algemeen klassement, foto Bas Czerwinski/ANP BAGNERES-DE-BIGORRE - De Ier Daniel Martin heeft zondag de negende etappe gewonnen. De renner van Garmin was in een bloedstollende bergrit van Saint-Girons naar Bagnères-de-Bigorre over 168 kilometer zijn mede vluchter Jakob Fuglsang uit Denemarken in de sprint de baas. In de lange af daling naar de finish kwam de voorsprong van het tweetal niet meer in ge vaar. Martin klopte Fuglsang, op twintig seconden van het tweetal sprintte de Pool Michal Kwiatkowski naar de derde plaats, foto EPA

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2013 | | pagina 22